De camera inschakelen
Het batterijniveau controleren
Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau
een van de volgende zes niveaus. Een knipperend batterijpictogram
(b) geeft aan dat de batterij bijna leeg is.
Levensduur batterij
Temperatuur
Geen flits
50% flits
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E6-
batterij, zonder Live view-opnamen, en de testcriteria van de CIPA (Camera &
Imaging Products Association).
Batterijgreep BG-E7 verdubbelt het aantal mogelijke opnames ongeveer met twee
geplaatste LP-E6-batterijen. Met AA/LR6-alkalinebatterijen is het aantal mogelijke opnamen
bij 23 °C circa 400 opnamen zonder flits en circa 300 opnamen met flitsgebruik van 50%.
Het aantal mogelijke opnamen neemt af bij een van de volgende bewerkingen:
• Wanneer de ontspanknop voor langere tijd half wordt ingedrukt.
• Wanneer AF vaak wordt geactiveerd zonder dat er een opname wordt gemaakt.
• Wanneer het LCD-scherm vaak wordt gebruikt.
• Wanneer Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het objectief wordt gebruikt.
Voor de bediening van het objectief wordt ook stroom van de batterij
gebruikt. Afhankelijk van het gebruikte objectief kan het maximumaantal
opnamen lager zijn.
Zie pagina 133 voor informatie over de gebruiksduur van de batterij bij
het maken van Live view-opnamen.
Zie het menu [7 Accu info] om de status van de batterij verder te
controleren (pag. 230).
Als AA-/LR6-batterijen worden gebruikt in batterijgreep BG-E7, wordt
een indicator met vier niveaus weergegeven. ([
weergegeven.)
28
Pictogram
Niveau (%) 100 - 70 69 - 50 49 - 20 19 - 10
Bij 23 °C
Circa 1.000
Circa 800
9 - 1
Bij 0 °C
Circa 900
Circa 750
/
] wordt niet
0