Bougie controleren
1.
Bekijk de binnenkant van de bougie (fig. 23).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de
motor naar behoren. Een zwarte laag op de
isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
BELANGRIJK: Bougie nooit schoonmaken.
Bougie altijd vervangen bij: zwarte laag op de
bougie, versleten elektroden, vettige laag op
de bougie of scheuren.
2.
Controleer de elektrodenafstand (fig. 23). De
zij-elektrode verbuigen (fig. 23) om de juiste
afstand in te stellen.
2
1
Figuur 23
1. Middenelektrode met
isolator
2. Zij-elektrode
Bougie monteren
1.
Monteer de bougie en metalen ring. Controleer
eerst de elektrodenafstand.
2.
Bougie tot 20,4 Nm aantrekken.
3.
Druk de kabel op de bougie (fig. 22).
4.
Sluit de motorkap.
3
0,762 mm
1870
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
Brandstoftank
Aftappen van benzine uit de
brandstoftank
GEVAAR
MOGELIJK GEVAAR
Onder bepaalde omstandigheden is benzine
uiterst brandbaar en explosief.
WAT ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie kan brandwonden bij u
of anderen en schade aan eigendommen
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Benzine altijd buiten aftappen en zorgen
dat de motor afgekoeld is, om brandgevaar
te voorkomen. Eventueel gemorste benzine
opvegen.
Benzine niet aftappen in nabijheid van
open vuur of waar benzinedampen door
een vonk ontstoken kunnen worden.
Bij hanteren van benzine geen sigaar,
sigaret of pijp roken.
1.
Parkeer de machine zo dat de linker voorkant
iets lager staat dan de rechterkant, zodat de
brandstoftank helemaal leeg kan lopen. Maai-
koppeling uitschakelen, versnelling in neutraal
zetten, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel in de stand "STOP" draaien om de
motor af te zetten.
2.
Open de motorkap.
3.
Druk de uiteinden van de slangklem naar elkaar
toe en schuif de slangklem over de brandstof-
slang, naar de brandstoftank toe (fig. 24).
Onderhoud
29