Onderhoud
Horizontaal stellen van de
maaier (dwarsrichting)
De maaier moet in dwarsrichting horizontaal staan.
Controleer de horizontale stand van de maaier telkens
wanneer u de maaieenheid monteert, of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Voordat u de maaier
horizontaal stelt, de spanning van de voor- en achter-
banden op 12 psi (0,85 kPa) brengen.
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling uitschakelen,
versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in
werking stellen en contactsleutel in de stand
"STOP" draaien om de motor af te zetten.
2.
Sleutel uit contactschakelaar nemen en kabel van
de bougie trekken.
3.
Zet de maaihoogtehendel in stand "C".
4.
Draai de maaimessen voorzichtig totdat ze
evenwijdig staan (fig. 49). Meet de afstand
tussen de buitenste snijranden en de vlakke
ondergrond (fig. 49). Als beide afstanden meer
dan 4,7 mm bedragen, is afstelling nodig. Zie
stap 5 en 6.
2
3
Figuur 49
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
44
1
2
3
1891
3. Hier meten
5.
Verwijder de R-pen en ring van de stelbeugel
(fig. 50). Om het mes horizontaal te stellen, de
stelbeugel in een ander gat plaatsen en de ring en
R-pen weer aanbrengen (fig. 50). Met een gat
aan de voorkant zet u het mes lager en met een
gat aan de achterkant zet u het mes hoger.
Herhaal dit aan de andere kant.
3
Figuur 50
1. R-pen en ring
2. Stelbeugel
6.
Controleer nu de schuinstand van de maaier, zie
Schuinstand van de maaier (lengterichting),
pagina 45.
2
4
1
1889
3. Gat aan voorkant
4. Gat aan achterkant