Advertenties
Bijlage
11.4.10
Overdracht van patiëntinformatie
Patiëntinformatie die via het netwerk met het systeem wordt uitgewisseld, is niet gecodeerd. U kunt uw
eigen beleid betreffende veilig doorsturen implementeren om patiëntinformatie op uw netwerk te
beveiligen.
11.4.11
Overdracht van servicegegevens
Bij de door het systeem gestarte overdracht van logboekbestanden wordt een versleuteld end-to-end
kanaal met SSL en certificaten gebruikt. De logboekbestanden die via de SSL-verbinding worden
verzonden, bevatten geen persoonlijke gegevens.
De VPN-tunnel van het Philips RSN biedt een veilig kanaal via internet voor toegang op afstand tot het
systeem wanneer Service is ingeschakeld op het systeem. Neem contact op met de serviceafdeling voor
meer informatie over de RSN-voorzieningen.
11.4.12
Beveiliging tegen malware
Deze apparatuur bevat beveiligingssystemen tegen malware.
Als beveiliging tegen malware wordt een whitelist toegepast. Wanneer whitelist-beschermingssoftware
is geïnstalleerd, wordt iedere niet-vertrouwde software die niet op de whitelist staat, geblokkeerd.
Zonder het juiste onderhoud van de computerbeveiliging kan de effectiviteit van deze voorzieningen in
de loop van de tijd verminderen, aangezien malware voortdurend wordt veranderd om nieuwe
kwetsbare plekken aan te vallen.
Philips Medical Systems analyseert systematisch informatiebronnen die betrekking hebben op
kwetsbare plekken in de computerbeveiliging om het risico van de computerbeveiliging voor de
systemen te beoordelen. Om de juiste werking van het systeem te kunnen garanderen, kan Philips
Medical Systems specifieke klant- of serviceacties adviseren of een klantadvies uitbrengen om de
beschermingsmechanismen van het systeem bij te werken, te wijzigen of te vervangen zoals in dit
document staat beschreven.
De meest recente informatie, inclusief de beleidsverklaring inzake productbeveiliging en aanbevolen
klantacties vindt u op:
www.philips.com/productsecurity
OPMERKING
Ondanks preventieve maatregelen die al zijn geïmplementeerd, blijft er een kleine kans bestaan dat het
systeem met malware geïnfecteerd raakt. Als er malware wordt gedetecteerd of als er, ook na
uitschakelen en weer inschakelen, sprake is van herhaald onverwacht gedrag of verminderde prestaties,
dient u de technische ondersteuning te bellen voor een controle. Wanneer bij controle wordt bevestigd
dat de apparatuur geïnfecteerd is, zorg er dan voor dat er maatregelen worden getroffen om de
infectiebron in te perken en te verwijderen. De technische ondersteuning zal de software van het
systeem opnieuw installeren om het systeem te herstellen naar de gespecificeerde instellingen. De
technische ondersteuning kan ook ondersteuning bieden bij het verkrijgen van toegang tot het
onderzoeksverslag van het systeem, dat nuttige informatie voor het onderzoek kan bieden.
11.4.13
Audit trail
Gebeurtenissen voor audit trails worden vastgelegd door het systeem. Deze gebeurtenissen voor audit
trails bevatten gebruikersacties met patiëntinformatie en het systeem.
Zenition 30 Uitgave 1.0 Gebruiksaanwijzing
U dient regelmatig de gepubliceerde status van de computerbeveiliging van het
systeem te controleren via bovenstaande koppeling.
307
Beveiligings- en privacyvoorzieningen
Philips 3000 096 33491
Advertenties
