a: Handmatige belichting
In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens
in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of
gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting
te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
Standaardbelichtingsmarkering
Markering belichtingsniveau
Als [2 Auto Lighting Optimizer/Auto Helderheid Optimalisatie]
(pag. 75) is ingesteld op iets anders dan [Deactiveren], kan de opname
nog steeds licht zijn, zelfs wanneer er een kortere belichting is ingesteld.
102
Stel het programmakeuzewiel in
1
op <a>.
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
2
Draai aan het instelwiel <6> om de
sluitertijd in te stellen.
Om het diafragma in te stellen, stelt u
de schakelaar van het snelinstelwiel
in op <J> en draait u aan het
instelwiel <5>.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Druk de ontspanknop half in.
De belichtingsinstelling wordt weergegeven
in de zoeker en op het LCD-paneel.
Het pictogram voor het
belichtingsniveau <s> geeft aan hoe
ver u bent verwijderd van het
standaardbelichtingsniveau.
Stel de belichting in.
4
Controleer het belichtingsniveau en
stel de sluitertijd en het diafragma in.
Maak de opname.
5