Bedieningsinstructies
10. Instelling eindaanslagen van zwenkaandrijvingen op kogelkranen
10.1 Eindaanslag OPEN instellen
10.2 Eindaanslag DICHT instellen
10.3 Wegschakelaar OPEN
instellen
Zwenkaandrijvingen SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1
Voor aandrijvingen op vlinderkleppen, zie bladzijde 14, hoofdstuk 9.
De instelwerkzaamheden kunnen uitsluitend worden uitgevoerd als de
.
afsluiter nog niet in een leiding gemonteerd is.
.
Bij uitlevering van een zwenkaandrijving zonder afsluiter:
zeskantbouten (03, afbeelding 7) zijn losgedraaid.
Bij uitlevering van een aandrijving samengebouwd met een
afsluiter: zeskantbouten (03, afbeelding 7) zijn aangetrokken.
Eindaanslagen en wegschakelmechanisme zijn in dit geval
reeds ingesteld en hoeven alleen gecontroleerd te worden.
.
.
Als de zeskantbouten (03, afbeelding 7) zijn aangetrokken:
deze met ca. 3 omwentelingen losdraaien.
Het handwiel tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien (in de rich-
ting OPEN), tot de afsluiter geopend is (eindstand OPEN).
Hierbij controleren of eindaanslag (10) meedraait. Mocht dit niet het geval
.
zijn, eindaanslag (10) tegen de wijzers van de klok in (linksom) tot aan de
aanslag draaien.
Indien eindstand OPEN overschreden is:
.
met behulp van het handwiel meerdere omwentelingen terugdraaien en
eindstand OPEN opnieuw benaderen.
Eindaanslag (10) 1/8 slag met de wijzers van de klok mee (rechtsom)
terugdraaien (beschermkap (16) mag hierbij niet worden losgedraaid).
Eindaanslagen dienen ter bescherming van de afsluiter!
De eindaanslagen dienen zodanig ingesteld te worden dat
deze onder normale bedrijfsomstandigheden niet benaderd
.
hoeven te worden.
Zeskantbouten (03) met een aantrekmoment van 25 Nm kruisgewijs
aantrekken.
Afb. 7: Eindaanslag OPEN instellen
16
De hoekverdraaiing is in de fabriek op de gewenste waarde ingesteld.
De eindaanslag DICHT hoeft derhalve niet meer ingesteld te worden.
Na het instellen van de eindaanslag OPEN kan de wegschakelaar voor de
eindstand OPEN (bladzijde 18, hoofdstuk 13.) direct worden ingesteld. Hier-
voor dient de schakelruimte geopend en het schijfje van de mechanische
standaanwijzing gedemonteerd te worden (zie bladzijde 17, hoofdstuk 12.).
met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1
10
03
15