Fig. 2.11
Voor de rotorkopfrees (Fig. 2.11/1) vormt
zich een grondwal, die oneffenheden op-
vult.
Stro en ander organisch materiaal worden
oppervlakkig ingewerkt.
De van gehard veerstaal gemaakt tanden
zorgen voor een rustige loop van de grond-
bewerkingsmachine.
Door de lange tanden ontstaat bij de inwer-
king van stro een grote vrije ruimte.
De ronde tandhouders (Fig. 2.11/1) voor-
2
1
komen het inklemmen van stenen. De tan-
den zijn in gleuven (Fig. 2.11/2) bevestigd,
die zo gevormd zijn, dat de tanden verend
kunnen uitwijken voor stenen of andere
hindernissen.
KE/KG 2/3
2 - 9
b144-06.99