2 - 8
2.14
Werkwijze
van rotorkopeg
en rotorkopfrees
De tanden
-
van de rotorkopeg staan slepend.
-
van de rotorkopfrees staan "stekend ".
De "stekend" staande tanden van de rotor-
kopfrees breken de grond open en verklei-
nen de gronddelen. De "stekend" staande
tanden trekken de rotorkopfrees de grond
in. Daardoor houdt de rotorkopfrees, afge-
steund op de rol, een constante werkdiepte
aan, onafhankelijk van de vraag of de grond
is geploegd of helemaal niet voorbewerkt.
De goede pakkerwerking van de grondbe-
werkingsmachine en de rol ontstaat door
de volgende factoren:
1.
Eigen gewicht van de rol (Fig. 2.9/1).
2.
Eigen gewicht van de grondbewerkings-
machine (Fig. 2.9/2).
Voor de rotorkopfrees komt daar nog bij
-
de kracht, waarmee de tanden zich in de
grond
willen
(Fig. 2.9/3).
Tanden die "stekend" staan (rotorkopfrees)
hebben een ontmengingseffect: grove
gronddeeltjes worden verder getranspor-
teerd dan fijne gronddeeltjes. De fijne grond
concentreert zich in het onderste deel van
de bewerkte zone, de grove gronddelen
blijven aan de oppervlakte (zie Fig. 2.10) en
gaan verslemping tegen.
KE/KG 2/3
b144-06.99
1
Fig. 2.9
trekken
Fig. 2.10
2
3
KGE0003