Schuinstand van het
stuurwiel instellen
Bij bepaalde modellen kan de schuinstand van het
stuurwiel worden ingesteld. Zet het stuurwiel in een
stand waarbij u de machine het best en het meest
comfortabel kunt bedienen.
1.
Druk de verstelknop in (fig. 4).
2.
Zet het stuurwiel in één van de drie standen. Laat
daarna de verstelknop los.
1863
Figuur 4
1. Verstelknop
Koplampen
Met de schakelaar op het dashboard (fig. 1) zet u de
koplampen "AAN" of "UIT". De koplampen branden
alleen als de motor loopt en de schakelaar "AAN" is
gezet.
2
1
2. Stuurwiel
Bedienen van de
maaikoppelingshendel
Met de maaikoppelingshendel schakelt u de aan-
drijving naar het maaimes (de maaimessen) in of uit.
Maaimes(sen) inschakelen
1.
Trap het koppeling/rempedaal in om de machine
te stoppen.
2.
Zet de maaikoppelingshendel in de stand
"INGESCHAKELD" (fig. 5).
2
1
2027
Figuur 5
1. Uitgeschakeld
2. Ingeschakeld
Maaimes(sen) uitschakelen
1.
Trap het koppeling/rempedaal in om de machine
te stoppen.
2.
Zet de maaikoppelingshendel in de stand
"UITGESCHAKELD" (fig. 5).
Gebruiksaanwijzing
3
3. Maaikoppelingshendel
13