Download Print deze pagina

Philips Zenition 30 Gebruiksaanwijzing pagina 105

Uitgave 1.0

Advertenties

Bediening
Het gewicht van de patiënt moet worden ingevoerd in kilogram of pounds, afhankelijk van de
eenheden die in het systeem zijn geconfigureerd. De eenheden die moeten worden gebruikt,
worden weergegeven naast het vak Weight (Gewicht).
6
Voer in het vak Height (Lengte) het gewicht van de patiënt in.
De lengte van de patiënt moet worden ingevoerd in cm of in feet en inches. De eenheden die
moeten worden gebruikt, worden weergegeven naast het vak Height (Lengte).
7
Selecteer Male (Man), Female (Vrouw) of Unknown (Onbekend) voor de Gender (Geslacht) van de
patiënt.
8
Selecteer Adult (Volwassene) of Pediatric (Pediatrisch) voor de Patient type (Type patiënt).
9
Voer in het vak Patient identification (Patiëntnummer) de patiënt-ID in.
10 Voer de Accession number (Opnamenummer) in.
OPMERKING
11 Selecteer de gewenste Profile (Profiel) in de vervolgkeuzelijst.
OPMERKING
12 Selecteer in de lijst Physician Name (Naam arts) de naam van de arts.
13 Selecteer de Examination Type (Onderzoekstype) met behulp van de vervolgkeuzelijst.
OPMERKING
14 Voer een van de volgende handelingen uit:
Het dialoogvenster Add Patient (Patiënt toevoegen) wordt gesloten en het nieuwe onderzoek
wordt toegevoegd aan de lijst Schedule (Plannen) of start onmiddellijk.
Tip
Gegevens achteraf invoeren
Navigeren
Kiezen uit een lijst
Correcties uitvoeren
Zenition 30 Uitgave 1.0 Gebruiksaanwijzing
Het Accession number (Opnamenummer) wordt tijdens installatie als bewerkbaar
of alleen-lezen geconfigureerd.
Als u een actief profiel selecteert tijdens Add Patient (Patiënt toevoegen),
worden de bijbehorende velden van Physician Name (Naam arts), Examination
Type (Onderzoekstype) en Anatomy (Anatomie) automatisch ingevuld.
Afhankelijk van het geselecteerde type onderzoek wordt de betreffende anatomie
weergegeven.
Klik op Add to list (Toevoegen aan lijst) om het nieuwe onderzoek toe te voegen.
Om het onderzoek onmiddellijk te starten klikt u op Start Examination (Onderzoek starten).
Het is niet verplicht om de patiëntinformatie vooraf in te voeren. De patiëntinfor-
matie kan achteraf worden aangepast.
U kunt patiëntinformatie van de werklijstbeheerserver niet wijzigen.
U kunt de Tab-toets gebruiken, of u kan een ander veld voor invoer kiezen via het
touchscreen of de muisaanwijzer.
Druk op de knop Up (Omhoog) of Down (Omlaag) om door de onderdelen van
een lijst te lopen.
Als u tekst in een tekstvak wilt corrigeren, gebruikt u de knoppen Previous (Vor-
ige) en Next (Volgende) om de invoegpositie naast het teken te plaatsen dat u
wilt verwijderen. Druk vervolgens op de toets backspace of delete om het teken
te verwijderen.
Met de toets backspace verwijdert u het teken vóór de invoegpositie en met de
toets delete verwijdert u het teken na de invoegpositie.
Gebruik de knop Undo (Ongedaan maken) om bewerkingen in een tekstvak on-
gedaan te maken en naar de oorspronkelijke waarde terug te keren.
105
Patiënten en onderzoeken beheren
Philips 3000 096 33491

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3000 096 33491