Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan
leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
OPMERKING: In dit deel worden de
basisfuncties van de diverse bedie-
ningselementen van uw voertuig toe-
gelicht. Meer details over het gebruik
van individuele bedieningselementen
in combinatie met andere vindt u in de
BEDIENINGSINSTRUCTIES verder in
dit deel.
1) Gashendel
Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt
het motortoerental tot het juiste ni-
veau om de schakeling naar de geko-
zen versnelling toe te laten.
Zodra de hendel wordt losgelaten
keert de motor automatisch terug
naar stationair toerental en vertraagt
het voertuig geleidelijk.
vmo2006-014-008_a
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
______________________
66
WAARSCHUWING
2) Voorremhendel
Druk deze hendel in om de voorrem-
men te activeren. Wanneer hij wordt
losgelaten moet de hendel automa-
tisch terugkeren naar zijn oorspronke-
lijke stand. Het remeffect is afhan-
kelijk van de kracht die op de hendel
wordt uitgeoefend en van het type en
de toestand van het terrein.
vmo2006-014-009_a
1. Remhendel
2. Om te remmen
3) Achterremhendel
Druk deze hendel in om de achter-
rem te activeren. Wanneer hij wordt
losgelaten moet de hendel automa-
tisch terugkeren naar zijn oorspronke-
lijke stand. Het remeffect is afhan-
kelijk van de kracht die op de hendel
wordt uitgeoefend en van het type en
de toestand van het terrein.