Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Op Afsluiter - AUMA SG 05.1 Bedieningsinstructies

Met besturingseenheid matic am 01.1
Verberg thumbnails Zie ook voor SG 05.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningsinstructies
7.

Montage op afsluiter

Zwenkaandrijvingen SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1
.
Vóór de montage de zwenkaandrijving op beschadigingen
.
controleren. Beschadigde onderdelen dienen door origi-
nele onderdelen te worden vervangen.
Na de montage de zwenkaandrijving op lakbeschadigingen
controleren. Indien door montagewerkzaamheden lakbe-
schadigingen zijn ontstaan, dienen de beschadigde plek-
ken zorgvuldig bijgewerkt te worden om corrosievorming
.
te voorkomen.
Bij vlinderkleppen adviseren wij om bij de montage uit te gaan van de
eindstand DICHT (de zwenkaandrijving vóór de montage tot aan de eind-
.
aanslag DICHT brengen door het handwiel met de wijzers van de klok
mee (rechtsom) te draaien).
Bij kogelkranen wordt geadviseerd om bij montage uit te gaan van de
eindstand OPEN (de zwenkaandrijving vóór de montage tot aan de
mechanische eindaanslag OPEN brengen door het handwiel tegen de
.
wijzers van de klok in (linksom) te draaien).
.
De contactvlakken van de aansluitflenzen aan de zwenkaandrijving en de
.
afsluiter zorgvuldig ontvetten.
De as van de afsluiter licht invetten.
De koppelbus op de as van de afsluiter plaatsen en borgen (zie afbeel-
.
ding 2, figuur A of B). Hierbij de afmetingen X, Y resp. Z (zie tabel 1)
.
aanhouden.
De vertanding van de koppelbus met een zuurvrij vet goed invetten.
De aandrijving zodanig plaatsen dat de boorgaten voor de bevestigings-
bouten van de aandrijving resp. van de afsluiterflens op één lijn liggen.
Indien nodig de aandrijving op de koppelbus met één tand verstellen.
.
Eventueel dient het handwiel in de richting OPEN resp. DICHT gedraaid
.
te worden tot de boorgaten in één lijn liggen.
Erop letten dat de afsluiterflens gecentreerd is en volledig past.
De aandrijving met bouten (tenminste kwaliteit 8.8) en veerringen beves-
tigen; de bouten gelijkmatig en kruisgewijs met een draaimoment volgens
tabel 1, bladzijde 11 aantrekken.
Afb. 2
Koppelbus
Draadeind
X
Tabel 1: Afmetingen voor koppelbussen/aantrekmomenten voor bouten
Type
X max
SG/SGR 05.1-F05
5
SG/SGR 05.1-F07
5
7
SG/SGR 07.1-F07
7
SG/SGR 07.1-F10
SG/SGR 10.1-F10
10
SG/SGR 10.1-F12
10
SG/SGR 12.1-F12
10
SG/SGR 12.1-F14
10
met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1
A
B
Y
Afsluiter
Y max
Z max
3
60
3
60
3
60
3
60
3
77
3
77
6
100
6
100
Z
8.8
T
[Nm]
A
4 x M 6
11
4 x M 8
25
4 x M 8
25
4 x M 10
51
4 x M 10
51
4 x M 12
87
4 x M 12
87
4 x M 12
87
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sg 07.1Sg 10.1Sg 12.1Sgr 05.1Sgr 07.1Sgr 10.1 ... Toon alles

Inhoudsopgave