Pagina 1
Bedieningshandleiding Grondbewerkingsmachine Rotorcultivator KG 4001-2 KG 5001-2 KG 6001-2 Lees deze bedieningshandleiding voor de MG4493 eerste inbedrijfstelling door! BAH0060-5 12.17 Bewaren voor verder gebruik!
Pagina 2
HET MAG NIET onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Pagina 3
Fax.: + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de Onderdelenbestelling Onderdelenlijsten zijn te vinden in het onderdeelportaal onder www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. Gegevens over de bedieningshandleiding Documentnummer: MG4493 Productiedatum: 12.17 Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG, 2014 Alle rechten voorbehouden.
Pagina 4
Stuur uw opmerkingen per fax naar ons toe. AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 501-0 Fax.: + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Inhoudsopgave Gebruikersadvies ..................8 Doel van het document ......................8 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding ..............8 Gebruikte beschrijvingen ......................8 Algemene veiligheidsaanwijzingen ............9 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................9 ...
Gebruikersadvies Gebruikersadvies Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine; voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken;...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 10
Algemene veiligheidsaanwijzingen Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de chauffeur of derden, ...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) geeft de ernst van het dreigende gevaar aan en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Organisatorische maatregelen De eigenaar moet aan de uitvoerende personen beschermende bekleding aanbieden, zoals: veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, huidcrème, etc. De bedieningshandleiding altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! moet te allen tijde voor de chauffeurs en onderhoudsmonteurs ter beschikking zijn! Controleer regelmatig alle aanwezige veiligheidsinrichtingen! Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de activiteit...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.10 Bouwkundige modificaties Zonder toestemming van AMAZONEN-WERKE zijn modificaties, aan- of ombouw aan de machine niet toegestaan. Dit geldt ook voor laswerkzaamheden aan dragende delen. Voor alle aan- of ombouwwerkzaamheden is schriftelijke toestemming van AMAZONEN-WERKE noodzakelijk. Gebruik uitsluitend de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde ombouwdelen en toebehoren, zodat bijvoorbeeld de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele-AMAZONE-onderdelen en slijtdelen of onderdelen die door de AMAZONEN-WERKE zijn toegestaan, waardoor de functionaliteit volgens landelijke en internationale voorschriften gewaarborgd blijft.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Pagina 18
Algemene veiligheidsaanwijzingen Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 075 Gevaar voor snijwonden voor vingers en hand, veroorzaakt door toegankelijke, bewegende onderdelen die aan het arbeidsproces deelnemen! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen tot gevolg hebben. Grijp nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas/hydraulisch/elektronisch systeem...
Pagina 19
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 079 Gevaar voor door de machine rondgeslingerde resp. Uit de machine geslingerde materialen of voorwerpen als gevolg van het aanwezig zijn in de gevarenzonde van de machine! Deze gevaren kunnen zeer ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. ...
Pagina 20
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 084 Kans op letsel als gevolg van beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud in het zwenkbereik van zakkende onderdelen van de machine. Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. ...
Pagina 21
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 089 Gevaar voor bekneld raken van het gehele lichaam als gevolg van de aanwezigheid onder zwevende lasten of opgeheven delen van de machine! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden zich onder zwevende lasten of opgeheven delen van de machine te bevinden.
Pagina 22
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 096 Gevaar door onder hoge druk staande hydraulische olie als gevolg van lekkende hydraulische slangen! Dit gevaar kan zeer ernstig lichamelijk letsel met de dood tot gevolg veroorzaken wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt. ...
Pagina 23
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 113 Lees de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op voordat u met onderhouds- of reparatiewerkzaamheden begint. MD 119 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 1000 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan. MD 199 De maximale werkdruk in het hydraulische systeem bedraagt 210 bar.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Afb. 3 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! Telkens voor het gebruik machine en trekker controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen ...
Pagina 27
Algemene veiligheidsaanwijzingen Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! ...
Pagina 28
Algemene veiligheidsaanwijzingen Werken met de machine Maak uzelf voordat u met de werkzaamheden begint vertrouwd met de uitrusting en bedieningselementen van de machine en hun functies. Tijdens het werk is het daarvoor te laat! Draag strak zittende kleding! Losse kleding verhoogt het risico op vastgrijpen of opwikkelen door aandrijfassen! ...
Pagina 29
Algemene veiligheidsaanwijzingen overeenstemming met de voorschriften aan de daartoe bestemde bevestigingspunten! Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aangebouwde of aangekoppelde machine) over voldoende remvertraging te beschikken! ...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.2 Aangekoppelde werktuigen Bij het aankoppelen moeten de aanbouwcategorieën van tractor en machine overeenstemmen of op elkaar worden aangepast. Voorschriften van de fabrikant opvolgen! Voor het aan- en afbouwen van de machine aan de driepuntsophanging de bedieningshendel in een stand zetten, waarbij onbedoeld heffen en zakken is uitgesloten! ...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.3 Hydraulisch systeem Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! Zorg er voor, dat de hydrauliekslangen op de juiste wijze worden aangesloten! Bij de aankoppeling van de hydrauliekslangen aan het hydraulische systeem van de trekker, moet erop worden gelet, dat zowel de trekker- als de machinehydrauliek drukloos is! ...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.4 Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar ...
Pagina 33
Algemene veiligheidsaanwijzingen Bij koppelingsassen letten op de voorgeschreven overlapping van de aftakaspijpen en beschermbuizen in transport- en werkstand! (Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanas in acht!) Let bij het rijden in bochten op de toegestane buiging en de schuifweg van de cardanas! ...
Maak voordat u elektrisch gaat lassen aan tractor en aangebouwde machines eerst de kabel van de dynamo en accu van de tractor los! Onderdelen moeten minimaal voldoen aan de door AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen. Dit is een gegeven bij gebruik van originele AMAZONE-onderdelen! KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Op- en afladen Op- en afladen Het pictogram markeert het bevestigingspunt van het aanslagmiddel op de machine. GEVAAR Het aanslagmiddel alleen op de gemarkeerde positie bevestigen. Nooit onder zwevende lasten gaan staan. Afb. 4 VOORZICHTIG Verlaad de machine alleen in uitgeklapte toestand Gevaar voor ongevallen door kantelen vanwege het hoge zwaartepunt.
Productbeschrijving Productbeschrijving Dit hoofdstuk geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine; geeft de benaming van de afzonderlijke bouwgroepen en stelelementen. Lees dit hoofdstuk indien mogelijk direct bij de machine. Zo kunt u zich optimaal vertrouwd maken met de machine. Overzicht –...
Pagina 37
Productbeschrijving Afb. 7 (1) Tweeversnellingsbak met wisselwiel (3) Hoekoverbrenging (2) Cardanas met overbelastingskoppeling (4) Nalopende wals KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Productbeschrijving Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Afb. 8/… Bescherming cardanas Afb. 8 Afb. 9/… (1) Beschermplaat (2) Egalisatiebalk (3) Zijplaat (4) Wals, nalopend De hiervoor genoemde componenten zijn bedoeld als bescherming, zonder welke gebruik van de machine niet is toegestaan. Afb. 9 Afb.
Productbeschrijving Overzicht – verzorgingsleidingen tussen tractor en machine Voedingskabel Naam Werking Stekker (7-polig) Rijverlichting (optie) Stekker voor tractorcontactdoos Ventilator oliekoeler (optie) Hydraulische slangleidingen Alle hydraulische slangleidingen hebben grepen met kleurmarkeringen en een markeringsgetal of -letter, om de betreffende hydraulische functie van de persleiding aan een tractorregeleenheid toe te kennen! Afb.
het uitsluitend gebruiken van originele AMAZONE-onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften ...
Productbeschrijving Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen het bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen; onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machine- elementen;...
Productbeschrijving Typeplaatje en CE-markering Machinetypeplaatje Op het typeplaatje en de CE-markering is gespecificeerd: (1) Machinenummer (2) Voertuigidentificatienummer (3) Product (4) Toegestaan technisch machinegewicht (5) Modeljaar (6) Bouwjaar Afb. 14 Gegevens over geluidsontwikkeling De emissiewaarde op de werkplek (geluidsniveau) bedraagt 72 dB(A), gemeten tijdens bedrijf met gesloten cabine en op oorhoogte van de tractorchauffeur.
Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Machinetype Motorvermogen van de tractor KG 4001-2: vanaf 88 kW (120 pk) KG 5001-2: vanaf110 kW (150 pk) KG 6001-2:...
Opbouw en werking Opbouw en werking De machine wordt op landbouwgrond voor grondbewerking gebruikt. als solomachine met nalopende wals, als onderdeel van een combinatie (Avant) met nalopende wals opbouw-zaairail (PSKW of PSPW) fronttank (FRS of FPS). Voor wegtransport wordt de rotorcultivator tot 3,0 m transportbreedte samengeklapt.
Opbouw en werking Op "greep" staande tanden hebben een ontmengingseffect. grove aardklonten worden verder getransporteerd dan kleine delen de fijne grond concentreert zich in het onderste bereik van de bewerkte zone, de grove gronddelen blijven een de oppervlakte en beschermen tegen dichtslaan.
Opbouw en werking 5.2.3 Adapterframe cat. 5 (optie) Het adapterframe maakt toepassing op K 700 mogelijk. Voor de aandrijving is een afzonderlijke cardanas nodig. Afb. 21/… 1. Adapterframe cat. 5 Afb. 21 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Opbouw en werking Driepunts-verlengingsframe (optie) Het driepuntsverlengingsframe (Afb. 22/1) is bedoeld voor vergroting van de afstand tussen tractor en machine bevestiging van de grondwoeler Afb. 22 Driepuntsverlenging voor rotorcultivator Aanbouwcategori Afb. 22/… Benaming Diameter [mm] Stuks Topstangverlenging ─ ─...
Opbouw en werking Tractor-grondwoelers (optie) Afb. 23 Op het veld kunnen tractorwielen diepe sporen achterlaten. Het driepuntsverlengingsframe (Afb. 23/1) is bedoeld voor het bevestigen van de horizontaal en verticaal verstelbare tractor-grondwoeler. Afb. 24 De grondbewerkingsmachine kan met een lagere werkdiepte worden gebruikt, wanneer de diepe sporen van grondwoelers worden verwerkt.
ter bescherming voor het roterende gereedschap. De rotorcultivator alleen met de in hoofdstuk "Technische gegevens" genoemde walsen toepassen. Grondbewerkingsmachine KG 4001-2 KG 5001-2 KG 6001-2 Staafwals 2x SW 2000-520 2x SW 2500-520...
Opbouw en werking 5.5.2 Tandpackerwals PW PW500 PW600 Toepassingsgebied De tandpackerwals PW op lichte tot zware grond gebruiken. Werkwijze De grond wordt door de tandpackerwals gelijkmatig over de gehele werkbreedte verdicht. Reiniging Instelbare, hardmetaalgecoate afstrijkers reinigen de walsen. Afb.
Opbouw en werking Twee verstelsegmenten (Afb. 30/3) met geïntegreerde veren zijn bedoeld voor het instellen van de mesrail (Afb. 30/4). Tijdens het werken kunnen de messen hindernissen op de grond naar boven toe ontwijken. Bij levering is de mesrail zodanig ingesteld, dat de mesuiteinden met de walsranden afsluiten.
Opbouw en werking 5.6.1 Transmissie/toerental van de aftakas tractor/tandentoerental Verschillende grondsoort vraagt voor het bereiken van het gewenste zaadbed aanpassing van het tandentoerental. De machineoverbrenging maakt deze instelling mogelijk. Kies het tandentoerental nooit hoger dan absoluut noodzakelijk. Wanneer het tandentoerental wordt verhoogt neemt het benodigde vermogen en de slijtage van de tanden onevenredig toe.
Opbouw en werking Oliekoeler (optie) De oliekoeler (Afb. 34/1) koelt de transmissieolie. De transmissieolie stroomt door een oliefilter (Afb. 34/2). De ventilator in de oliekoeler is aangesloten op de contactdoos van de tractor. Iedere 20 minuten verandert de ventilator gedurende 40 seconden de draairichting.
Opbouw en werking 5.10 Elektronische transmissiebewaking (optie) Bij het botsen op een starre hindernis kan de werktuigdrager stil komen te staan. Overbelastingskoppelingen op de ingangsassen van de hoekoverbrengingen verhinderen, dat de transmissie beschadigd raakt. Wanneer de werktuigdrager tot stilstand komt, dan geeft de boordcomputer alarm door ...
Pagina 60
Opbouw en werking De elektronische transmissiebewaking is aangesloten op de boordcomputer. Bedrijf in solo-inzet: AMALOG+ Afb. 38 Bedrijf in solo-inzet: AMADRILL+ Afb. 39 Bedrijf in zaaicombinatie: AMATRON+ Afb. 40 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Opbouw en werking 5.11 Tanden Lengte van de Grondbewerkingsmachine Tanden tanden KG Greep/getrokken 33 cm KG Greep Super 33 cm KG 4000-2 Rotorcultivator KG 5000-2 KG Greep Special HD 33 cm KG 6000-2 Aardappeltanden 40 cm Tanden Tanden KG Getrokken Special (linksdraaiend) KG Greep Special (HD) (linksdraaiend) Afb.
Opbouw en werking 5.11.1 Minimale lengte tanden De tanden zijn onderhavig aan slijtage. De tanden vervangen bij het bereiken van de minimale lengte L = 150 mm. voor het bereiken van de minimale lengte, bij werkzaamheden met grote werkdiepte, om schade resp.
Opbouw en werking 5.12 Werkdiepte van de grondbewerkingsmachine De grondbewerkingsmachine steunt op de wals. Daardoor wordt de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine exact aangehouden. 5.12.1 Mechanische instelling van de werkdiepte Door het omsteken van de diepte-instelpen (Afb. 47/2) in het verstelsegment wordt de werkdiepte ingesteld.
Opbouw en werking 5.13 Zijplaat De zijplaat (Afb. 50/1) zorgt ervoor, dat de bewerkte grond voor de wals wordt geleid en niet naar de zijkant toe wordt uitgeworpen. De draaibaar gelagerde zijplaat ontwijkt hindernissen naar boven toe. Het eigengewicht van de zijplaat en een trekveer (Afb.
Opbouw en werking De egalisatiebalk kan in werkhoogte worden ingesteld. De instelling moet gelijkmatig zijn over de gehele werkbreedte. Afb. 53 5.15 Middenwoeler (optie) Om constructieve redenen overlappen de loopbanen van de tanden elkaar niet in het midden. Daar kan een aardwal ontstaan. Oplossing hiervoor is de middenwoeler (Afb.
Opbouw en werking Bij het wenden op het veldeinde, zijn beide markeurs opgetild (Afb. 56/1). Bij het transport van de machine zijn beide markeurs (Afb. 56/1) opgetild. De markeurs worden hydraulisch vergrendeld. Afb. 56 5.17 Combinatiemogelijkheden met andere machines Afb. 57 De grondbewerkingsmachine kan worden gecombineerd met een pneumatische opbouwzaairail en een fronttank (Afb.
In bedrijf stellen In bedrijf stellen Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over het in bedrijf stellen van uw machine. de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten. GEVAAR Gevaar voor bekneld raken, snijden, naar binnen trekken en stoten! Vóór elke inbedrijfstelling moeten de machine en de tractor op verkeers- en bedrijfsveiligheid worden gecontroleerd.
In bedrijf stellen Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
In bedrijf stellen 6.1.1 Berekenen van de daadwerkelijke waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor, aangegeven in het kentekenbewijs, dient hoger te zijn dan de som van ...
In bedrijf stellen 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening (aangebouwde machine) Afb. 58 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van de [kg] Voorasbelasting van de lege tractor tractor/keuringsbrief [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Totale gewicht van de aangehangen zie hoofdstuk "Technische gegevens"...
In bedrijf stellen 6.1.1.2 Berekening van het vereiste minimale ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid te waarborgen Noteer het getal voor het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de navolgende tabel. 6.1.1.3 Berekening van de werkelijke voorasbelasting T V tat...
Pagina 72
In bedrijf stellen 6.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht Voorasbelasting Achterasbelasting Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
In bedrijf stellen Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;...
In bedrijf stellen Bevestiging van de woeler 1. De woeler (optie) monteren. 1.1 De spoorwoeler (Afb. 59/1) met de klemplaat (Afb. 59/2) op het driepunt- verlengingsframe schroeven. 1.2 De woeler met de pen (Afb. 59/3) geheel boven vastzetten en met een lunspen borgen.
Pagina 75
In bedrijf stellen 4. De walsdraagarm (Afb. 63/1) met een pen (Afb. 63/3) op het verstelsegment (Afb. 63/2) plaatsen. De pen met een schroef en moer (Afb. 63/4) borgen. 5. De diepte-instelpen (Afb. 63/5) in het eerst mogelijke gat boven de draagarm steken en de diepte-instelpen met een lunspen (Afb.
In bedrijf stellen 6.4.1 Lengte van de koppelingsas aan de tractor aanpassen (werkplaats) WAARSCHUWING Alleen een vakwerkplaats mag veranderingen aan de constructie van de cardanas uitvoeren. WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! ...
In bedrijf stellen Hydraulische slangen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
In bedrijf stellen 6.5.2 Hydraulische slangen loskoppelen 1. Het tractorregelventiel in de zweefstand (neutrale stand) zetten. 2. Ontgrendel de hydraulische stekkers. 3. De stofkappen plaatsen. Afb. 67 4. Plaats de hydraulische leiding in de slanggarderobe. Afb. 68 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker". Gevaar Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en onbedoeld in beweging zetten, voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Pagina 80
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen.
Machine aan- en afkoppelen Machine op de tractor koppelen Pas de lengte van de cardanas aan op de tractor (zie hoofdstuk "cardanas op de tractor aanpassen") vóór de eerste keer gebruiken. na de montage/demontage van de driepuntsverlenging. bij gebruik van een ander type tractor.
Pagina 82
Machine aan- en afkoppelen 5. Het driepuntsverlengingsframe (optie, Afb. 71/1) in een kraan hanen en op de rotorcultivator positioneren. 6. Borg de pennen met borgpennen. Afb. 71 7. De cardanashelften aan de machinezijde op de ingangsas van de transmissie bevestigen. Houd de bedieningshandleiding van de leverancier van de cardanas aan.
Pagina 83
Machine aan- en afkoppelen 10. Stuur iedereen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine. 11. Rij met de tractor tot op een afstand van ca. 25 cm naar de machine. De tractortrekstang moet in één lijn staan met de koppelingspunten van de machine. 12.
Pagina 84
Machine aan- en afkoppelen 17. De beugel op de transportbevestiging bevestigen en met een lunspen (Afb. 76/1) borgen. 18. Stuur iedereen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine. 19. Met de tractortrekstangen (Afb. 77/1) moeten de onderste koppelingspunten van de machine worden ondersteund.
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine! Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond. VOORZICHTIG Niet de hete transmissie- en cardanasonderdelen aanraken. Draag veiligheidshandschoenen..
Pagina 86
Machine aan- en afkoppelen 6. Ontkoppel de haak van de trekstang uit de tractorcabine. 7. Trek de tractor ca. 25 cm naar voren. Door de ruimte tussen tractor en machine is er voldoende ruimte voor het afkoppelen van de cardanas en de voedingsleidingen. 8.
Instellingen Instellingen GEVAAR Instellingen alleen uitvoeren bij uitgeschakelde aftakas (wachten totdat de werktuigdragers tot stilstand gekomen zijn); uitgeklapte en neergelaten machine; aangetrokken tractorhandrem; uitgeschakelde tractormotor; verwijderde contactsleutel. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door ...
Instellingen Werkdiepte van de rotorcultivator instellen De grondbewerkingsmachine steunt op de wals. Daardoor wordt de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine exact aangehouden. Aangepast moeten worden op de nieuwe rotorcultivatorwerkdiepte de zijplaten de egalisatiebalk voorlopende bandenpacker. 8.1.1 Mechanische instelling van de nalopende wals WAARSCHUWING De diepte-instelpen na iedere keer omsteken met een lunspen (Afb.
Pagina 89
Instellingen 6. De diepte-instelpen (Afb. 82/1) losmaken in beide middensegmenten In hetzelfde vierkante gat. 7. Beide stelstangen met lunspennen (Afb. 83/3) borgen. Tussen binnen en buiten kunnen de instellingen variëren. Zodanig instellen dat de rotorcultivator tijdens het werken horizontaal ten opzichte van het veldoppervlak is uitgericht.
Instellingen 8.1.2 Hydraulische instelling van de nalopende wals Twee hydraulische cilinders (Afb. 85/1) zijn voor het instellen van de werkdiepte op de tractorregeleenheid (beige) aangesloten. De schaal (Afb. 85/3) toont de ingestelde werkdiepte. De bediening van de regeleenheid (blauw) resulteert in verstelling van de werkdiepte (Afb. 85/2) van de rotorcultivator.
Instellingen 8.1.3.1 Parkeren van de voorlopende bandenpacker Om bij ingeklapte machine het pendelen van de bandenpacker te voorkomen, wordt deze voor transportritten in de onderste positie vastgepend. 1. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het contactslot.
Instellingen Zijplaten instellen Om de begrenzing van de grondstroom goed te laten verlopen, moet de werkdiepte van de zijplaat, de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine en de veerspanning aan de grondcondities worden aangepast. Verticale instelling De zijplaat is met twee platkopschroeven (Afb. 88/1) bevestigd en kan in hoogte worden versteld.
Instellingen Tractorgrondwoeler instellen Verticale instelling De tractorgrondwoeler verticaal verstellen, vastzetten en de pen (Afb. 89/1) met een lunspen borgen. Horizontale instelling De tractorgrondwoeler horizontaal verstellen en met de schroeven (Afb. 89/2) vastzetten. Afb. 89 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Instellingen Egalisatiebalk instellen 1. De verlengingsbuis (Afb. 90/1) omgedraaid op de hendel (Afb. 90/2) steken en met de lunspen (Afb. 90/3) borgen. Afb. 90 2. De egalisatiebalk (Afb. 90/6) op de gewenste hoogte tillen. De egalisatiebalk voor conventioneel zaaien zodanig instellen, dat altijd een kleine aardwal voor het egaliseren van bestaande oneffenheden vooruit wordt geschoven.
8. Draai de bouten (Afb. 92/2) vast. Afb. 93/… Afstand van het midden van de machine tot het verticale vlak van de markeurschijf Werkbreedte Afstand A KG 4001-2 4,0 m KG 5001-2 5,0 m KG 6001-2 6,0 m Afb. 93...
Instellingen Toerental van de tanden instellen GEVAAR Voer de instellingen alleen uit bij uitgeschakelde aftakas van de tractor, uitgeschakelde motor, aangetrokken handrem en uitgenomen ontstekingssleutel. Wachten totdat de werktuigdragers tot stilstand gekomen zijn. Raak hete onderdelen niet aan, draag handschoenen. 8.6.1 Verstelling schakelhendel 1.
Instellingen Instelling van de messenrail (optie, alleen met Cracker-Disc-Wals) Twee verstelsegmenten (Afb. 95) met geïntegreerde veren (Afb. 95/1) zijn bedoeld voor het instellen van de mesrail. Tijdens het werken kunnen de messen hindernissen op de grond naar boven toe ontwijken. Bij levering is de mesrail zodanig ingesteld, dat de mesuiteinden met de walsranden afsluiten.
Instellingen 8.7.2 Versleten messen bijstellen Stel alle verstelsegmenten op dezelfde wijze af. 1. De messenrail in stand A zetten (zie hoofdstuk "Aanspreekgedrag instellen", pagina 98). 2. De zeskantmoer (Afb. 97/1) op het verenpakket zover verdraaien, tot de mesuiteinden weer op de walsranden aansluiten.
Instellingen Walsafstrijker instellen De hardmetaal gecoate afstrijkers moeten niet tegen de walsbuis aan liggen, zodat de walsbuis niet beschadigd raakt. 8.8.1 V-ringwals 1. De zaaimachine afkoppelen. 2. De grondbewerkingsmachine met de tractorhydrauliek zo ver optillen, dat de wals net van de grond vrijkomt. 3.
Transportritten Transportritten Bij het transport op openbare wegen moeten tractor en machine voldoen aan de nationale verkeersvoorschriften (in Duitsland volgens StVZO en StVO) en de ongevallenpreventie voorschriften. In Duitsland en vele andere landen is de maximale transportbreedte 3,0 m, voor een aan een tractor aangebouwde machinecombinatie. Het transport van een machinecombinatie die breder is dan 3,0 m is alleen toegestaan op een transportvoertuig.
Pagina 101
Transportritten 1. Houd personen op minimaal 10,0 meter afstand van de machine. 2. Parkeren van de voorlopende bandenpacker (zie hoofdstuk 8.1.3.1, Seite 3. Klap de machine-elementen in. Afb. 102 4. Verwijder de met een veerstekker geborgde pennen. Afb. 103 5. Beide armen van de verlichtingsinstallatie in de wegtransportstand draaien.
Pagina 102
Transportritten GEVAAR Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de pennen van de topstang en trekstang met de originele lunspennen zijn geborgd. Zet voor transport de vergrendeling van de trekstangen van de tractor aan de zijkant vast, zodat de aangebouwde of aangekoppelde machine niet kan gaan slingeren.
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine Veiligheidsinstructies voor de gebruiker GEVAAR Gevaar voor bekneld raken, naar binnen trekken en vastgrijpen door aandrijfelementen bij gebruik van de machine zonder daartoe bestemde veiligheidsvoorzieningen.
Pagina 104
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar door beknelling, meenemen en stoten door uit de machine geslingerde objecten bij aangedreven machine! Stuur personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de aftakas inschakelt. GEVAAR Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de pennen van de topstang en trekstang met de originele lunspennen zijn geborgd.
Werken met de machine 10.1 Machine-elementen uit-/inklappen GEVAAR Stuur iedereen uit het draaibereik van de machine-elementen weg voordat u de machine-elementen uit- en inklapt! Til de rotorcultivator voor het uit- en inklappen op, zodat de werktuigtanden en de walsen voldoende bodemvrijheid hebben. Schakel de aftakas van de tractor uit voor het inklappen en schakel deze pas weer in, wanneer de machine-elementen volledig zijn uitgeklapt.
Werken met de machine 10.1.1 Machine-elementen uitklappen 1. Til de tractortrekstangen op. Til de rotorcultivator op. De werktuigtanden en de walsen hebben voldoende bodemvrijheid nodig bij het omklappen. 2. Open de grendels (Afb. 107/1) door bedienen van de kabels (Afb. 107/2) vanaf de tractorstoel.
Pagina 107
Werken met de machine GEVAAR Controleer of de beide grendels (Afb. 109/1) na het inklappen van de elementen goed zijn vergrendeld en de kabels ontspannen zijn. 4. De interne draagarmen vergrendelen automatisch. Vastzetten (Afb. 107/1) voorkomt de botsing van de verdelerkoppen bij zaairailbedrijf.
Werken met de machine 10.2 Verlichtingsinstallatie inklappen 1. De armen van de verlichtingsinstallatie voor de veldwerkzaamheden inklappen (zie Afb. 112). Afb. 112 2. De armen van de verlichtingsinstallatie met pennen en veerstekkers positioneren en borgen. Afb. 113 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Werken met de machine 10.3 Op het veld GEVAAR Houd personen op minimaal 10,0 meter afstand van de machine. 10.3.1 Aanvang van de werkzaamheden 1. Klap de machine-elementen uit op het veld. 2. De grondbewerkingsmachine zo ver neerlaten, tot de tanden net boven de grond staan en deze net niet raken.
Pagina 110
Werken met de machine De werkdiepte kan niet tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden hydraulisch worden versteld. De bediening van de regeleenheid ( beige resulteert in verstelling van de werkdiepte van de rotorcultivator. De regeleenheid ( ) na elke verstelling beige blokkeren.
Werken met de machine 10.3.3 Na het gebruik Let erop bij het neerzetten van de machine, dat de grondbewerkingsmachine op een vaste ondergrond staat. Ter voorkoming van beschadigingen moeten de tanden van de grondwoelers in losse grond kunnen vallen. ...
Werken met de machine 10.3.3.2 Markeur in transportstand zetten GEVAAR De markeurs moeten direct na het werk op het veld worden geborgd (transportstand). Onbeveiligde markeurs kunnen onbedoeld in de werkstand zwenken en ernstig letsel veroorzaken. De markeurs moeten pas vlak voor het werk op het veld worden losgemaakt.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. ...
Storingen 11.3 Stilstand van de tanden tijdens het werken Bij het botsen op een hindernis kunnen de werktuigdragers stil komen te staan. Om transmissieschade te vermijden, zijn overbelastingskoppelingen op de transmissie-ingangsassen van de hoekoverbrenging aanwezig. Bij stilstand de werktuigdrager stoppen en het toerental van de aftakas van de tractor zo ver verlagen (ca.
Reiniging, onderhoud en reparatie Reiniging, onderhoud en reparatie 12.1 Veiligheid WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. ...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.2 Machine reinigen Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer zorgvuldig! Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. Na het schoonmaken de machine doorsmeren, vooral na het reinigen met een hogedrukspuit of stoomcleaner of vet oplossende middelen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.3 Instelwerkzaamheden 12.3.1 Omsteken van de tandwielen in de tweeversnellingsbak (werkplaats) GEVAAR Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en in beweging komen. Raak geen hete onderdelen en hete transmissieolie aan. Draag veiligheidshandschoenen.. 1.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.3.2 Tanden vervangen (werkplaats) 1. Klap de machine-elementen in. 2. Controleer of de beide grendels na het inklappen van de elementen goed zijn vergrendeld (zie hoofdstuk "Machine- elementen inklappen"). 3. Verwijder de lunspen (Afb. 124/1). 4. De pen (Afb. 124/2) naar boven toe uit de werktuigdrager slaan.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.4 Smeervoorschriften Reinig smeernippels en vetspuit voor het smeren grondig, zodat er geen vuil in de lagers wordt geperst. Pers het vervuilde vet in de lagers volledig naar buiten en vul de lagers met nieuw vet. Dit pictogram geeft een smeerpunt aan.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.4.2 Overzicht smeerpunten Zie de tabel (Afb. 127) voor de smeerpunten en de smeerintervallen. Smeerpunten Aantal Smeerinterval Opmerking (zie figuur) smeernippels Afb. 128/1 50 h De cardanassen aan de hand van het Afb. 128/2 50 h onderhoudsschema van de leverancier reinigen en smeren.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.5 Onderhoudsschema – overzicht Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Vóór het eerste gebruik Hydraulische slangen controleren Vakwerkplaats hfdst.
Pagina 122
Reiniging, onderhoud en reparatie Vóór aanvang van de Pennen van de trekstangen en hfdst. 12.9 werkzaamheden topstang controleren Controle: (dagelijks) Lengte van de tanden Na het werk Machine reinigen (indien nodig) hfdst. 12.2 (dagelijks) Elke week Hydraulische slangen controleren Vakwerkplaats hfdst.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.6 Tweeversnellingsbak Ontluchting De transmissie heeft een ontluchtingsventiel (Afb. 132/1). De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. Oliepeil controleren 1. Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond. Bij een juiste vulhoeveelheid is het oliepeil zichtbaar in het kijkglas (Afb.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.7 Hoekoverbrenging Ontluchting De oliepeilstok (Afb. 133/1) heeft een ontluchtingsventiel. De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. Oliepeil controleren 1. Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond. 2. Lees het oliepeil via de peilstof af. Bij een correcte hoeveelheid bevindt het oliepeil zich tussen de markeringen op de peilstok.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.8 Tandwielkast Ontluchting De tandwielkast heeft een ontluchtingsleiding (Afb. 134/1). De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. Oliepeil controleren 1. Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond. 2. Het deksel met ontluchtingsleiding (Afb. 134/1) openen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.8.1 Vervangen oliefilter in koelkit (werkplaats) 1. De oliefilterhouder (Afb. 135/1) demonteren. 1.1 De bouten (Afb. 135/2) losmaken. 1.2 Verwijder de oliefilterhouder voorzichtig. Van ontsnappende olie op. 2. Vervang het oliefilter in de oliefilterhouder. Afb. 135 12.9 Pennen van de trekstangen en topstang controleren Controleer elke keer bij het aankoppelen van de tractor of de pennen...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.10 Nokkenschakelkoppeling controleren/reinigen/smeren (werkplaats) De nokkenschakelkoppeling (Afb. 136/1) is onder normale toepassingsomstandigheden onderhoudsvrij. Wanneer de koppeling vaak wordt geactiveerd, open dan de nokkenschakelkoppeling, reinig deze en smeer deze met speciaal vet (zie hiervoor de onderhoudsinstructie van de leverancier van de cardanas).
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.11 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt! Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! ...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.11.1 Kenmerking van hydraulische slangleidingen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Afb. 137/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slangleiding (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slangleiding (12/02 = jaar / maand = februari 2012) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 bar).
12.11.4 Monteren en demonteren van hydraulische Neem bij het monteren en demonteren van hydraulische slangen de volgende aanwijzingen in acht: Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangen van AMAZONE! Zorg voor een schone werkplek. Bouw hydraulische slangen zodanig in dat er onder alle bedrijfsomstandigheden ...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.12 Snelheid van de arm bij omklappen instellen (werkplaats) Een hogere omklapsnelheid van de rotorcultivator dan af fabriek is ingesteld kan schade aan de machine tot gevolg hebben. Daarom alleen in uitzonderingsgevallen een correctie uitvoeren. Met een inbussleutel (Afb. 138/1) de olietoevoer naar de hydraulische cilinder via een smoring wijzigen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.13 Aanhaalmomenten bouten Houd rekening met de speciale instructies voor aanhaalmomenten in het hoofdstuk onderhoud. De tabel toont toegestane maximale waarden voor koppelingen met een wrijvingswaarde van µ=0,12 en bevat geen andere veiligheidsfactoren. Genoemde waarden zijn bedoeld als richtwaarden! 10.9 12.9...
Pagina 133
Reiniging, onderhoud en reparatie De opgegeven waarden zijn richtwaarden! 19,3 KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17...
Pagina 134
+ 49 (0) 5405 501-0 D-49202 Hasbergen-Gaste Telefax: + 49 (0) 5405 501-234 Germany e-mail: amazone@amazone.de http:// www.amazone.de Dochterbedrijven: D-27794 Hude D-04249 Leipzig F-57602 Forbach Fabrieksvestigingen in Engeland en Frankrijk Fabrieken voor strooiers van minerale kunstmest, landbouwsproeiers, zaaimachines,...