Bedieningsinstructies
16. Proefdraaien
16.1 Draairichting controleren
Zwenkaandrijvingen SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1
Deze controle is alleen bij wandbeugelmontage noodzakelijk.
Bij de directe montage van de besturing AUMA MATIC op de aandrijving is
door de automatische fasencorrectie de juiste draairichting gegarandeerd,
.
ook als bij de installatie de fasen worden verwisseld.
Schijfje mechanische standaanwijzing op de as plaatsen.
De draairichting van het schijfje (afbeelding 14) geeft de draairichting van
de aandrijving aan.
Afb. 14: Schijfje mechanische
standaanwijzing
OPEN
.
.
Aandrijving handmatig in de tussenstand resp. naar een positie met
voldoende afstand ten opzichte van de eindstand brengen.
Keuzeschakelaar in de stand lokale bediening (I) plaatsen (afbeelding
15).
Afb. 15: Keuzeschakelaar LOKAAL
.
.
Voedingsspanning inschakelen.
Drukknop DICHT (afbeelding 16) indrukken en draairichting bekijken:
als het schijfje van de mechanische standaanwijzing met de wijzers van
de klok mee draait, is de draairichting correct.
Afb. 16: Drukknop DICHT
Bij verkeerde draairichting direct uitschakelen.
Vervolgens fasenvolgorde in de aansluitkabel van de wand-
beugel naar de aandrijving corrigeren en test herhalen.
met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1
DICHT
Afb. 17: Drukknop STOP
21