Pagina 1
Gebruikshandleiding Rotorkopeggen KE 3 Rotorkopfrezen KG 2 Voor de ingebruikname MG 525 de gebruikshandleiding B 144-1 NL 06.99 en veiligheidsaanwijzingen Printed in Germany lezen en in acht nemen!
Pagina 3
Vorwort 1 - 1 AMAZONE-rotorkopeggen KE en rotorkopfrezen KG zijn kwaliteitsproducten uit het omvangrijke productenpakket van AMAZONEN-Werke, H. Dreyer GmbH & Co. KG. Voor een storingvrij gebruik bevelen wij u aan deze bedieningshandleiding zorgvuldig door te lezen en de aanbevelingen steeds nauwkeurig in acht te nemen.
1 - 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Seite Machinegegevens ................1 Gebruiksdoel ..................1 Fabrikant ....................1 Conformiteitsverklaring ................. 1 Gegevens bij informaties en bestellingen ..................1 Gegevens geluidssterkte ..................2 Gebruik overeenkomstig het doel van de machine ......2 Fabrieksplaatje ..................3 Technische gegevens - rotorkopeggen ..........
Pagina 5
1 - 3 Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker .................. 7 3.6.1 Algemene veiligheids- en ongevallenpreventieregels ......7 3.6.2 Algemene veiligheids- en ongevallenpreventieregels voor aanbouwmachines aan de driepuntshefinrichting van de trekker ..................8 3.6.3 Algemene veiligheids- en ongevallenpreventieregels bij het gebruik van een aftakas ............. 9 3.6.4 Algemene veiligheids- en ongevallenpreventieregels...
Pagina 6
..................7 Buiten werking stellen van de koppelas na het werk .................... 8 Bevestiging van de AMAZONE-rol en werkdiepte-instelling van de grondbewerkingsmachine ....1 Bevestiging van de tandenpakkerrollen PW 420 en PW 500 en de steunrol SW ................. 1...
Pagina 7
Aanbouwzaaimachines aankoppelen ..........1 12.1 Werken met een zaaicombinatie zonder pakkerrol ........... 2 12.2 Montage van de ”verstelbare aankoppelingsdelen ” ............3 13.0 AMAZONE-systeem ”Huckepack” (extra uitrusting) .................. 1 13.1 Montage A-S “Huckepack 2” ................2 13.2 Montage A-S “Huckepack 3” ................4 13.3...
Pagina 8
1 - 6 14.2 Buiten werking stellen ................1 14.3 Montage van de egalisatiebalk ............. 2 15.0 Sporenlossers (extra uitrusting) ............1 15.0 Sporenlossers (extra uitrusting) ............1 15.1 Instellingen voor het werk op het land ..........2 15.2 Instellingen na het werk ................ 2 15.3 Montage van de sporenlossers ............
2 - 1 Gegevens Machinegegevens bij informaties Gebruiksdoel en bestellingen De AMAZONE-rotorkopeggen KE en de Voor de bestelling van extra toebehoren en AMAZONE-rotorkopfrezen KG zijn geschikt onderdelen altijd type-omschrijving en voor de gebruikelijke toepassingen voor machinenummer machine de grondbewerking in combinatie met een aangeven.
Gebruik overeenkomstig Bij opzet of grove nalatigheid van de het doel van de machine fabrikant of een leidinggevende werknemer De AMAZONE-rotorkopeggen KE en de en in gevallen, waar volgens de wet bij AMAZONE rotorkopfrezen KG zijn fouten van de machine aansprakelijkheid...
Het fabrieksplaatje (Fig. 2.1) is authentiek en mag niet woren veranderd of onherken- baar worden gemaakt! Noteert u hier het machinenr. van uw machine. Machine type: AMAZONE Rotorkopeg KE ......... AMAZONE Rotorkopfrees KG ......Fig. 2.1 Machinenr.: ........KE/KG 2/3...
2480 kg opbouwzaaimachine RP-AD 2 t144nl01 Gebruiksmogelijkheden 2.10 Toepassingen van de rotorkopeg van de rotorkopeg De AMAZONE rotorkopeg kan gebruikt De AMAZONE-rotorkopeg kan worden ge- worden bruikt voor als solomaschine met tandenpakker-, grondbewerking of bandenpakker-, ringrol of steunrol zaaibedbereiding...
Pagina 13
2 - 5 KE 253 16t111 Fig. 2.2 KE 303 16t110 Fig. 2.3 KE 403 16t112 Fig. 2.4 KE/KG 2/3 b144-06.99...
2 - 6 2.11 Technische gegevens rotorkopfrezen AMAZONE-Rotorkopfrezen KG 252 KG 302 KG 402 KG 452 KG 602 (z. Fig. 2.5) (z. Fig. 2.6) (z. Fig. 2.7) (z. Fig. 2.8) Werkbreedte 2,5 m 3,0 m 4,0 m 4,5 m 6,0 m...
Pagina 15
2 - 7 KG 302 16t052 Fig. 2.5 KG 402 16t055 Fig. 2.6 KG 452 16t056 Fig. 2.7 KG 602 16t057 Fig. 2.8 KE/KG 2/3 b144-06.99...
2 - 8 2.14 Werkwijze van rotorkopeg en rotorkopfrees De tanden van de rotorkopeg staan slepend. van de rotorkopfrees staan “stekend ”. De “stekend” staande tanden van de rotor- kopfrees breken de grond open en verklei- nen de gronddelen. De “stekend” staande tanden trekken de rotorkopfrees de grond in.
Pagina 17
2 - 9 Fig. 2.11 Voor de rotorkopfrees (Fig. 2.11/1) vormt komen het inklemmen van stenen. De tan- zich een grondwal, die oneffenheden op- den zijn in gleuven (Fig. 2.11/2) bevestigd, vult. die zo gevormd zijn, dat de tanden verend Stro en ander organisch materiaal worden kunnen uitwijken voor stenen of andere oppervlakkig ingewerkt.
2 - 10 2.15 Bij het verladen in acht nemen Grondbewerkingsmachines zonder rol moeten bij het verladen, zoals getoond in Fig. 2.12, aan een kraanhaak worden ge- hangen. Grondbewerkingsmachines met rol moe- ten bij het verladen, zoals getoond in Fig. 2.13, aan een kraanhaak worden gehan- gen.
3 - 1 Veiligheid Kwalificatie van de bedie- ningspersoon Voor een storingvrij gebruik bevelen wij u aan deze gebruikshandleiding zorgvuldig De grondbewerkingsmachine mag uitslui- door te lezen en de aanbevelingen steeds tend door personen worden gebruikt, on- nauwkeurig in acht te nemen. derhouden en afgesteld, die ermee ver- Overtuig u ervan dat elke bedieningsper- trouwd zijn en op de hoogte zijn van de...
3 - 2 Waarschuwings- en aanwij- zingsstickers op de machi- De aanwijzingsstickers, bijv.: De waarschuwingsstickers, bijv.: 951790 Geven de gevaarlijke plaatsen van de geven bijzonderheden van de machine aan, machine aan. Het in acht nemen van de die belangrijk zijn voor storingvrij gebruik teksten op deze waarschuwingsstickers is van de machine.
Pagina 21
3 - 3 De bevestigingsplaatsen van de waarschu- Houdt de waarschuwings- en aanwijzings- wings- en aanwijzingsstickers op de ma- stickers op de machine altijd schoon en in chine zijn aangegeven in Fig. 3.1. De verkla- goed leesbare toestand. Beschadigde of ringen voor de waarschuwings- en de aan- ontbrekende waarschuwings- en aanwij- wijzingsstickers, waarvoor wij uw aandacht...
Pagina 22
3 - 4 Afb.-nr.: MD 095 Verklaring Voor ingebruikname de gebruikshandlei- ding en veiligheidsaanwijzingen lezen en in acht nemen! Afb.-nr.: MD 075 Verklaring Geen bewegende machinedelen aanra- ken. Afwachten tot volledige stilstand van alle delen is bereikt! Afb-nr.: MD 076 Verklaring: Machine alleen gebruiken met gemonteer- de beschermende delen!
Pagina 23
3 - 5 Afb.-nr.: MD 079 Verklaring Gevaar door weggeslingerde vreemde voorwerpen! Iedereen uit het gevarengebied wegstu- ren! Afb.-nr.: MD 082 Verklaring Het meerijden tijdens het werk en tijdens het transport op de machine (ook op het laadplatform) is niet toegestaan! Afb.-nr.: MD 087 Verklaring Bij draaiende motor met ingeschakelde...
Pagina 24
3 - 6 Afb.-nr.: 951790 Verklaring Na enkele werkuren bouten natrekken! 951790 Afb.-nr.: 911888 Verklaring Het CE-teken geeft aan, dat de machine voldoet aan de eisen van de EG-machine- richtlijn 89/392/EG en de overeenkomstige aanvullende richtlijnen! 911888 KG 2 b140-06.99...
3 - 7 Veiligheidsbewust werken geschreven elementen bevestigen en borgen! Naast de veiligheidsaanwijzingen dient u 10. Bij het aan- en afkoppelen van de ma- de nationale, algemeen geldige wet- en chine aan of van de trekker is bijzonde- regelgeving ten aanzien van veiligheid en re voorzichtigheid noodzakelijk! ongevallenpreventie in acht te nemen.
3 - 8 23. Alleen aan de machine werken als de 3.6.2 Algemene veiligheids- en motor is afgezet, de contactsleutel is ongevallenpreventieregels uitgetrokken en de handrem is aange- voor aanbouwmachines aan trokken! de driepuntshefinrichting van 24. Niemand binnen het draai- en zwenk- de trekker gebied van de machine toelaten! Voor het aan- en afkoppelen van ma-...
3 - 9 3.6.3 Algemene veiligheids- en 13. Let op! Na het uitschakelen van de ongevallenpreventieregels aftakas gevaar door nalopende delen, bij het gebruik van een afta- als gevolg van de massawerking! Ge- durende die tijd niet te dicht bij de machine komen.
3 - 10 3.6.4 Algemene veiligheids- en slangen en slangverbindingen onder- ongevallenpreventieregels bij hevig aan een natuurlijke veroudering. het gebruik van een hydrau- Daardoor is hun opslagtijd en gebruiks- lisch systeem duur beperkt. Afwijkend hiervan kan de gebruiksduur overeenkomstig de er- Het hydraulisch systeem staat onder varingswaarden, met name met in acht hoge druk!
3 - 11 3.6.5 Algemene veiligheids- en 3.6.6 Algemene veiligheids- en ongevallenpreventieregels bij ongevallenpreventieregels bij onderhoudswerkzaamheden latere installatie van electri- sche en electronische appa- Afstellings-, onderhouds- en reinigings- raten en/of componenten werkzaamheden, evenals het verhel- pen van storingen, altijd uitvoeren met De machine kan worden uitgerust met elec- uitgeschakelde aandrijving en stil- tronische componenten en bouwdelen,...
4 - 1 Ingebruikname Bestudeer de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsaanwijzingen vóór u uw grond- bewerkingsmachine in gebruik neemt! Maakt u zich vertrouwd met de juiste bedie- ning en met de bedieningselementen. Laat de machine nooit door ongeschoolde per- sonen bedienen. Zorg dat de machine in goede toestand 14t145 blijft.
Aankoppelingsdelen (extra uitrusting) voor aanbouwzaaimachines volgens hfdst. 12.0. Bij trekkers met een hydrau- AMAZONE-systeem »Huckepack« (ex- lisch of pneumatisch schakelbare tra uitrusting) volgens hfdst. 13.0. aftakas mag de aftakas uitsluitend Egaliseerbalken (extra uitrusting) onbelast worden ingeschakeld om volgens hfdst.
4 - 3 Na beëindiging van het werk Voor het afkoppelen van de grondbewer- Controleer de minimale lengte van kingsmachine van de trekker de tanden (zie hfdst. 19.5). Bij grote Sporenlossers instellen volgens hfdst. werkdiepten moeten de tanden al 15.2 voor het bereiken van de minimale Koppelas volgens hfdst.
5 - 1 Aanbouw achter aan de trekker Bij aanbouw van de grondbewerkingsmachine aan de trekker moeten de veiligheidsaanwijzingen van hfdst. 3.6.2 in acht worden genomen! Grondbewerkingsmachine op de bekende wijze aan de driepuntshefinrichting van de trekker bevestigen. 16t062 Fig. 5.1 KE/KG met 3m werkbreedte zijn uitgerust met topstang- en trekstang- pennen (Fig.
Pagina 36
5 - 2 evenwijdig met de trekstangen (Fig. 5.1/2) staat, of van de trekker af iets naar beneden verloopt. Bij het heffen met de hefinrichting van de trekker neigt de grondbewerkings- machine dan naar voren en hebben de rol en de zaaimachine voldoende vrije ruimte boven de grond.
6 - 1 Koppelas trekker - grondbewerkingsmachine Aftakaskappen monteren AMAZONE-rotorkopeggen en rotorkopfre- zen zijn uitgerust met één van de volgende hoofdtandwielkasten: KE/KG tot 4,5 m werkbreedte: hoofdtandwielkast met wisseltandwielen (Fig. 6.1), tweetraps schakelbare hoofdtandwielkast 16i002_2 (Fig. 6.2). Fig. 6.1 KG 602: drietraps schakelbare hoofdtandwielkast (Fig.
6 - 2 Koppelastypen Gebruik uitsluitend de bij de grondbewer- kingsmachine geleverde koppelas. Grondbewerkingsmachine tot 4,5 m werk- breedte: fig0604 koppelas W 2500 (Fig. 6.4) met platenslip- Fig. 6.4 koppeling EK 96/4 (Fig. 6.5/1) of koppelas W 2500 (Fig. 6.6) met nokkenslip- koppeling EK 64/2 R (Fig.
6 - 3 Koppelas aansluiten Aan- en afkoppelen van de koppelas uitsluitend bij uitgescha- kelde aftakas, afgezette motor en uitgenomen contactsleutel! Altijd letten op de juiste montage en borging van de koppelas! Bij koppelassen letten op de voor- geschreven overlappingen van de buizen in transport- en werkstand! Aftakasaansluitingen op de trekker en de grondbewerkingsmachine vóór het opste-...
6 - 4 Eerste montage en Bij Fig. 6.10/7: Profielbuizen invetten en in elkaar schui- aanpassing van de koppelas ven. aan een andere trekker Aftakasaansluitingen op de trekker en de bij Fig. 6.10/8: grondbewerkingsmachine vóór het opste- De beschermbuizen van de koppelas zijn ken van de koppelas reinigen en invetten.
6 - 6 Ingebruikname van de koppelas De beschermbuizen mogen tijdens het werk niet meedraaien. Daarom zijn de bescherm- buizen van de koppelas voorzien van ket- tingen, die aan de aftakaskappen van de trekker en van de aandrijving moeten wor- den bevestigd.
6 - 7 Blokkeren van de tanden tijdens het werk Vóór het eerste gebruik en Door stenen of een vaste hindernis kunnen na een langere periode van stil- de tanden of de rotors tot stilstand komen. stand de slipkoppeling EK 96/4 (Fig. Om daarbij schade te voorkomen, zijn alle 6.5/1) ”ontluchten”.
6 - 8 Buiten werking stellen van de koppelas na het werk Voor de grondbewerkingsmachine van de trekker wordt afgekoppeld, moet de koppe- las in de koppelassteun (Fig. 6.13/1) wor- den opgehangen. 16i003 Fig. 6.13 KE/KG 2/3 b144-06.99...
Daarom mag de grondbewerkingsmachine altijd alleen maar worden gebruikt met één van de volgende rollen: AMAZONE-steunrol SW (tot 3m werkb- reedte) AMAZONE-tandenpakkerrol PW 420 AMAZONE-tandenpakkerrol PW 500 AMAZONE-bandenpakkerrol RP AMAZONE-ringrol KW.
Pagina 46
7 - 2 Alleen KG 602: Beide Machinehelften van de rotorkopf- rees KG 602 (Fig. 7.2) moeten met een 3m- rol worden uitgerust. Bevestig de rollen na elkaar aan de rotorkopfrees KG 602. Alle typen: Stel de rol af op een vlakke bodem en beveilig de rol tegen wegrollen, zowel naar voren als naar achteren.
7 - 3 Bevestiging van de 10t013 bandenpakkerrol RP en de ringrol KW Elke rol moet met 2 draagarmen (Fig. 7.4) aan de grondbewerkingsmachine worden bevestigd. Draagarmen (Fig. 7.5/1) voor montage of demontage van de rollen altijd met twee Fig. 7.4 pennen (Fig.
Pagina 48
7 - 4 Tandenpakkerrol vóór het aankop- pelen bijzonder goed ondersteu- nen (tegen omvallen en wegrollen beveiligen)! Het bevestigen van de rol aan de grondbewerkingsmachine moet zeer voorzichtig worden uitgevo- erd, omdat de rol bij onvoldoende ondersteuning kan omvallen! Ver- wondingsgevaar! 16i012 Grondbewerkingsmachine aan de trekker...
7 - 5 Werkdiepte van de grondbe- werkingsmachine instellen De grondbewerkingsmachine steunt tijdens het werk op een rol. Daardoor wordt de werkdiepte altijd exact aangehouden. Om de werkdiepte in te stellen de grondbe- werkingsmachine met de hefinrichting hef- fen en de diepteregelingspennen (Fig. 7.8/ 1) in het gewenste gat van de afstelplaten (Fig.
Pagina 50
7 - 6 Door de verschillende lengte van de zijden van het vierkant van de diepteregelings- pennen is een fijne indeling van de diepte- regeling van de grondbewerkingsmachine tussen de verschillende vierkante gaten mogelijk. De diepteregelingspennen iedere keer na het omsteken met borg- pennen (Fig.
9 - 1 Tandwielkast AMAZONE-rotorkopeggen KE en rotorkopf- rezen KG zijn uitgerust met één der volgen- de hoofdtandwielkasten: KE/KG met 2,5m tot 4,5m werkbreedte: hoofdtandwielkast met wisseltandwielen (Fig. 9.1), tweetraps schakelbare hoofdtandwielkast met wisseltandwielen (Fig. 9.2). KG 602: 16i002_2 drietraps schakelbare hoofdtandwielkast (Fig.
9 - 2 keraftakas worden gebruikt. Doorgaande aftakas Met de doorgaande aftakas (Fig. 9.4) kan een aftakasaangedreven zaaimachine worden gebruikt. Tweetraps en drietraps schakelbare hoofdtandwielkasten zijn stan- daard met een doorgaande aftakas uitge- rust. De hoofdtandwielkast met wisseltand- wielen kan achteraf gemakkelijk met een doorgaande aftakas worden uitgerust (zie hierna).
9 - 3 Hoofdtandwielkast met wisseltandwielen Om het gewenste fijne zaaibed te verkrij- gen op verschillende grondsoorten, kan het tandentoerental met behulp van de hoofdtandwielkast met wisseltandwielen (Fig. 9.5) aan grondsoort en rijsnelheid worden aangepast. Door het verwisselen van twee tandwielen in de aandrijving wordt het tandentoerental veranderd.
9 - 4 9.4.1 Toerentaltabel 954694 WHG II voor de hoofdtandwielkast met wisseltandwielen Het tandentoerental kan worden afgelezen in de toerentaltabel (Fig. 9.6). 750 1000 Het tandentoerental is afhankelijk van de set tandwielen, die in de tandwielkast is gemonteerd, en van het ingestelde aftaka- stoerental.
Pagina 55
De instellingen van de tand- entoerentallen (bij 1000 t/min. afta- kastoerental van de trekker) naast het symbool (Fig. 9.6/4) zijn voor- behouden aan AMAZONE-rotor- kopfrezen, die voor het maaien van met gras begroeid braakland zijn uitgerust met maaimessen inclu- sief maaimesbescherming. De in- stelling van één van deze tanden-...
9 - 6 16i075 Fig. 9.7 9.4.2 Wisselen van de bij geen vuildeeltjes in de olie komen, kan wisseltandwielen de opgevangen tandwielkastolie na het in de hoofdtandwielkast wisselen van de tandwielen weer in de tandwielkast gegoten worden door de ope- Voor het wisselen van de wisseltandwielen ning van de oliepeilstok (Fig.
Pagina 57
9 - 7 Tandwielkastdeksel (Fig. 9.7/2) na het verwijderen van de zeskantbouten (Fig. 9.7/3) van de tandwielkast afnemen. De tandwielen (Fig. 9.8/1) zijn met borg- veren (Fig. 9.8/2) op de aseinden tegen axiale verschuiving geborgd. Borgve- ren (Fig. 9.8/2) verwijderen. Tandwie- len van de aseinden van de aandrijfas (Fig.
9 - 8 16i077 Fig. 9.10 9.4.3 Doorgaande aftakas in de draairichting rechtsom. hoofdtandwielkast met wisseltandwielen 9.4.4 Haakse aandrijfas naar AD-P ventilator Voor de aandrijving van een aftakasaan- gedreven zaaimachine met de hoofdtand- Voor de aandrijving van de ventilator van wielkast met wisseltandwielen is het de opbouwzaaimachine AD-P met de trek- noodzakelijk deze uit te rusten met de door-...
9 - 9 16i078 Fig. 9.11 9.4.5 Montage van Verbindingsbus (Fig. 9.10/2) met bin- doorgaande aftakas nenin gemonteerde borgring op de en haakse aandrijfas doorgaande aandrijfas (Fig. 9.10/7) ste- ken. Voor de montage van de doorgaande afta- kas en de haakse aandrijfas moet het tand- Tandwielkastdeksel (Fig.
9 - 10 wielkastdeksel vastschroeven. Tweetraps schakelbare hoofdtandwielka- Alleen tandwielkastdeksel met haakse aandrijfas: met wisseltandwielen Haakse aandrijfas (Fig. 9.11) alleen De tweetraps schakelbare hoofdtandwiel- met aangekoppelde AD-P en aanges- kast (Fig. 9.12/1) is met een schakelhendel loten koppelas (zie AD-P bedienings- (Fig.
9 - 11 14t113 Fig. 9.12 De instelbare rotortoerentallen, tandwiel- 9.5.2 Toerentaltabel voor combinaties en schakelhendelposities tweetraps schakelbare vindt u in de tabel Fig. 9.13. hoofdtandwielkast Het tandentoerental kan worden afgelezen 9.5.1 Doorgaande aftakas in de in de toerentaltabel (Fig. 9.13). tweetraps schakelbare hoofdtandwielkast Het tandentoerental is afhankelijk van de...
Pagina 62
9 - 12 951222 1000 KG / KE Aantal tanden T/min. per tandwiel Fig. 9.13 t140nl07 De tandentoerentallen kunnen door het (Fig. 9.13/2) gemonteerd. plaatsen van de tandwielen, zoals getoond onder het tandwielkastsymbool, worden De rotors draaien bij aftakastoerental ingesteld. Zonder de tandwielenset te ver- 1000 U/min.
Pagina 63
De instelling van de tandentoeren- tallen (bij 1000 t/min. van de trek- keraftakas) naast het symbool (Fig. 9.13/6) zijn voorbehouden aan de AMAZONE-rotorkopfrezen, die voor het maaien van met gras be- groeid braakland uitgerust zijn met maaimessen inclusief maaimes- senbescherming. De instelling van één van deze toerentallen voor de...
9 - 14 14t106 Fig. 9.14 van de wisseltandwielen in de tel uitnemen! tweetraps schakelbare Afwachten tot de tanden geheel tot hoofdtandwielkast stilstand zijn gekomen! Hete tandwielkast of delen van de Voor het wisselen van de wisseltandwielen tandwielkast en tandwielen niet in de tweetraps schakelbare hoofdtand- aanraken! Handschoenen aan- wielkast...
Pagina 65
9 - 15 Fig. 9.15 de hand van de toerentaltabel (Fig. 9.13) onderling uitwisselen of door een ande- re set tandwielen vervangen. Borgveren (Fig. 9.14/3) op beide assen monteren. Tandwielkastdeksel (Fig. 9.14/1) met dekselpakking sluiten. Olie door het openingskanaal van de ontluchtingsbout (Fig.
Het aftakastoerental van de trek- ker moet altijd op 1000 t/min. wor- den ingesteld. 1000 Het maaien van met gras begroeid braakland met de AMAZONE-ro- torkopfrees KG 602 met maaimes- sen is niet toegestaan. Stand T/min. schakelhendel Fig.
9 - 17 9.6.1 Doorgaande aftakas in de drietraps schakelbare hoofdtandwielkast De schakelbare hoofdtandwielkast is uit- gerust met een doorgaande aftakas voor de aandrijving van een aftakasaangedre- ven zaaimachine. Het ingangstoerental en het uitgangstoerental zijn even groot. De draairichting van de aftakasingang en - uitgang zijn gelijk.
10 - 1 10.0 Zijplaten De zijplaten (Fig. 10.1/1) zorgen ervoor, dat de bewerkte grond niet aan de zijkant en ook niet tussen de grondbewerkingsma- chine en de rol naar buiten kan komen. De stroom grond wordt zó naar achteren gevo- erd, dat hij direct voor de rol komt.
10 - 2 10.1 Werkdiepte van de zijplaten instellen Bij de zaaibedbereiding na het ploegen moeten de zijplaten (Fig. 10.3/1) zo worden aangeschroefd, dat ze maximaal 1 tot 2 cm diep door de grond glijden. Deze instelling kan ook aangehouden worden bij het inwerken van stro met de rotorkopfrees.
10 - 3 10.2 Montage van de zwenkbare 10.3 Veerspanning van de zijplaten zwenkbare zijplaten aanpassen aan de Zwenkarm monteren: grondomstandigheden Zwenkarm (Fig. 10.4/2) ongeveer loodrecht naar boven zetten en tot aan de aanslag in Voor hindernissen kunnen de zwenkbare de buis schuiven.
Sterk versle- soorten. ten afstrijkers moeten door nieuwe worden vervangen. Voor een zaaicombinatie met een opbou- wzaaimachine raden wij de AMAZONE- tandenpakkerrol PW 500 aan. Met een rol- 16t068 Fig. 11.1 KG 2 b140-06.99...
Pagina 74
11 - 2 Nastellen van de afstrijkers Grondbewerkingsmachine met de hefinrichting heffen en de pakkerrol met zijn volle gewicht op een onder het midden van de pakkerrol liggende hou- ten balk (Fig. 11.2/1) leggen. Daardoor ontstaat in het frame van de pakkerwals de doorbuiging die tijdens het werk 16t060 ontstaat, als de grondbewerkingsma-...
PW 420 en steunrol- len, grondbewerkingsmachines met tan- denpakkerrollen PW 500, grondbewerkingsmachines met ban- denpakkerrollen RP. Figuur 12.9 toont een AMAZONE-rotorkopf- rees KG met 3 m werkbreedte, bandenpak- kerrol RP 302 EN en de “verstelbare aan- 16t077 Fig. 12.1 KG 2...
“ver- stelbare aankoppelingsdelen ” en een AMAZONE-aanbouwzaaimachine. Zonder rol steunt de grondbewerkingsmachine dan af op de zaaimachine. De werkdiepte van de grondbewerkings-...
12 - 3 12.2 Montage van de ”verstelbare Aangekoppeld kunnen worden aankoppelingsdelen ” zaaimachines met trekstangbeve- De “verstelbare aankoppelingsdelen ” zijn stigingen van Cat. II. Voor het be- in drie uitvoeringen (zie hfdst. 12.0) lever- vestigen van zaaimachines met baar. De montage van de aankoppelings- Cat.
Pagina 78
12 - 4 Aan het bovenste aankoppelingspunt van de grondbewerkingsmachine moet het spanframe met de zeskantbout M 20 x 100 (Fig. 12.4/4) worden bevestigd. Instelplaten (Fig. 12.4/5) aan de trek- stang (Fig. 12.4/6) bevestigen. Vanghaken (Fig. 12.4/7) zo aan- schroeven, dat de nalopende zaaima- chine zo dicht mogelijk achter de rol kan worden bevestigd.
Pagina 79
12 - 5 16t076 Fig. 12.9 16t073 Fig. 12.10 KG 2 b140-06.99...
13.0 AMAZONE-systeem ”Huckepack” (Extra uitrusting) AMAZONE-aanbouwzaaimachines kun- nen met de “verstelbare aankoppelings- delen” of met het AMAZONE-systeem “Huckepack” aan de grondbewerkings- machine worden bevestigd. Als de hef- kracht van de trekker niet voldoende is om de combinatie van grondbewerkingsma- 16t084 chine, rol en aanbouwzaaimachine met de Fig.
13 - 2 bewerkingsmachine is begonnen met wer- ken. Hierdoor kan met een smallere kopak- Het is gunstig om de hydrauliekci- ker worden gewerkt. linder van het hefframe aan te slu- iten op het oliecircuit voor de trek- 13.1 Montage stangen van de trekker.
Pagina 83
13 - 3 16i021-2 Fig. 13.3 KG 2 b140-06.99...
13 - 4 13.2 Montage De voorgemonteerde hydrauliekslang (Fig. 13.4/6) op de beide hydrauliekci- A-S “Huckepack 3” linders (Fig. 13.4/7) aansluiten en met In de fabriek is het hefframe voorgemon- de kabelklemmen aan de grondbewer- teerd. Het frame wordt als volgt aan de kingsmachine bevestigen.
Pagina 85
13 - 5 16i020-2 Fig. 13.4 KG 2 b140-06.99...
16i008-1 Controleer, of met een openstaan- de achterruit van de trekkercabi- Fig. 13.5 ne delen van het AMAZONE-sys- teem ”Huckepack” de achterruit raken. Als dat het geval is, mag de achterruit niet geheel worden geo- pend.
13 - 7 13.5 Hefhoogte van de precisiezaaimachine begren- Als de de grondbewerkingsmachine wordt gebruikt in combinatie met een aftakasaan- gedreven zaaimachine, bijv. een precisie- zaaimachine, is het zinvol de hefhoogte van het hefframe te begrenzen, zodat de koppelas tussen grondbewerkingsmachi- ne en zaaimachine ook in geheven toe- stand, bijv.
13 - 8 moet de pen (Fig. 13.8/2) worden 13.5.2 Begrenzing hefhoogte van de verwijderd, zodat de zaaimachine trekarmen van de trekker volledig omhoog geheven kan Als de grondbewerkingsmachine, bijv. in worden door het hefframe. combinatie met een precisiezaaimachine, bij het draaien op de kopakker moet blijven lopen, dan mag de koppelas tussen de 13.5.1 Montage trekker en de grondbewerkingsmachine...
14 - 1 14.0 Egalisatiebalk (Extra uitrusting) Aanwezige bodemoneffenheden, bijv. voor de ringrol (Fig. 14.1/2) worden door de egalisatiebalk (Fig. 14.1/1) weggewerkt, overgebleven kluiten op zeer zware grond worden verkleind. Het gevaar, dat bijv. de tandenpakkerrol op zeer losse, droge en lichte grond niet wil draaien, wordt door de egalisatiebalk op- geheven.
14 - 2 14.3 Montage van de egalisatiebalk Twee met rubberstootkus- sens (Fig. 14.3/2) uitgeruste consoles (Fig. 14.3/1) aan de grondbewerkingsmachine vastschroeven. De spindelbuizen (Fig. 14.3/3) met de pennen (Fig. 14.3/4) vastmaken en met borgpennen bor- gen. Bevestig de spin- delbuizen tijdens het werk (zie ook hfdst.
15 - 1 15.0 Sporenlossers (extra uitrusting) De grondbewerkingsmachine met Trekkers met smalle banden laten op niet de hefinrichting van de trekker aangedrukte grond vaak diepe sporen ach- heffen, vóór u de sporenlosser- ter. De grondbewerkingsmachine kan ge- tanden in werkstand brengt en de bruikt worden met een geringe werkdiepte, sporenlossertanden helemaal bo- als deze diepe sporen eerst door de spo-...
15 - 2 sers te voorkomen! 15.2 Instellingen na het werk Alvorens de grondbewerkingsmachine af Als de sporenlossers moeten wor- te stellen de sporenlossertanden (Fig. 15.1/ den gedemonteerd, dan moeten 6) helemaal boven in de houder (Fig. 15.1/ de draagbalk (Fig. 15.1/1) en de 3) bevestigen, om beschadigingen van de beschermbuis (Fig.
15 - 3 15.3 Montage van de sporenlossers De aan de grondbewerkingsmachine be- vestigde beschermingsbeugel (Fig. 15.2) achter de trekkerwielen demonteren. Beschermngshouders (Fig. 15.2/1) van de beschermingspijpen (Fig. 15.2/2) aftrek- ken en de beschermingspijpen (Fig. 15.3/ 4) in de draagbuizen (Fig. 15.3/1) schuiven en elk met twee zeskantbouten (Fig.
18 - 1 den uitrusten. De afstand tussen de 18.0 Transport bovenkant van het waarschuwings- op de openbare weg bord en de rijbaan mag max. 1,5 m Bij het transport op openbare wegen en bedragen. Waarschuwingsborden straten moeten de trekker en de grondbe- tot op max.
Pagina 96
12. Het hefframe (indien aanwezig) van het AMAZONE-systeem “Huckepack” moet volgens hfdst. 13.4 met twee pennen 16t061 worden beveiligd! Fig. 18.1 Neem deze aanwijzingen in acht.
19 - 1 19.0 Onderhoud max. V e i l i g h e i d s v o o r s c h r i f t e n min. in acht nemen! 19.1 Boutverbindingen Alle boutverbindingen na de eerste 10 wer- kuren controleren en zo nodig natrekken.
Pagina 98
19 - 2 oliepeilstok, resp. ontluchtingsbout goed vast zitten. hoodtandwielkast wisseltandwielen heeft een oliepeilstok (Fig. 19.1/1) met ontluchting. tweetraps schakelbare hoofdtandwielkast en de drietraps hoofdtandwielkast hebben een ontluchtingsbout (Fig. 19.2/2 bzw. 19.3/2). De ontluchting moet altijd functioneren, omdat Fig. 19.4 tandwielkast anders kan gaan lekken! KE/KG 2/3...
19 - 3 19.3 Olie van de tandwielkast verversen Tandwielkastolie verversen De eerste keer na 50 werkuren, daarna om de 400 werkuren. Nieuwe olie zoals beschreven in hfdst. 19.2 in de tandwielkast bijvullen. Hoofdtandwielkast met wisseltandwie- len: Olieaftapplug (Fig. 19.1/2). Tweetraps schakelbare hoofdtandwiel- kast: Olieaftapplug (Fig.
19 - 4 19.4 Oliepeil in de tandwielbak controleren Het oliepeil in de tandwielbak moet om de 100 werkuren worden gecontroleerd. Bij een horizontaal staande grondbewerkings- machine moeten de tanden van de tand- wielen in de tandwielbak tot de helft met olie bedekt zijn.
19 - 5 Na een totale revisie van de g r o n d b e w e r k i n g s m a c h i n e uitsluitend verse tandwielkastolie gebruiken. 19.5 Grondbewerkingstanden De tanden (Fig. 19.6/1) van de grondbe- werkingsmachine zijn gemaakt van zeer sterk, gehard staal.
Pagina 102
19 - 6 Pen (Fig. 19.6/3) naar boven uit de tandhouder slaan. Grondbewerkingstanden (Fig. 19.6/1) uit de tandhouder trekken, vervangen, met de pen (Fig. 19.6/3) bevestigen en met een borgpen (Fig. 19.6/2) borgen. De draairichting van de tanden wisselt per tandhouder. Daarom is de grondbewerkingsmachine met twee soorten tanden (een soort per draairichting) uitgerust.
Pagina 103
19 - 7 draairichting worden bevestigd. Daartoe moeten grondbewerkingstanden voor rechtsom draaiende tandhouders aan de linksom draaiende tandhouders worden bevestigd en omgekeerd. 19.6 Rotorkopfreestanden door het aanlassen van nieuwe tandpunten op de originele lengte brengen Bij toenemende slijtage kunnen de grond- bewerkingstanden van de rotorkopfrees door aangelaste punten (Fig.
19 - 8 fijnkorrelige staalsoorten, bijv. van het merk Union K 52 (Thyssen). Staafelectroden met de kenmerken: SH zwart SH groen K 70 SH Ni 2 K 90 SH Ni 2 K 100. 19.7 Smeernippels Alle lagers met regelmatige tussenpozen doorsmeren.
19 - 9 de 6 resp. 8 smeernippels (Fig. 19.14) op het hefframe van het AMAZONE- systeem ”Huckepack”. 19.7.1 Smeerschema koppelas Koppelas met regelmatige tussenpozen doorsmeren. Raadpleeg daarvoor de on- derhoudsaanwijzingen van de fabrikant van de koppelas. Beschermingsbuizen door in- vetten beschermen tegen vastvriezen.
19 - 10 19.8 Platenslipkoppeling EK 96/4 „ontluchten“ Bij het blokkeren van de rotors door stenen of andere voorwerpen tussen de tanden, voorkomt de platenslipkoppeling EK 96/4 (Fig. 19.15/1) schade aan de aandrijvings- delen. Daarom moet het altijd zeker zijn dat de platenslipkoppeling goed functio- neert.
Pagina 107
19 - 11 De platenslipkoppeling is nu weer gereed voor gebruik. De koppelas aan trekker grondbewerkingsmachine aansluiten. Een hoge luchtvochtigheid, sterke verontreiniging of reiniging van machine hogedrukreiniger, vergroten het gevaar voor aankoeken in de platenslipkoppeling! De grondbewerkingsmachine mag niet worden ingezet, wanneer de platenslipkoppeling als gevolg van oververhitting onbruikbaar is geworden.
19 - 12 19.8.1 Draaimoment van de Als het draaimoment bijv. van 1550 Nm platenslipkoppeling EK 96/4 naar 1700 Nm verhoogd moet worden, dan veranderen moet de stelring, zoals in stand „D“ ge- toond, als volgt worden gemonteerd: De platenslipkoppeling (Fig. 19.16/1) is in de fabriek zo afgesteld, dat hij bij een draai- moment van 1550 Nm in werking treedt.
19 - 14 19.9 Elastische koppeling met overbelastingskoppeling ook bij 1000 t/min van de trekker aftakas te verhogen. nokkenschakelkoppeling Walterscheid EK 64/2R Werkt de overbelastingsbeveiliging te vaak 19.9.1 Werking of helemaal niet, dan kan men de afstelling Indien de rotors tot stilstand komen door van het draaimoment als volgt veranderen.
Pagina 111
19 - 15 Fig. 19.18 Type koppeling K 64/2 (buitendiameter van de koppeling 170 mm) verandering van de doorsnede „D“ minimaal toegestane lengte „L“ van het van de veerdraad lengte "L" verenpakket met van het verenpakket 1mm betekent 6,5 mm 85 Nm 116 mm 7,0 mm...
19 - 16 19.10 Demontage en montage van de tandhouderassen 19.10.1Montage voor een reparatie Voor een reparatiegeval, d.w.z. als één of meer tandhouderassen (Fig. 19.20/1) uit de tandwielenbak moeten worden gedemon- teerd, moet de koppelas worden verwijderd Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen! moet de pakkerrol worden verwijderd moeten...
Pagina 114
19 - 18 tandwielkast- en dekselpakkingen mogen niet in de tandwielenbak terecht komen! De bevestigingsmoeren van de tandwielen (Fig. 19.20/2) zijn geborgd. De kraag (Fig. 19.20/3) van de bevestigingsmoer van het tandwiel is in de groef van de tandhouderas ingeslagen. Borging voorzichtig losmaken, zonder de draad van de tandhouderas te beschadigen.
Daarna volgt de montage van de 19.21 controleren. Bevestigingsmoeren van uitgenomen tandhouderassen volgens Fig. de rechte tandwielen op de tandhouderas- 19.21. sen volgens hfdst. 19.10.4 bevestigen. Alleen AMAZONE- rotorkopfrezen zijn met de in Figuur 19.23 afgebeelde afstandsbussen (Fig. 19.23/2) uitgerust.
Pagina 117
19 - 21 KE 253 KG 252 KE 303 KG 302 KE 403 KG 402 KE 453 KG 452 KG 602 Fig. 19.21 KE/KG 2/3 b144-1 06.99...
Pagina 118
19 - 22 19.10.3Demonteren van een buitenring van een lager Voor het demonteren van een buitenring van een lager (Fig. 19.23/5) zijn nodig: een binnenuittrekker (Fig. 19.22/2) met tegensteun (Fig. 19.22/3) twee platte staven ijzer (Fig. 19.22/4). Buitenring van het lager (Fig. 19.22/1) de- monteren: binnenuittrekker (Fig.
19 - 24 19.10.4Montage van de tandwielbakbevestigingsmoeren Tandwielbakbevestigingsmoeren (Fig. 19.23/3) op de tandhouderassen (Fig. 19.23/ 1) schroeven, vasttrekken en borgen: Tandwielenbakbevestigingsmoer M 45x1,5 M 52x1,5 Aandraaimoment 250 Nm 800 Nm Aantal borggroeven t144nl04 Kraag van de tandwielbakbevestigingsmoer (Fig. 19.23/3) in de borgingsgroef (Fig. 19.23/4) van de tandhouderas (Fig.
Pagina 122
Postfach 51 Tel.: (05405) *501-0 D-49202 Hasbergen-Gaste Fax: (05405) 50 11 47 Zweigwerke: D-27794 Hude · F 57602 Forbach Werksniederlassungen in England und Frankreich http://www.amazone.de email: amazone@amazone.de...