CARROSSERIE/CHASSIS
Motorcompartiment
Controleer het motorcompartiment op
beschadigingen en lekkage. Ga na of
alle slangklemmen goed vastzitten en
de slangen niet geknikt zijn, geen bar-
sten of andere beschadigingen verto-
nen.
Inspecteer de knalpot, accu en reser-
voir-bevestigingselementen.
Controleer de elektrische aansluitin-
gen op corrosie en stevigheid.
Vervang beschadigde onderdelen of
laat ze repareren.
Toestand trekhaak/bal
(indien geïnstalleerd)
Controleer of de bevestigingselemen-
ten goed vastzitten en of de bal vastzit
en in goede staat verkeert. Span los-
gekomen elementen goed aan en ver-
vang de bal als hij versleten is.
Framebevestigingen
Controleer de toestand en vastheid
van alle bevestigingselementen van
het voertuig. Span losgekomen ele-
menten aan.
Zittingbevestigingen
Controleer of de bevestigingen van de
zitting stevig vastzitten. Aandraaien of
vervangen, indien nodig.
Reiniging en bescherming
voertuig
Spuit het voertuig nooit schoon met
een hogedrukreiniger GEBRUIK AL-
LEEN LAGE DRUK (bijv. een tuin-
slang). Hoge druk kan elektrische of
mechanische schade aanrichten.
Beschadigingen aan gelakte onderde-
len moeten zorgvuldig worden her-
schilderd om roest te voorkomen.
_____________________
128
Was de carrosserie indien nodig met
heet zeepsop (gebruik enkel milde
reinigingsproducten).
niet-schurende wax aan.
LET OP: Reinig kunststofonderde-
len nooit met agressieve schoon-
maakmiddelen, ontvetters, verfver-
dunner, aceton e.d.
Breng
een