SPECIALE PROCEDURES
Oververhitting van de
motor
Als de motor oververhit raakt en het
verklikkerlichtje aangaat, probeer dan
het volgende:
– Controleer en reinig de radiatorvin-
nen. Zie hoofdstuk ONDERHOUD.
WAARSCHUWING
De radiator kan erg heet worden.
Raak hem niet aan zonder hand-
schoenen.
– Vertraag maar houd het voertu-
ig in beweging zodat de radiator
verse lucht krijgt. Als de motor na
ongeveer één minuut nog steeds
oververhit is, stop dan, schakel naar
VRIJLOOP en zet de parkeerrem
op. Stop de motor.
– Laat de motor afkoelen. Controleer
het koelmiddelpeil en vul bij indien
nodig.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet en
vul geen koelvloeistof bij terwijl de
motor warm is, om brandwonden
te voorkomen.
– Herstart de motor. Als het lichtje ni-
et onmiddellijk uitgaat nadat de mo-
tor werd gestart, schakel de mo-
tor dan uit en koppel de temperatu-
ursensor los.
vmo2006-014-034_a
1. Temperatuursensor
2. Thermostaatbehuizing
Herstart de motor. Als het lampje
uitgaat en de motor koud of warm
is, maar niet heet, wijst dit mogelijk
op een probleem met de sensor of
een onderdeel van de motor. Gebruik
het voertuig zo weinig mogelijk en
raadpleeg zo snel mogelijk een erkend
Can-Am distributeur/ dealer.
Voertuig op zijn kop
Wanneer het voertuig op zijn kop be-
landt of op zijn zijkant blijft liggen,
moet u het terug in de juiste stand
(op de vier wielen) zetten en 3 tot 5
minuten wachten alvorens de motor
te starten. Controleer het motorolie-
en koelvloeistofpeil voor u start en vul
olie of koelvloeistof bij indien nodig.
Voertuig onder water
Als het voertuig onder water komt,
moet u het zo snel mogelijk naar een
erkend
brengen. START DE MOTOR NIET!
LET OP: Een ondergedompeld voer-
tuig kan ernstige schade oplopen
als het niet op de juiste wijze wordt
herstart.
_____________________
Can-Am
distributeur/dealer
87