Sluit de vuldop opnieuw en draai hem
stevig aan.
Breng de toegangsklep van het voor-
spatbord weer aan.
Als u koelvloeistof aan het koelmiddel-
reservoir toevoegt, controleer dan ook
het peil in de radiator. Voeg koelvloei-
stof toe indien nodig.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet ter-
wijl de motor warm is, om brand-
wonden te voorkomen.
OPMERKING: Als u vaak koelvloeistof
aan uw koelsysteem moet toevoegen,
wijst dit op lekkage of motorproble-
men. Raadpleeg een erkend Can-Am
distributeur/dealer.
Om de radiator te bereiken moet u
de toegangsklep van het voorspatbord
verwijderen (zie procedure hierboven).
vmo2006-014-031_a
TYPISCH
1. Radiatordop
2. Dop koelmiddelreservoir
______________________
82
Remvloeistof
Aanbevolen vloeistof
Gebruik altijd remvloeistof die voldoet
aan de specificatie DOT 4.
LET OP: Om ernstige schade aan
het remsysteem te voorkomen,
mag u geen andere vloeistoffen dan
de aanbevolen middelen gebruiken
en nooit verschillende vloeistoffen
mengen bij het bijvullen.
Vloeistofpeil
Controleer het vloeistofpeil in het re-
servoir terwijl het voertuig op een vlak
oppervlak staat. Dit moet boven het
MIN. merkteken liggen.
Voeg indien nodig vloeistof toe. Voeg
niet teveel toe.
Maak de vuldop schoon voordat u hem
verwijdert.
LET OP: Gebruik uitsluitend DOT 4
remvloeistof uit een afgesloten bus.
Gebruik geen remvloeistof uit een
oude of reeds geopende bus.
OPMERKING: Een laag peil kan wij-
zen op lekkage of versleten remblok-
ken. Raadpleeg een erkend Can-Am
distributeur/dealer.
Vloeistofreservoirs stuur
Draai het stuur recht vooruit zodat de
reservoirs waterpas staan. Controleer
het remvloeistofniveau. Het reservoir
is vol wanneer de vloeistof tot de bo-
venrand van het venster reikt.
Inspecteer de toestand van de man-
chet visueel. Controleer op barsten,
scheuren enz. Vervang ze indien no-
dig.