Problemen oplossen
De ingebouwde flitser werkt niet.
Als u continu en met slechts korte tussenpozen opnamen maakt met
de ingebouwde flitser, kan de flitser mogelijk tijdelijk niet worden
gebruikt om de flitsereenheid te beschermen.
De externe flitser werkt niet.
Controleer of de externe flitser (of het pc-synchronisatiesnoer)
goed is bevestigd op de camera.
Als u een flitser van een ander merk gebruikt in combinatie met
Live view-opnamen, stelt u het menu [z Stille opname] in op
[Uitschakelen] (pag. 137).
De camera maakt geluid wanneer deze wordt geschud.
Het uitschuifmechanisme van de flitser beweegt een beetje. Dit is normaal.
De sluiter maakt bij Live view-opnamen twee opnamegeluiden.
Als u de flitser gebruikt, maakt de sluiter bij iedere opname twee
geluiden (pag. 133).
Er kunnen geen Live view-opnamen worden gemaakt.
Gebruik voor Live view-opnamen een geheugenkaart (een kaart van
het type harde schijf wordt niet aanbevolen). Een kaart van het type
harde schijf functioneert in een lager temperatuurbereik dan normale
geheugenkaarten. Als de temperatuur te hoog oploopt, kan het maken
van Live view-opnamen tijdelijk worden onderbroken om schade aan
de harde schijf van de kaart te voorkomen. Wanneer de temperatuur in
de camera weer daalt, kan het maken van Live view-opnamen weer
worden hervat (pag. 146).
De functie van de knop of het instelwiel van de camera is veranderd.
Controleer de instelling met behulp van [8C.Fn IV -1: Custom
bediening] (pag. 215).
246