Zwenkaandrijvingen SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1
met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1
4.
Aanvullende informatie bij de legenda van het schakelschema
Informatie A:
Informatie B:
Informatie D:
Informatie E:
Informatie F:
Informatie G:
8
Indien de zwenkaandrijving is voorzien van een signaalgever (S5), kan met
de signaalgever het knippersignaal „aandrijving in bedrijf" worden gereali-
seerd (contacten openen en sluiten).
Richting DICHT:
Richting OPEN:
In de eindstand blijven de contacten gesloten.
Indien de aandrijving wordt aangestuurd met een extern PLC-systeem, kan
het knippersignaal via DIP-schakelaars (tabel 6, bladzijde 30) worden uitge-
schakeld.
De wijze van afschakelen in de eindstanden wordt door de fabrikant van de
afsluiter voorgeschreven. D instelling wordt gerealiseerd met behulp van de
programmeerschakelaars S1-2 en S3-2 (zie bladzijde 30). Indien de draai-
momentschakelaar vóór het bereiken van de eindstand wordt aangespro-
ken, wordt de aandrijving afgeschakeld en wordt een storingsmelding gege-
nereerd.
Bij draaimomentafhankelijk afschakelen worden de wegschakelaars
gebruikt voor de terugmelding. De wegschakelaars dienen zo te worden
ingesteld, dat de desbetreffende schakelaar kort voor het bereiken van de
eindstand wordt aangesproken. Indien de draaimomentschakelaar voor de
wegschakelaar aangesproken wordt, wordt de aandrijving afgeschakeld en
wordt een storingsmelding gegenereerd.
Voor meer programmeermogelijkheden, bijv. afstandsbediening met over-
neemcontacten, zie tabel 6, bladzijde 30.
De hieronder vermelde storingen worden geregistreerd en kunnen als een
potentiaalvrije verzamelstoringsmelding aan de controlekamer worden door-
gegeven:
- Stroomuitval
- Fasenuitval
- Motorbescherming is aangesproken
- Draaimomentschakelaar aangesproken vóór het bereiken van de eindstand
Deze storingsmelding kan op de logica-printplaat worden uitgeschakeld,
zie tabel 6, bladzijde 30.
Ingangssignalen conform DIN 19 240.
De nominale stroom van de ingangen X
Indien de interne spanning 24 V DC voor de aansturing op afstand wordt
gebruikt, mag alleen via potentiaalvrije contacten worden geschakeld.
Bij een verkeerde fasenvolgorde wordt het draaiveld automatisch aangepast
door de fasen om te keren. Bij fasenuitval stopt de zwenkaandrijving.
De storing wordt via LED V14 op de interfaceprintplaat weergegeven
(zie bladzijde 29). Voor storingsmeldingen, zie informatie D.
Voor meldingen zijn potentiaalvrije contacten beschikbaar. De interne
voedingsspanning (X
11/+24 V resp. X
K
voor externe lampen, relais enz.
Bedieningsinstructies
Aansluitingen X
6 - X
K
Aansluitingen X
6 - X
K
2, X
3 en X
4 is 10 – 15 mA.
K
K
K
5/– 24V) mag niet worden gebruikt
K
7
K
8
K