Schakelen
Laat de motor stationair warmdraaien.
Druk op de remmen en schakel naar
het versnellingsbereik "F".
Los de remmen.
LET OP: Zet de parkeerrem hele-
maal af voordat u met uw voertuig
gaat rijden.
Druk de gashendel geleidelijk in om
het motortoerental te verhogen en de
continu variabele transmissie (CVT) te
activeren.
Wanneer de gashendel daarentegen
wordt gelost, daalt het motortoeren-
tal.
OPMERKING: Wanneer u schakelt bij
hoog toerental, valt de motor stil.
Achteruit rijden
LET OP: Om van vooruit naar ach-
teruit te schakelen of omgekeerd,
moet u het voertuig altijd helemaal
stoppen en de rem indrukken, voor-
dat u de schakelhendel verzet.
Volg dezelfde werkwijze als hierboven
in SCHAKELEN met de volgende uit-
zondering.
Zet de schakelhendel in de ACHTER-
UIT-stand.
De motor uitzetten
WAARSCHUWING
Parkeer niet op een helling.
Laat de gashendel los en stop het
voertuig volledig.
Zet de parkeerrem aan.
Zet de schakelhendel in de VOORUIT-
stand.
Zet de motorstopschakelaar UIT.
Schakel de contactschakelaar UIT.
Trek de sleutel uit het contactslot.
______________________
86
Onderhoud na gebruik
Als u uw voertuig in een zoutwater-
omgeving heeft gebruikt (strand, lan-
ceren/opladen van boten enz.), moet
u het afspoelen met zoetwater om
het voertuig en al zijn onderdelen in
goede staat te houden. We raden u
met aandrang aan, metalen onderde-
len te smeren. Gebruik XP-S Lube
(stuknr. 293 600 016) of een gelijk-
waardig product. Dit dient aan het ein-
de van elke gebruiksdag te gebeuren.
Als het voertuig op modderig terrein
werd gebruikt, is het aan te raden het
af te spoelen om het voertuig en zijn
onderdelen in goede staat te houden
en de lichten schoon te houden.
OPMERKING: Spuit het voertuig nooit
schoon met een hogedrukreiniger GE-
BRUIK ALLEEN LAGE DRUK (bijv.
een tuinslang). Hoge druk kan elek-
trische of mechanische schade aan-
richten.