Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Toro 13-32XLE Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor 13-32XLE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Form No. 3329-988
13-32XLE
Wheel Horse Gazontractor
Modelnr. 71209 – Serienr. 240000001 en hoger
Gebruikershandleiding
Vertaling van de oorspronkelijke versie (NL)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Toro 13-32XLE

  • Pagina 1 Form No. 3329-988 13-32XLE Wheel Horse Gazontractor Modelnr. 71209 – Serienr. 240000001 en hoger Gebruikershandleiding Vertaling van de oorspronkelijke versie (NL)
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    ......erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. Het Veiligheidssysteem gebruiken .
  • Pagina 3: Veiligheid

    U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de Instructie ruimte hieronder: Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u de machine moet gebruiken. Modelnr.: U dient erop toe te zien dat de machine nooit door kinderen wordt bediend of door volwassenen die niet Serienr.: van de instructies op de hoogte zijn.
  • Pagina 4 – Vul zo nodig brandstof bij voordat u de motor – Alleen goedgekeurde trekstangbevestigingspunten aanzet. Nooit de dop van de brandstoftank gebruiken. verwijderen of brandstof bijvullen als de motor – Belasting beperken tot wat u veilig kunt beheersen. draait of heet is. –...
  • Pagina 5: Onderhoud En Stalling

    Veilige Bediening Toro Rijdende Maaimachine De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten en niet zijn opgenomen in de CEN-norm. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. De garantie kan komen te vervallen als u de machine gebruikt met werktuigen die niet zijn goedgekeurd.
  • Pagina 7: Hellingsdiagram

    Hellingsdiagram...
  • Pagina 9: Veiligheids- En Instructiestickers

    Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 92-5730 1. Choke 3. Continu snelheidsregeling 2. Snel 4. Langzaam 93-6675 1. Parkeerrem – Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u de koppeling/het rempedaal intrappen en de parkeerremhendel omhoog zetten;...
  • Pagina 10 93-7009 1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de gras- geleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 99-8142 1.
  • Pagina 11 104–4164 1. Bevat lood – Werp de accu 4. Geen vonken of vuur en niet 6. Ogen direct met water 8. Minimale vulstreep niet in het afval. roken spoelen en snel arts 9. Instructies om accu te raadplegen. 2. Recyclen 5.
  • Pagina 12: Benzine En Olie

    Benzine en Olie Gebruik van stabilizer/conditioner Aanbevolen benzine Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine biedt de volgende voordelen: Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). U mag ook gelode normale Houdt de benzine vers gedurende een stalling van benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine maximaal 90 dagen.
  • Pagina 13: Gebruiksaanwijzing

    Gebruiksaanwijzing Parkeerrem gebruiken Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie stopt of deze onbeheerd achterlaat. de linker- en rechterzijde van de machine. Parkeerrem in werking stellen Bedieningsorganen 1. Trap de koppeling/het rempedaal in (Fig. 3) en houdt dit ingetrapt.
  • Pagina 14: Bestuurdersstoel Instellen

    Bestuurdersstoel instellen 2. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) in de stand Ingeschakeld (Fig. 5). U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit. 1.
  • Pagina 15: Motor Starten

    Motor starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel. 2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen, blz. 13. Opmerking: De motor kan uitsluitend worden gestart wanneer u de parkeerrem in werking hebt gesteld of de koppeling/het rempedaal helemaal ingetrapt houdt. 3.
  • Pagina 16: Werking Van Het Veiligheidssysteem

    Werking van het veiligheidssysteem Gevaar Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de motor alleen mogelijk te maken wanneer: Wanneer u achteruit rijdt terwijl het maaimes of De koppeling/het rempedaal ingetrapt is, een ander werktuig in gebruik is, bestaat het gevaar dat u een kind of een andere omstander De maaikoppelingshendel (aftakas) in de stand overrijdt, met ernstig letsel of de dood tot gevolg.
  • Pagina 17: Veiligheidssysteem Testen

    Een rood lampje op het voorste paneel gaat branden 3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand, stel de (Fig. 11) om aan te geven dat de interlockschakelaar is parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit en start de uitgezet. motor. Als de motor loopt, zet u de parkeerrem vrij en komt u iets overeind uit de bestuurdersstoel.
  • Pagina 18: Rijsnelheid Kiezen

    Rijsnelheid kiezen Zijafvoer of fijnmaken van gras Belangrijk Om schade aan de transmissie te voor- Gevaar komen, moet u altijd eerst de koppeling/het rempedaal intrappen, voordat u in of uit de Achteruit-stand schakelt. Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter Zet de machine altijd in beweging door de koppeling/ het of complete grasvanger kunnen u of anderen in rempedaal in te trappen en de gewenste versnelling in te aanraking met het maaimes of uitgeworpen voor-...
  • Pagina 19: Tips Voor Bediening En Gebruik

    3. Til de grasgeleider op en plaats de afvoerafsluiter op de Tips voor bediening en gebruik opening en op de onderste lip van de maaimachine en schuif deze in de voorste scharnier (Fig. 12). Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de motor op het maximale toerental laten draaien.
  • Pagina 20: Onderhoud

    Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Motoroliepeil controleren. Na elk gebruik Veiligheidssysteem controleren. Maaikast reinigen. Remmen controleren. Om de 5 bedrijfsuren Maaimes controleren. Chassis smeren. Schuimfilterelement onderhoudsbeurt geven. Om de 25 bedrijfsuren Bougie controleren.
  • Pagina 21: Motoroliepeil Controleren

    Motoroliepeil controleren 8. Maak de omgeving van de peilstok (Fig. 13) schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, waardoor er schade kan ontstaan aan de motor. Controleer het oliepeil om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren.
  • Pagina 22: Onderhoud Van De Accu

    5. Stel de parkeerrem in werking. Accu verwijderen 6. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen Waarschuwing tot stilstand gekomen zijn. 7. Verwijder het contactsleuteltje. Accupolen of metalen gereedschappen kunnen 8. Open de motorkap. kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
  • Pagina 23: Accu Monteren

    3. Als het zuurpeil te laag is, moet u de bijvullen met de Waarschuwing vereiste hoeveelheid gedistilleerd water; zie Accu bijvullen met water, blz. 23. Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan Gevaar dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
  • Pagina 24: Accu Opladen

    Accu opladen Onderhoud van de parkeerrem De rem bevindt zich aan de rechterkant van de achteras, in Waarschuwing het achterwiel (Fig. 19). Als de parkeerrem niet goed werkt of onvoldoende remvermogen heeft, moet u deze afstellen. Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen.
  • Pagina 25: Machine Smeren

    Parkeerrem afstellen 6. Reinig de smeernippels met een doek. Indien nodig verf van de voorkant van de nippels afkrabben. 1. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie 7. Zet een smeerpistool op elke smeernippel en pomp hier Parkeerrem controleren, blz. 24. vet in.
  • Pagina 26: Schuimelement En Papierelement Installeren

    7. Trek de hendel van het luchtfilterdeksel omhoog en 1. Klop het element voorzichtig tegen een vlak oppervlak draai deze in de richting van de motor (Fig. 21). om vuil en stof te verwijderen. 2. Reinig voorzichtig de rubberen afdichting op het papierelement om te voorkomen dat er vuil in de motor komt.
  • Pagina 27: Onderhoud Van De Bougie

    Onderhoud van de bougie Bougie controleren 1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 24). Als de Controleer de bougie om de 25 bedrijfsuren. Monteer om isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar de 100 bedrijfsuren een nieuwe Champion QC12YC of behoren.
  • Pagina 28: Bandenspanning Controleren

    Bandenspanning controleren 8. Druk de uiteinden van de slangklem naar elkaar toe en schuif de slangklem over de brandstofslang in de richting van de brandstoftank (Fig. 26). De voor- en achterbanden moeten een spanning van 138 kPa (20 psi) hebben. Controleer de bandenspanning bij het ventiel (Fig.
  • Pagina 29: Onderhoud Van De Zekeringen

    Onderhoud van de zekeringen 2. Controleer de snijranden (Fig. 28). Als de randen niet scherp zijn of bramen vertonen, moet u het maaimes verwijderen en slijpen; zie Het maaimes slijpen, blz. 30. De elektrische installatie is beveiligd door middel van 10 A steekzekeringen.
  • Pagina 30: Het Maaimes Verwijderen

    Het maaimes verwijderen 1. Verwijder het maaidek, zie Maaidek verwijderen, blz. 30. 2. Kantel voorzichtig het maaidek. m-1854 3. Verwijder de bout (16 mm, 5/8” sleutel), de klemring, Figuur 30 de meshouder en het mes (Fig. 29). Plaats indien nodig een houten blok als een wig tussen het maaimes en het 1.
  • Pagina 31 7. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 11. Verwijder de R-pen en de ring van de bedieningsarm van het maaimes op de linkerkant van het maaidek 8. Zet de maaihoogtehendel in inkeping “D”. (Fig. 33). 9. Verwijder de veer van de maaihoogte-instelling van de bout (Fig.
  • Pagina 32: Belangrijk

    16. Schuif de beugel van de montagepen af. Herhaal dit aan 18. Verwijder de drijfriem van het maaidek van de onderste de andere kant van het maaidek. motorpoelie (Fig. 36). m-1805 Figuur 35 1. R-pen en ring 4. Bevestigingsplaat van maaidek 2.
  • Pagina 33: Maaidek Monteren

    Maaidek monteren 13. Schuif het uiteinde van de lange stang door het gat in de bevestigingsbeugel (Fig. 38). 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Schakel de aftakas uit. 3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand. 4. Stel de parkeerrem in werking. 5.
  • Pagina 34: De Maaimachine Horizontaal Stellen

    19. Bevestig de veer van de maaihoogte-instelling aan de 2. Draai de bevestigingsbouten van de riemgeleider los en bout (Fig. 40) met behulp van de veertrekker die is verwijder de riemgeleiders van de poelie (Fig. 41). meegeleverd met de machine. m-1851 Figuur 40 1.
  • Pagina 35 5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen 11. Verwijder de R-pen en de ring uit de stelbeugel tot stilstand gekomen zijn. (Fig. 43). 6. Verwijder het contactsleuteltje. 7. Verwijder de bougiekabel van de bougie 8. Zet de maaihoogtehendel in inkeping “C”. 9.
  • Pagina 36: Schuinstand Van De Maaimachine (Lengterichting) Instellen

    Schuinstand van de 11. Meet de lengte van de stang die uitsteekt uit de voor- zijde van het stelblok op de zijkanten van het chassis maaimachine (lengterichting) (Fig. 45). Als de stang korter is dan is 19 mm, ver- wijdert u de R-pen en de ring aan het uiteinde van de instellen stang (Fig.
  • Pagina 37 15. Om de schuinstand van de maaimachine bij te stellen, 18. Als u de correcte schuinstand van de machine (6 tot draait u aan de speciaal daarvoor bestemde stelmoeren 16 mm) niet kunt verkrijgen door te draaien aan de aan beide kanten van de bevestigingsbeugel van het stelmoer, moet u de bevestigingsbeugel op het maaidek maaidek (Fig.
  • Pagina 38: Onderkant Van Het Maaidek Wassen

    Onderkant van het maaidek Opmerking: Als de maaimachine na de wasbeurt niet schoon is, moet u deze 30 minuten laten inweken. Herhaal wassen daarna deze procedure. 13. Laat de motor opnieuw één à drie minuten lopen om het Telkens nadat u het maaidek heeft gebruikt, moet u de overtollig water te verwijderen.
  • Pagina 39 10. Bandenspanning controleren; zie Bandenspanning 16. Stal de machine in een schone, droge garage of controleren, blz. 28. opslagruimte. Verwijder het contactsleuteltje en het KeyChoice-sleuteltje uit de maaimachine en bewaar ze 11. Wanneer de machine langer dan 30 dagen niet wordt op een gemakkelijk te onthouden plaats.
  • Pagina 40: Elektrisch Schema

    Elektrisch schema KEY SWITCH NO CONNECTION B I A AND X Y WIRE COLOR CODES START B I S BROWN PINK (IGNITION) BLUE BLACK GREY YELLOW WHITE VIOLET GREEN KEY SW ORANGE BATTERY (PTO) SHOWN WITH PTO DISENGAGED FUEL SOLENIOD ALTERNATOR SEAT CLOSED WHEN OPERATOR...
  • Pagina 41: Storingen, Oorzaak En Remedie

    Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakas uit. 2. De parkeerrem is niet in 2. Stel de parkeerrem in werking. werking. 3. De accu is leeg. 3.
  • Pagina 42 Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De motor verliest vermogen. 1. De motor is te zwaar belast. 1. Lagere versnelling inschakelen voor lagere rijsnelheid. 2. Het luchtfilter is vuil. 2. Het luchtfilterelement reinigen. 3. Het oliepeil in het carter is te 3. Het carter bijvullen met olie. laag.
  • Pagina 43 Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De maaihoogte is ongelijk. 1. De bandenspanning is niet 1. Zorg dat de banden de correcte correct. spanning hebben. 2. De maaimachine staat niet 2. Stel de maaimachine horizontaal horizontaal. en in de correcte schuinstand. 3. De onderkant van het maaidek 3.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wheel horse 71209

Inhoudsopgave