Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Transport Op De Openbare Weg - Amazone KE 3 Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

18.0 Transport
op de openbare weg
Bij het transport op openbare wegen en
straten moeten de trekker en de grondbe-
werkingsmachine of de zaaicombinatie
voldoen aan de geldende verkeerswetge-
ving. De eigenaar en de bestuurder zijn er
verantwoordelijk voor dat het voertuig
voldoet aan deze wetgeving. Men dient o.a.
op het volgende te letten:
1.
De maximaal toegestane rijsnelheid.
2.
Toelaatbare asbelastingen en totaal-
gewichten!
De voorasbelasting van de trekker moet
bij het transport van de machine of van
de machinecombinatie minstens gelijk
zijn aan 20% van het leeggewicht van
de trekker. Anders is de trekker niet
meer voldoende veilig te besturen. Zo-
nodig frontgewichten aanbrengen. De
toelaatbare achterasbelasting mag niet
worden overschreden. Bovendien moet
worden gelet op het toelaatbare totaal-
gewicht van de trekker.
3.
Toelaatbare transportafmetingen! Een
transportbreedte van 3 m mag niet wor-
den overschreden.
4.
Meerijden en transport op de machine
zijn niet toegestaan!
5.
Rijeigenschappen-, stuur- en remver-
mogen worden door aangebouwde en
getrokken machines en ballastgewich-
ten beïnvloed. Daarom letten op voldo-
ende stuur- en remeigenschappen!
6.
Bij het nemen van bochten rekening
houden met het uitzwaaien en de mas-
sa van de machine!
7.
Transportuitrusting, zoals bijv. ver-
lichting, waarschuwingsinrichtingen en
beschermingsinrichtingen, controleren
en monteren:
-
Getrokken machines voor (Fig. 18.1/
1) en achter (Fig. 18.2/1) met rood-
wit gestreepte waarschuwingsbor-
den uitrusten. De afstand tussen de
bovenkant van het waarschuwings-
bord en de rijbaan mag max. 1,5 m
bedragen. Waarschuwingsborden
tot op max. 10 cm afstand van de
buitenkant van de machine aanbren-
gen!
-
Bij het transport van de grondbe-
werkingsmachine zonder zaaima-
chine mag de verlichting van de
trekker niet worden afgeschermd!
-
Als de grondbewerkingsmachine
wordt getransporteerd in combina-
tie met een zaaimachine, dan moet
de wettelijk toegelaten opsteekver-
lichting op de verlichtingsdragers
van de zaaimachine worden gesto-
ken, aan de bovenkant voor de ver-
lichting in rijrichting en beneden voor
de verlichting naar achteren! Afge-
beeld is de vast gemonteerde ver-
lichting (Fig. 18.2/2), die ook op het
land niet wordt afgenomen. Tot deze
verlichting behoren ook twee ach-
terlichten (Fig. 18.2/4) en twee re-
flectoren, die aan de precisietoe-
strijker gemonteerd moeten worden.
-
De naar achteren wijzende tanden
van de precisietoestrijker moeten
met de beveiligingsplank (Fig. 18.2/
3) worden afgedekt (extra uitrusting)!
Zaaimachine voor het transport slechts
zover heffen, dat de volgende afstan-
den niet worden overschreden:
Bovenkant achterlichten tot rijweg:
Afstand max. 1550 mm,
Reflector tot rijweg:
Afstand max. 900 mm.
Verdere gegevens voor het transport van
de zaaimachine vindt u in de bedienings-
handleiding van de zaaimachine!
8.
Verlichting controleren voor u begint te
rijden.
9.
Bij het rijden op de openbare weg met
een geheven machine moet de bedie-
18 - 1
KG 2
b140-06.99

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kg 2

Inhoudsopgave