Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 13-32 XLE
Pagina 1
FORM NR. 3321–901 Wheel Horse 13–32 XLE Gazontractor Model nr. 71209 – 9900001 en hoger Gebruikershandleiding BELANGRIJK Lees deze handleiding aandachtig door. De handleiding bevat informatie ten behoeve van uw veiligheid en die van anderen. Zorg dat u vertrouwd bent met de plaats en functie van de bedieningsorganen voordat u de machine gaat gebruiken.
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Deze machine voldoet ten minste aan de Europese Bediening algemeen normen, van kracht op het moment van Zorg ervoor dat u alle instructies in de produktie. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruikershandleiding en op de tractor hebt gebruiker of eigenaar kan echter letsel gelezen, begrepen en opgevolgd voordat u de veroorzaken.
Veiligheid 11. Handen, voeten, haar en losse kleding uit de Rijd langzaam en in een lage versnelling, zodat u buurt houden van het afvoergedeelte van niet hoeft te stoppen of te schakelen terwijl u op werktuigen, de onderkant van de maaier of de helling rijdt.
Pagina 6
Veiligheid Kinderen Onderhoud Er kunnen ernstige ongevallen gebeuren als de Stop de motor en maak de bougiekabel(s) los bestuurder niet let op de aanwezigheid van kinderen. alvorens service, reparatie, onderhoud of Kinderen worden vaak aangetrokken door de machine afstellingen te verrichten. en het maaien.
Veiligheid Nooit proberen veiligheidsvoorzieningen te Geluidsdruk omzeilen. Controleer de veiligheidsvoorzieningen op een goede werking Deze machine produceert een continu-geluidsdruk vóór elk gebruik. volgens A-norm bij het oor van de bestuurder van: 100 dB(A op basis van metingen uitgevoerd op Houd de machine vrij van gras, bladeren of identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG ander vuil.
Veiligheid Overzicht van symbolen Veiligheidsalarm Amputatiegevaar–maaier in achterwaartse beweging Veiligheidsalarm Blijf altijd op veilige afstand van de maaier Lees de bedienings-handleiding Blijf altijd op veilige Raadpleeg technische handleiding afstand van de maaier voor juiste onderhoudsprocedures Houd kinderen op veilige Uitgeworpen voorwerpen– afstand van de machine Gevaar voor alle lichaamsdelen Machine kantelt...
Veiligheid Overzicht van symbolen Meerijden op deze machine uitsluitend toegestaan op Maaimes– passagierszitplaats en als zicht basissymbool van de bestuurder niet belemmerd wordt Maaimes– instelling maaihoogte Vingers of hand kunnen bekneld raken - Maaier - zakken zijwaartse kracht Maaier - heffen Terugslag of opwaartse beweging - opgeslagen energie Maaitrommel - kan voet...
Veiligheid Overzicht van symbolen Brandstof Snel Langzaam Brandstofvoorraad Toename/afname Leeg Aan/lopen Uit/Stop Motor Laadtoestand van de accu Motor starten Koplampen- Dim-/grootlicht Motor afzetten Remsysteem Choke Parkeerrem Koppeling Motortemperatuur Aftakas Motorolie- Vast druk Motoroliepeil Openen Sluiten Keuzeschakelaar...
Benzine en olie Aanbevolen benzine Gebruik LOODVRIJE normaalbenzine voor MOGELIJK GEVAAR automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode Benzine is onder bepaalde omstandigheden normaalbenzine kan worden gebruikt als loodvrije uitermate brandbaar en explosief. benzine niet verkrijgbaar is. WAT ER KAN GEBEUREN Belangrijk: Gebruik nooit methanol, benzine die Brand of explosie van benzine kan methanol bevat, gasohol die meer brandwonden of schade aan eigendommen...
Benzine en olie Stabilizer/Conditioner Brandstoftank met benzine vullen Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. Gebruik van stabilizer/conditioner in Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. de machine: Omgeving van beide brandstoftankdoppen Houdt de benzine vers gedurende stalling van reinigen en doppen afnemen.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en u zelf voorkomen. Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Fig. 1) voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Gebruiksaanwijzing Parkeerrem Bestuurdersstoel instellen Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de U kunt de stoel naar voren en naar achteren machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Gebruiksaanwijzing Bedienen van de Maaihoogte instellen maaikoppelingshendel (aftakas) Met de maaihoogtehendel (maaikastverstelling) stelt u de maaier op de gewenste maaihoogte in. Met de maaikoppelingshendel (aftakas) schakelt u de aandrijving naar het maaimes (de maaimessen) in of De maaihoogte kan in zeven standen worden uit.
Gebruiksaanwijzing Starten en stoppen van de motor Starten Neem plaats op de bestuurdersstoel. Stel de parkeerrem in werking, zie: Parkeerrem in werking stellen, pagina 13. m–1893 m–1852 Figuur 6 Figuur 7 NB.: De motor kan alleen worden gestart wanneer u de parkeerrem in werking 1.
Gebruiksaanwijzing Het veiligheidssysteem uitgeschakeld, omdat u door het geluid van de tractor waarschijnlijk niet merkt wanneer een kind of omstander het werkterrein betreedt. Werking van het veiligheidssysteem Als u zeker weet dat u veilig in de achteruit kunt Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de maaien of een ander werktuig gebruiken, schakelt u motor alleen mogelijk te maken wanneer: de beveiliging werktuig-in-achteruit uit via de...
Gebruiksaanwijzing MOGELIJK GEVAAR Een kind of omstander kan door een achteruitrijdende tractor met ingeschakelde maaier overreden worden. WAT ER KAN GEBEUREN Contact met maaimes(sen) leidt tot ernstig (mogelijk fataal) letsel. m–1863 GEVAARLIJKE SITUATIES Figuur 11 VOORKOMEN Niet in de achteruit maaien, tenzij dat strikt 1.
Gebruiksaanwijzing Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) op “UITGESCHAKELD” en de rijsnelheidshendel in neutraal (vrij). Start nu de motor. Terwijl de MOGELIJK GEVAAR motor loopt, zet u de maaikoppelingshendel Als u het koppeling/rempedaal te snel op (aftakas) op “INGESCHAKELD”, u trapt de laat komen terwijl de machine in een koppeling in en zet de rijsnelheidshendel in de versnelling is geschakeld, kan de machine...
Gebruiksaanwijzing Tractor stoppen Zijafvoer of fijnmaken van gras Om de machine te stoppen, koppeling/rempedaal intrappen, versnelling in neutraal schakelen, maaikoppelingshendel (aftakas) uitschakelen en MOGELIJK GEVAAR contactsleutel op “OFF” draaien. Tevens de Zonder aangebrachte grasgeleider, parkeerrem aantrekken als u de machine onbeheerd afvoerafsluiter of complete grasvangbak achterlaat.
Gebruiksaanwijzing Aanbrengen van de Tips voor het maaien van gras zijafvoer-afsluiter Handgas op “SNEL” Om gemaaid gras fijn te maken, brengt u de Voor het beste maairesultaat en een maximale zijafvoer-afsluiter aan in de opening aan de zijkant luchtcirculatie zet u het handgas op “SNEL”. Om het van de maaier.
Pagina 23
Gebruiksaanwijzing Maai met de juiste regelmaat Onderkant van de maaikast schoonhouden Normaal gesproken om de 4 dagen. Bedenk echter dat gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om Gebruik de wasaansluiting om maaisel en vuil van de dezelfde maaihoogte te behouden, wat een goede onderkant van de maaier te verwijderen.
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Als u de sleutel in het contactslot laat zitten, kan een onbevoegde de motor starten. WAT ER KAN GEBEUREN Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Om per ongeluk starten van motor tijdens onderhoud te voorkomen sleutel uit contactschakelaar nemen en kabel van bougie trekken.
Onderhoud Bandenspanning: 138 kPa (banden gemerkt Rem afstellen “Kenda”, “Super Turf”) voor tractoren met Controleer de rem voordat u die afstelt. Zie Rem serienummer 9905001 en hoger. controleren, pagina 24. Om de remkracht te verhogen, de stelmoer (Fig. 15) 1/8 slag rechtsom draaien. Daarna opnieuw de rem controleren.
Onderhoud Zekeringen Open de motorkap. Trek de stekkers uit de aansluitingen op de lamphouders. Onderhoudsinterval/Specificatie Draai de lamphouder 1/4 slag linksom en verwijder deze uit de reflector (Fig. 17). De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er Gloeilamp indrukken, linksom draaien tot aan een zekering is doorgebrand, moet de bedrading op aanslag (ca.
Onderhoud Gloeilamp monteren Accu verwijderen Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in lamphouder en steek de lampvoet in de houder werking stellen en contactsleutel in de stand (Fig.
Onderhoud Accu monteren Zuurpeil controleren Zet de accu in de accubak. Voer de Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt ontluchtingsslang door de geleider en door de zich de accu. sleuf in de bodem van de bak (Fig. 20). Kijk aan de zijkant van de accu. Het zuur moet Belangrijk: Kijk omlaag in de opening in het tot aan de bovenste lijn staan (Fig.
Onderhoud Draai de vuldoppen weer op de accu. Bougie Onderhoudsinterval/Specificatie Accu opladen Vervang de bougie na elke 100 bedrijfsuren. Belangrijk: Zorg dat de accu altijd volledig Controleer de bougie elke 25 bedrijfsuren. Controleer geladen is (soortelijk gewicht 1,260). of de luchtspleet tussen de elektroden correct is Dit is vooral belangrijk om voordat u de bougie monteert.
Onderhoud Bougie controleren Brandstoftank Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 23). Brandstoftank aftappen Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. Belangrijk: Bougie nooit schoonmaken. Bougie MOGELIJK GEVAAR altijd vervangen bij: zwarte laag op Benzine is onder bepaalde omstandigheden...
Onderhoud Steek de brandstofslang op het filter. Schuif de Open de motorkap. slangklem over de slang heen tot dicht bij het Druk de uiteinden van de slangklemmen naar filter, om de slang op het filter vast te zetten. elkaar toe en schuif ze weg van het filter (Fig.
Onderhoud Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om Rubbermoer eraf draaien en papierfilter te voorkomen dat vuil in de motor komt en verwijderen (Fig. 27). schade veroorzaakt. Knop losdraaien en luchtfilterdeksel verwijderen (Fig. 25). m–1865 Figuur 27 1. Rubbermoer 2.
Onderhoud m–1866 Figuur 28 1. Schuimfilterelement 2. Olie m–1867 Figuur 29 Papierfilterelement 1. Papierfilterelement 2. Rubber afdichting A. Klop het filter voorzichtig tegen een vlak oppervlak om vuil en stof te verwijderen Schuimfilter en papierfilter monteren (Fig. 29). Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat B.
Onderhoud Motorolie parkeerrem in werking stellen en contactsleutel in de stand “OFF” draaien om de motor af te zetten. Onderhoudsinterval/Specificatie Open de motorkap. Olie verversen: Maak de omgeving van de peilstok (Fig. 30) Na de eerste 5 bedrijfsuren. schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat tot motorschade kan leiden.
Onderhoud Olie verversen/aftappen Start de motor en laat hem vijf minuten lopen. Warme olie kan beter afgetapt worden. Parkeer de machine zo dat de rechter voorkant iets lager dan de linkerkant staat, zodat de olie volledig kan worden afgetapt. Daarna maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in werking stellen en contactsleutel in de stand...
Onderhoud Maaimes(sen) controleren Maaimes verwijderen Verwijder de maaieenheid, zie Verwijderen van Verwijder de maaieenheid, zie Verwijderen van de maaieenheid, pagina 37. de maaieenheid, pagina 37. Controleer de snijranden (Fig. 32). Als de randen De maaieenheid voorzichtig kantelen. niet scherp zijn of bramen vertonen, Verwijder de bout, de klemring en het mes maaimes(sen) verwijderen en slijpen.
Onderhoud Maaimes(sen) slijpen Verwijderen van de maaieenheid Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden van het mes te slijpen (Fig. 34). Houd daarbij de oorspronkelijke hoek in stand. Het Parkeer de machine op een vlakke en horizontale mes blijft in balans als u van beide snijranden ondergrond.
Pagina 40
Onderhoud Verwijder de bouten en moeren en trek de twee scharnierbeugels van de maaier omlaag van de vooras af (Fig. 38). MOGELIJK GEVAAR De maaihoogtehendel staat onder veerspanning. WAT ER KAN GEBEUREN Als de maaieenheid wordt verwijderd, kan het mechanisme onder veerspanning plotseling losschieten en u of anderen verwonden.
Pagina 41
Onderhoud Verwijder de R-pen en ring van het uiteinde van de lange stang (Fig. 39). Schuif de stang nu uit de bevestigingsbeugel. Herhaal dit aan de andere zijde van de trekker. Belangrijk: Zet de lange stangen met touw of tape vast tegen het chassis, om ze tegen beschadiging te beschermen als u de maaier verwijdert.
Onderhoud Monteren van de maaieenheid Parkeer de machine op een vlakke en horizontale ondergrond. Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in werking stellen en contactsleutel in de stand “OFF” draaien om de motor af te zetten. Sleutel uit contactschakelaar nemen en kabel van de bougie trekken.
Onderhoud m–1851 1805 Figuur 42 Figuur 44 1. Stang 3. Stelbeugel 1. Veer 3. Veertrekker 2. R-pen en ring 4. bevestigingsbeugel 2. Bout Monteer de maaimeskoppelingsstang aan de 12. Controleer de horizontale stand van de maaier, maaimeskoppelingsarm arm en bevestig hem zie Horizontaal stellen van de maaier met de ring en R-pen (Fig.
Onderhoud Monteren van de mesdrijfriem horizontaal stelt, de voor- en achterbanden op de juiste spanning brengen. Zie Bandenspanning, Leg de nieuwe riem om de mespoelie heen en pagina 21 in het hoofdstuk Onderhoud onder beide riemgeleiders door (Fig. 45). Parkeer de machine op een vlakke en horizontale Riemgeleiders afstellen, zodat ze 3 mm (1/8”) ondergrond.
Onderhoud parkeerrem in werking stellen en contactsleutel in de stand “OFF” draaien om de motor af te zetten. Neem de sleutel uit de contactschakelaar en trek de bougiekabel van de bougie. Controleer de horizontale stand van de messen als u dat nog niet hebt gedaan, zie Horizontaal stellen van de maaier (dwarsrichting), pagina 42.
Pagina 46
Onderhoud Meet de lengte van de stang die uitsteekt aan de 10. Nu langzaam de rechter stelmoer draaien, totdat voorkant van het stelblok aan de zijkanten van beide stelmoeren in dezelfde stand staan. het chassis (Fig. 49). Als de lengte van de stang Belangrijk: Als de ingestelde schuinstand na niet 16 mm (5/8”) bedraagt, verwijdert u de afstelling niet in de ingestelde positie...
Onderhoud Bevestig een slangkoppeling aan de wasaansluiting op de maaier en draai de waterkraan helemaal open (Fig. 52). Zet de maaier op de laagste maaihoogte. Neem plaats op de zitting en start de motor. Schakel de maaikoppeling (aftakas) in en laat de maaier één à...
Onderhoud Reiniging en stalling Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en contactsleutel op “OFF” draaien om de motor te stoppen. Verwijder de sleutel. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor.
Pagina 49
12. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken. volledig opgeladen accu behoudt zijn Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende lading ongeveer 50 dagen bij Toro-dealer. temperaturen onder 4 C (40 F). Bij temperaturen boven 4 C (40 F) elke 13. Machine in een schone, droge garage of 30 dagen het zuurpeil van de batterij opslagruimte stallen.
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Startmotor draait niet. Maaikoppeling (aftakas) is Maaikoppeling (aftakas) INGESCHAKELD. UITSCHAKELEN. Parkeerrem is niet in werking Parkeerrem in werking stellen. gesteld. Accu is leeg. Accu opladen. Elektrische aansluitingen Controleer elektrische geoxydeerd of los. aansluitingen op goed contact.
Pagina 51
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor werkt niet op maximaal Beluchtingsopening van tankdop Tankdop reinigen of vervangen. vermogen (vervolg). oge ( e o g) verstopt. Vuil in brandstoffilter. Brandstoffilter vervangen. Vuil, water of oude benzine in Neem contact op met erkende brandstofsysteem.