Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Schakelen Tussen Gebruikers - Philips Zenition 30 Gebruiksaanwijzing

Uitgave 1.0
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
5
Klik op de knop OK om het Reminder-paneel te sluiten.
OPMERKING
WAARSCHUWING
Het systeem is klaar voor röntgengebruik wanneer het is ingeschakeld met de
systeemvergrendelingssleutel in stand 1. Het wordt aangeraden om de röntgenmodus van het
systeem altijd uit te schakelen, behalve wanneer er een procedure wordt uitgevoerd. Hiermee
wordt voorkomen dat er STRALING wordt afgegeven als de voet-/handschakelaar per ongeluk
wordt bediend.
Tips
Standalone-stand mobiel weergavesta-
tion
Systeemvergrendeling
De hoogte aanpassen
5.5.3

Schakelen tussen gebruikers

U kunt tussen gebruikers schakelen zonder de oorspronkelijke gebruiker uit te loggen.
Het is raadzaam om gebruikers tijdelijk te wisselen om specifieke taken uit te voeren. Een voorbeeld:
specifieke delen van de klinische procedure of systeemtaken waarvoor het account van een beheerder
moet worden gebruikt.
Bij het schakelen tussen gebruikers blijft de audit trail voor de procedure behouden door de juiste
verantwoordelijke gebruiker vast te leggen.
1
Open het beheerscherm door op de knop Administration (Beheer) te klikken.
2
Klik op System (Systeem) en selecteer Switch Users (Schakelen tussen gebruikers).
Er wordt een dialoogvenster weergegeven waarin de nieuwe gebruikersnaam en het nieuwe
wachtwoord wordt opgevraagd.
3
Voer de User name (Gebruikersnaam) en het Password (Wachtwoord) in voor de gebruiker
waarnaar u wilt overschakelen.
4
Klik op Cancel (Annuleren) als u het dialoogvenster wilt sluiten zonder tussen gebruikers te
wisselen.
5
Om tussen gebruikers te schakelen klikt u op Switch (Overschakelen).
Het systeem schakelt naar de nieuwe gebruiker en gaat verder.
Zenition 30 Uitgave 1.0 Gebruiksaanwijzing
Als de wachtwoordbeschermingsfunctie is ingeschakeld, wordt het Reminder-
paneel alleen weergegeven als er een geldig wachtwoord wordt ingevoerd.
Het mobiele weergavestation kan worden gebruikt in de standalonemo-
dus (zonder aangesloten C-boog) voor weergave en nabewerking. Het
systeem is zo ontworpen dat patiënten niet per ongeluk kunnen worden
verwisseld. Een van de preventieve maatregelen is dat er telkens bij in-
schakelen van het mobiele weergavestation een nieuw patiëntbestand
wordt gemaakt. Soms moet de C-boog echter tijdens een procedure op-
nieuw worden gepositioneerd of tijdelijk worden verwijderd, waarna er
nieuwe beelden moeten worden toegevoegd aan hetzelfde patiëntbe-
stand. Om dit mogelijk te maken is het systeem zo ontworpen dat de C-
boog kan worden uitgeschakeld en losgekoppeld terwijl het mobiele
weergavestation ingeschakeld blijft. Het statief kan vervolgens opnieuw
worden aangesloten en ingeschakeld. In deze situatie worden de nieuwe
beelden toegevoegd aan het geopende patiëntbestand.
Voor röntgenopnamen moet de systeemvergrendeling zijn ingeschakeld
(sleutel in I -stand).
De hoogteverstelling kan een paar seconden na het indrukken van een
van de toetsen System on (Systeem aan)worden gebruikt.
90
Systeem Aan/Uit
Philips 3000 096 33491

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3000 096 33491

Inhoudsopgave