Download Print deze pagina

Philips Zenition 30 Gebruiksaanwijzing pagina 130

Uitgave 1.0

Advertenties

Bediening
Of
OPMERKING
3
Tik op de knop Auto (Automatisch) om de automatische helderheid- en contrastfunctie in te
schakelen. Met deze functie wordt een optimale beeldkwaliteit verkregen op basis van de
beeldinhoud.
De functie is niet van invloed op de positie van de schuifregelaar voor contrast en helderheid.
De schakelknop Auto (Automatisch) wordt weergegeven als actief (gele rand) als deze functie is
ingeschakeld. De knop wordt weergegeven als inactief (geen rand) als Auto (Automatisch) is
uitgeschakeld.
De nieuwe contrast- en helderheidsinstelling wordt toegepast op alle beelden op de
onderzoeksmonitor. De instelling wordt niet toegepast op een beeld dat reeds is geparkeerd op de
referentiemonitor.
OPMERKING
U kunt het contrast en de helderheid ook aanpassen bij het nabewerken van beelden. Raadpleeg
Contrast en helderheid aanpassen (Pagina 160)
5.18.3
Beelden roteren
Beelden kunnen worden geroteerd tijdens de röntgenacquisitie of als het symbool van laatste beeld
vasthouden wordt weergegeven op de onderzoeksmonitor.
Het is niet mogelijk een beeld te draaien als er een omtrektekening aanwezig is. Als er wordt
geprobeerd het beeld te roteren terwijl er een tekening aanwezig is, wordt het beeld niet gedraaid en
wordt er een waarschuwing weergegeven op de onderzoeksmonitor en het touchscreen van de C-boog.
Als de zoom-, meet-, annotatie- of omtreknabewerkingsfunctie is toegepast op het laatste beeld
vasthouden, wordt het beeld niet gedraaid.
1
Roteer het beeld door de beeldrotatieknop in een cirkelbeweging rechtsom of linksom te verslepen
op het touchscreen van de C-boog.
Wanneer een beeld wordt gedraaid, worden de shutterregelaars, shuttermarkers en de indicatoren
ook gedraaid rondom het middelpunt van het beeld.
Vierkante beelden worden weergegeven wanneer de beeldrotatie dicht bij 0, 90, 180 of 270 graden
(± 2 graden) ligt en er geen detectorzoom wordt gebruikt. Als er een vierkant beeld wordt
weergegeven, schakelt het beeld over op een rond beeld als het wordt geroteerd. Als het beeld
wordt geroteerd in de buurt van 0, 90, 180 of 270 graden (± 2 graden), wordt er weer een vierkant
beeld weergegeven.
Een rond beeld dat wordt weergegeven in het laatste vastgehouden beeld blijft altijd rond,
ongeacht de toegepaste rotatie.
2
Als u het beeld wilt herstellen naar de oorspronkelijke positie, sleept u het beeldrotatiepictogram
terug naar de oorspronkelijke positie op het touchscreen van de C-boog.
Zenition 30 Uitgave 1.0 Gebruiksaanwijzing
Sleep de regelaar op het touchscreen omlaag om de helderheid en het contrast te verlagen.
Wijzigingen die worden aangebracht in contrast en helderheid op het
touchscreen van de C-boog, zijn ook van invloed op de weergave op de
onderzoeksmonitor. Het effect van deze wijzigingen kan op de onderzoeksmonitor
sterker zijn vanwege de verschillen in contrast en helderheid tussen de
onderzoeksmonitor en het touchscreen van de C-boog.
Gebruik het touchscreen van de C-boog niet als leidend scherm om de
beeldkwaliteit te beoordelen. Gebruik in plaats daarvan de onderzoeksmonitor
van het mobiele weergavestation.
voor meer informatie.
130
Essentiële beeldfuncties
Philips 3000 096 33491

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3000 096 33491