Download Print deze pagina

Philips Zenition 30 Gebruiksaanwijzing pagina 298

Uitgave 1.0

Advertenties

Begrippenlijst
Nabewerking
Het uitvoeren van activiteiten voor het analyseren en manipuleren van beelden na acquisitie.
Referentiemonitor
Dit is de secundaire monitor voor het weergeven van beelden, die wordt gebruikt als referentie.
Bekijken
Het bekijken en nabewerken van beelden nadat een onderzoek is voltooid.
Evaluatiestatus
Op het moment dat de beelden van een patiënt worden beoordeeld, wordt de Evaluatiestatus
toegekend. De patiënt behoudt deze status totdat er een andere patiënt wordt beoordeeld. Er is slechts
één patiënt met deze status.
Roadmap
Weergave van doorlichtingsbeelden op een vasculaire achtergrond.
Roadmap CO2
Weergave van doorlichtingsbeelden op een vasculaire achtergrond als CO2-contrastmiddel wordt
gebruikt voor het maskerbeeld.
Runcyclus
Dynamische beoordeling van beelden binnen één run.
Status Gepland
Een patiënt heeft de status Gepland direct na het invoeren of ophalen van patiëntinformatie uit het
RIS/ZIS. De patiënt behoudt deze status totdat acquisitie wordt uitgevoerd.
Statische weergave
Weergave waarbij de functie Runcyclus is uitgeschakeld.
Subtractie
Weergave van belichtingsbeelden voor het verkrijgen van een achtergrond met een vasculaire structuur.
Trace
Weergave van (live)belichtingsbeelden met maskersubtractie en maximale opaciteit.
USB-opslag
Het mobiele weergavestation is voorzien van aansluitingen voor USB-geheugenapparatuur, zoals USB-
geheugenstations.
View Trace (piekopaciteit)
View Trace gebruikt geacquireerde beelden om tijdens de nabewerking een vasculaire-
boomachtergrond te verkrijgen.
Weergeven
Het bekijken van beelden tijdens en/of net na de acquisitierun.
Zenition 30 Uitgave 1.0 Gebruiksaanwijzing
298
Definities en termen
Philips 3000 096 33491

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3000 096 33491