Onderhoud
Accu opladen
BELANGRIJK: Zorg dat de accu altijd
volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,260).
Dit is vooral belangrijk om beschadiging van
de accu te voorkomen bij temperaturen onder
0 C.
1.
Neem de accu uit het chassis, zie: Accu
verwijderen, pagina 26.
2.
Controleer het zuurpeil, zie: Zuurpeil
controleren, pagina 27, stap 2–3.
3.
Neem de vuldoppen van de accu en sluit een
batterijlader van 3 - 4 A aan op de accupolen.
Laad de accu gedurende 4 uur op met 4 A of
minder (12 V). De accu niet overladen. Breng de
vuldoppen weer aan nadat de accu volledig
opgeladen is.
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEVAAR
Bij het opladen van de accu komen gassen
vrij.
WAT ER KAN GEBEUREN
Accugassen kunnen exploderen.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Houd sigaretten, vonken en open vuur uit
de buurt van de accu.
4.
Monteer de accu in het chassis, zie: Accu
monteren, pagina 26.
28
Bougie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang de bougie na elke 100 bedrijfsuren. Contro-
leer de bougie elke 25 bedrijfsuren. Controleer of de
luchtspleet tussen de elektroden correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van bougie en een voelermaat voor
het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Type: Champion RJ–19LM (of gelijkwaardig)
Elektrodenafstand: 0,762 mm
Bougie verwijderen
1.
Maaikoppeling uitschakelen, versnelling in
neutraal zetten, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel in de stand "STOP" draaien om de
motor af te zetten.
2.
Open de motorkap.
3.
Trek de kabel van de bougie (fig. 22). Maak de
omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
4.
Verwijder de bougie en de ring.
1
Figuur 22
1. Bougiekabel
1884
2
2. Bougie