Veiligheid
WAARSCHUWING
Interventieprocedures: Deze apparatuur is bestemd voor procedures waarbij het huiddosisniveau bij
normaal gebruik hoog genoeg is om deterministische effecten te kunnen veroorzaken. Het is van
vitaal belang dat u strikt alle veiligheidsaanwijzingen voor dit type procedure in acht neemt.
OPMERKING
2.11.1
Beheer huiddosis
Bij langdurige interventieprocedures kunnen huiddosisniveaus bij normaal gebruik hoog genoeg zijn om
deterministische effecten te veroorzaken.
De risico's en voordelen van een bepaalde procedure moeten klinisch worden beoordeeld.
Dit systeem beschikt over verschillende instelbare verwervingsmodi die elk een verschillende
beeldkwaliteit produceren door een verschillend dosistempo te gebruiken. Gebruik de beste
verwervingsmodus voor de procedure.
2.11.2
Stralingsrichtlijnen
Neem bij het uitvoeren van bestralingen de volgende richtlijnen in acht:
•
Dien geen straling toe wanneer dit niet noodzakelijk is.
•
Dien straling zo kort mogelijk toe.
•
Gebruik waar mogelijk de automatische dosisregeling.
•
Houd zo veel mogelijk afstand tot het bestraalde object/de röntgenbron.
•
Draag een loodschort en andere beschermende kleding indien van toepassing.
•
Gebruik badges om het ontvangen stralingsniveau te bewaken, in overeenstemming met de lokale
regelgeving.
•
Gebruik de laserrichtapparaten in plaats van doorlichting om het interessegebied te bepalen.
•
Gebruik indien mogelijk doorlichting (of roadmap) met een lage dosis of normale dosis in plaats van
hogere dosisniveaus en in plaats van andere acquisitiemodi om de dosis te reduceren.
•
Collimeer zo veel mogelijk m.b.v. de pre-indicatoren (op het LIH-beeld). Raadpleeg
shutteraanpassingen in laatste beeld vasthouden (Pagina 132)
•
Houd de afstand van focuspunt tot huid (object) zo groot mogelijk om de geabsorbeerde dosis te
reduceren.
•
Verwijder alle supplementaire belemmerende objecten uit de primaire straal, met inbegrip van uw
handen.
•
De röntgenbron moet in principe onder de tafel worden geplaatst om blootstelling aan verstrooide
straling te reduceren.
•
Houd rekening met eventuele ongewenste effecten van materialen die zich in de röntgenstraal
bevinden, bijvoorbeeld de operatietafel.
•
Plaats het mobiele weergavestation zodanig dat het indicatielampje voor röntgen aan zichtbaar is
voor alle personen en vanuit alle posities in de kamer.
2.11.3
Pediatrische stralingsrichtlijnen
Besteed extra aandacht aan de beeldvorming als de patiënt een andere lengte of omvang heeft dan
een gemiddelde volwassene. Neem bij het uitvoeren van pediatrische bestralingen de volgende
richtlijnen in acht:
Zenition 30 Uitgave 1.0 Gebruiksaanwijzing
Bij radioscopiegebeurtenissen die langer duren dan 0,5 seconden, kan de radioscopie
minder dan 0,1 seconden duren vanaf het moment dat de laborant de knop loslaat
(voetschakelaar/handschakelaar). Bij radioscopiegebeurtenissen van 0,5 seconden
of minder kan de radioscopie minder dan 0,5 seconden duren vanaf het moment dat
de laborant de knop loslaat (voetschakelaar/handschakelaar).
24
Stralingsveiligheid
Collimator- en
voor meer informatie.
Philips 3000 096 33491