Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 16-38 HXL
Pagina 1
Pour obtenir gratuitement une version en français de ce manuel, écrivez à l’adresse ci-dessous. N’oubliez pas d’indiquer les numéros de modèle et de série de votre produit. The Toro Company, Attn: Parts Dept., 8111 Lyndale Ave S, Bloomington, MN 55420–1196 Nederlands (NL)
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Instructies voor veilige U dient erop toe te zien dat de machine niet door kinderen wordt bediend of door volwassenen die bediening van (rijdende) niet van de instructies op de hoogte zijn. Voor de bestuurder kan een wettelijke minimumleeftijd maaimachines met zittende gelden.
Veiligheid Voor ingebruikname Gebruiksaanwijzing Draag tijdens het maaien altijd een lange broek Laat de motor niet in een afgesloten ruimte en stevige schoenen. Draag geen schoenen met lopen, omdat zich giftige koolmonoxydedampen open tenen en loop niet op blote voeten. kunnen verzamelen.
Veiligheid Maak geen scherpe bochten. Ga zorgvuldig als u een vreemd voorwerp raakt. te werk bij achteruit rijden. Controleer de maaier op beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit alvorens Gebruik contragewicht(en) of hem weer te gebruiken; wielgewichten, als dit in de bedieningshandleiding wordt geadviseerd.
Veiligheid Versleten of beschadigde onderdelen vervangen ten behoeve van een veilig gebruik. Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, dient dit buiten plaats te vinden. Let op dat bij machines met meer maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait. Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat, het maaiwerktuig laten zakken, tenzij u een afdoende mechanische vergrendeling...
Veiligheid Overzicht van symbolen Veiligheidsalarm Amputatiegevaar – maaier in achterwaartse beweging Veiligheidsalarm Blijf altijd op veilige afstand van de maaier Lees de bedieningshandleiding Blijf altijd op veilige afstand Raadpleeg technische hand- van de maaier leiding voor juiste onder- houdsprocedures Houd kinderen op veilige Uitgeworpen voorwerpen –...
Veiligheid Overzicht van symbolen Meerijden op deze machine Maaimes– basissymbool uitsluitend toegestaan op passagierszitplaats en als zicht van de bestuurder niet belemmerd wordt Maaimes - instelling maaihoogte Vingers of hand kunnen bekneld raken - zijwaartse kracht Maaier - zakken Maaier - heffen Terugslag of opwaartse beweging - opgeslagen energie...
Veiligheid Overzicht van symbolen Brandstof Snel Langzaam Brandstofvoorraad Toename/afname Leeg Aan/Lopen Uit/Stop Motor Laadtoestand van de accu Motor starten Koplampen – dim-/grootlicht Motor afzetten Remsysteem Hulpstarter Parkeerrem Koppeling Motortemperatuur Aftakas Motoroliedruk In werking stellen Buiten werking stellen Motoroliepeil Openen Sluiten Keuzeschakelaar...
Benzine en olie Aanbevolen benzine Gebruik ONGELODE normaalbenzine voor MOGELIJK GEVAAR automobielen (octaangehalte minimaal 85). Gelode Benzine is onder bepaalde omstandigheden normaalbenzine kan worden gebruikt als ongelode uitermate brandbaar en explosief. benzine niet verkrijgbaar is. WAT ER KAN GEBEUREN Belangrijk: Nooit methanol, benzine die Brand of explosie van benzine kan methanol bevat, gasohol met meer brandwonden of schade aan eigendommen...
Benzine en olie Stabilizer/Conditioner Brandstoftank met benzine vullen Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine: Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. Houdt de benzine vers gedurende stalling van 90 dagen of minder. Voor langere stalling wordt Omgeving van beide brandstoftankdoppen aanbevolen alle benzine uit de tank af te tappen.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheids- instructies in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezins- leden, omstanders, dieren en u zelf voorkomen. Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Fig.
Gebruiksaanwijzing Parkeerrem Bestuurdersstoel instellen Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de U kunt de stoel naar voren en naar achteren machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Gebruiksaanwijzing Bedienen van de maai- Instellen van de maaihoogte koppelingshendel (aftakas) Met de maaihoogtehendel (maaikastverstelling) stelt u de maaier op de gewenste maaihoogte in. Met de maaikoppelingshendel (aftakas) schakelt u de aandrijving naar het maaimes (de maaimessen) in of De maaihoogte kan in zeven standen worden uit.
Gebruiksaanwijzing Nadat de motor is aangeslagen, beweegt u het handgas langzaam in de stand “SNEL” (Fig. 8). Als de motor hapert, zet u het handgas enkele seconden terug op “CHOKE”. Zet het handgas vervolgens weer op “SNEL”. Herhaal dit indien nodig.
Gebruiksaanwijzing Stoppen Werken in de achteruit Zet het handgas in de stand “LANGZAAM” Er is een beveiliging ingebouwd die voorkomt dat de (Fig. 8). maaikoppeling (aftakas) kan worden ingeschakeld terwijl de tractor achteruit rijdt. Als de tractor in de Draai de contactsleutel in de stand “OFF” (uit) achteruit wordt geschakeld terwijl de maaier of een (Fig.
Gebruiksaanwijzing is. Dit voorkomt dat de tractor in de achteruit wordt gebruikt met ingeschakelde maaier of ander werktuig. Verwijder altijd zowel de contactsleutel als de sleutel van de “Key Choice” schakelaar en bewaar ze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen als u de tractor onbeheerd achterlaat.
Gebruiksaanwijzing Zet u de maaikoppelingshendel (aftakas) op Machine in bedrijf stellen “UITGESCHAKELD” en lost u de parkeerrem. Zet de regelstang voor de aandrijving in de stand Draai de contactsleutel in de stand “START”. De “BEDRIJF”. Hiermee schakelt u de aandrijving startmotor mag niet gaan draaien.
Gebruiksaanwijzing Belangrijk: Om schade aan de transmissie te voorkomen, altijd eerst de parkeer- rem lossen alvorens het rijpedaal te MOGELIJK GEVAAR bedienen. Iemand zou de tractor kunnen bedienen of wegrijden wanneer u de tractor onbeheerd achterlaat. WAT ER KAN GEBEUREN Kinderen of omstanders kunnen gewond raken door onbevoegd gebruik van de tractor.
Gebruiksaanwijzing Zijafvoer of fijnmaken van gras Aanbrengen van de zijafvoer- afsluiter Om gemaaid gras fijn te maken, brengt u de zijafvoer- afsluiter aan in de opening aan de zijkant van de MOGELIJK GEVAAR maaier. Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter of complete grasvangbak Til de grasgeleider op en schuif de lippen boven kunnen u of anderen in aanraking met het op de afsluiter onder de bevestigingsstang van de...
Gebruiksaanwijzing Tips voor het maaien van gras Gras niet te kort afmaaien Als de maaibreedte van de maaier groter is dan die Handgas op “SNEL” van de maaier die u voorheen gebruikte, zet u de maaihoogte één stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat Voor het beste maairesultaat en een maximale lucht- oneffenheden te kort worden afgemaaid.
Onderhoud Onderhoudsschema Voor Elke Elke Elke Vóór Aan- Werkzaamheden gebruik 5 uur 25 uur 50 uur stalling Voorjaar tekeningen Olie verversen — eerste keer Olie — periodieke verversing Oliepeil controleren Oliefilter Veiligheidssysteem controleren Maaimes controleren Remsysteem controleren Chassis doorsmeren Vaker onder Vaker onder Luchtfilter —...
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Als u de sleutel in de contactschakelaar laat zitten, zou iemand de motor kunnen starten. WAT ER KAN GEBEUREN Onbedoeld starten van de motor kan ernstig letsel van u of omstanders veroorzaken. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Om per ongeluk starten van motor tijdens onderhoud te voorkomen sleutel uit contactschakelaar nemen en kabel van bougie trekken.
De rem bevindt zich aan de rechterkant van de op met uw erkende Toro-dealer. achteras, in het achterwiel (Fig. 17). Als de parkeer- rem slipt, moet die worden afgesteld.
Onderhoud Zekeringen Gloeilamp indrukken, linksom draaien tot aan aanslag (ca. 1/4 slag) en uit de lamphouder nemen (Fig. 20). Onderhoudsinterval/Specificatie De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een zekering is doorgebrand, moet de bedrading op kortsluiting worden gecontroleerd.
Onderhoud Aan de lamphouder zitten twee lippen (Fig. 19). Houd de lippen voor de sleuven in de reflector, steek de lamphouder in de reflector en draai deze 1/4 slag rechtsom tot aanslag. Druk de stekkers op de polen van de lamphouder.
Onderhoud 1878 Figuur 23 1. Vuldoppen 3. ONDERSTE lijn 2347 2. BOVENSTE lijn Figuur 22 1. Accu 4. Sleuf in accubak 2. Accubak 5. Gat in frame Accu bijvullen met gedestilleerd water 3. Ontluchtingsslang U kunt de accu het best bijvullen met gedestilleerd water voordat u de machine gaat gebruiken.
Onderhoud Controleer het zuurpeil, zie Zuurpeil controleren, Bougie verwijderen pagina 30, stap 2–3. Maaikoppelingshendel (aftakas) uitschakelen, Neem de vuldoppen van de accu en sluit een parkeerrem in werking stellen en contactsleutel batterijlader van 3-4 A aan op de accupolen. op “OFF” draaien om de motor te stoppen. Laad de accu gedurende 4 uur op met 4 A of Open de motorkap.
Onderhoud Controleer de elektrodenafstand (Fig. 25). De Brandstoftank zij-elektrode verbuigen (Fig. 25) om de juiste afstand in te stellen. Aftappen van benzine uit de brandstoftank 0,762 mm (0.030”) MOGELIJK GEVAAR Onder bepaalde omstandigheden is benzine uiterst brandbaar en explosief. WAT ER KAN GEBEUREN Brand of explosie kan brandwonden bij u of anderen en schade aan eigendommen 1870...
Onderhoud Trek de brandstofslang van het filter (Fig. 26) en Maaikoppelingshendel (aftakas) uitschakelen, laat de benzine in een benzineblik of opvangbak parkeerrem in werking stellen en contactsleutel lopen. op “OFF” draaien om de motor te stoppen. NB.: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit Open de motorkap.
Onderhoud m–1798 1865 Figuur 27 Figuur 29 1. Knop 2. Luchtfilterdeksel 1. Rubbermoer 2. Papierfilterelement Schuif het schuimfilter voorzichtig van het papierfilter af (Fig. 28). Schuimfilter en papierfilter reinigen Schuimfilterelement A. Schuimfilter in warm water met vloeibare zeep wassen. Grondig in schoon water uitspoelen.
Onderhoud Papierfilter Schuimfilter en papierfilter installeren A. Klop het filter voorzichtig tegen een vlak Belangrijk: motor nooit laten lopen zonder dat oppervlak om vuil en stof te verwijderen het complete luchtfilter gemonteerd (Fig. 31). is, daar anders de motor beschadigd kan worden.
Onderhoud Motorolie Motoroliepeil controleren Parkeer de machine op een vlakke en horizontale Onderhoudsinterval/Specificatie ondergrond. Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en Olie verversen: contactsleutel op “OFF” draaien om de motor te stoppen. Na de eerste 5 bedrijfsuren. Open de motorkap. Na elke 25 bedrijfsuren.
Onderhoud Olie verversen/aftappen Oliefilter vervangen — Onderhoudsinterval/Specificatie Start de motor en laat hem vijf minuten lopen. Warme olie kan beter afgetapt worden. Vervang het oliefilter elke 50 uur of bij elke 2e olieverversing. Parkeer de machine zo dat de rechter voorkant iets lager dan de linkerkant staat, zodat de olie NB.: Het oliefilter moet vaker worden...
Onderhoud Maaimes Om een goed maairesultaat te behouden, maaimes(sen) scherp houden. Een of meer extra maaimessen vergemakkelijken het slijpen en vervangen. MOGELIJK GEVAAR Een versleten of beschadigd maaimes kan breken en stukjes mes kunnen worden Figuur 35 uitgeworpen naar bestuurder of 1.
Onderhoud Maaimes(sen) slijpen Verwijderen van de maaieenheid Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden van het mes te slijpen (Fig. 37). Houd daarbij de oorspronkelijke hoek in stand. Het Parkeer de machine op een vlakke en horizontale mes blijft in balans als u van beide snijranden ondergrond.
Pagina 42
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR De maaihoogtehendel staat onder veerspanning. WAT ER KAN GEBEUREN Als de maaieenheid wordt verwijderd, kan het mechanisme onder veerspanning plotseling losschieten en u of anderen verwonden. 2384 GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Figuur 40 Zet de maaihoogtehendel in stand “D” en 1.
Onderhoud 11. Verwijder de R-pen en ring van de stelbeugel van de maaier (Fig. 42). Schuif de beugel van de pen af. De ring en R-pen er weer op aanbrengen, zodat ze niet zoekraken. 12. Draai de stelbeugel omhoog naar het frame toe en haak de stang zolang in één van de gaten.
Pagina 44
Onderhoud zijn om de riem tijdens bedrijf op de poelie te houden. Als de ruimte groter dan 3,2 mm (1/8”) is, de riemgeleider(s) afstellen en goed vastzetten. De riemgeleider(s) mag (mogen) niet in contact met de poelie komen. Monteer de scharnierbeugels voor de maaier aan de vooras met bouten en moeren (Fig.
Onderhoud 14. Zet de maaihoogtehendel (maaikastverstelling) in stand “D”, zodat u de veer van de maai- hoogteverstelling gemakkelijker kunt aanbrengen. 15. Haak de veer van de maaihoogteverstelling aan de bout (Fig. 39), met behulp van de veertrekker die bij de tractor geleverd is. 16.
Onderhoud Monteer de kappen op de linker en rechter poelie Horizontaal stellen van de met behulp van de schroeven (Fig. 48). maaier (dwarsrichting) Monteer de maaieenheid, zie Monteren van de maaieenheid, pagina 41. De maaier moet in dwarsrichting horizontaal staan. Controleer de horizontale stand van de maaier telkens wanneer u de maaieenheid monteert, of wanneer het maairesultaat onregelmatig is.
Onderhoud Verwijder de R-pen en ring van de stelbeugel Schuinstand van de maaier (Fig. 50). Om mes(sen) horizontaal te stellen, de (lengterichting) stelbeugel in een ander gat plaatsen en de ring en R-pen weer aanbrengen (Fig. 50). Met een gat Controleer de schuinstand van de maaier telkens aan de voorkant zet u het mes lager en met een wanneer u de maaieenheid monteert.
Pagina 48
Onderhoud 16 mm (5/8”) Om de schuinstand in lengterichting af te stellen, de bevestigingsbouten van de plaat aan de voor- kant iets losdraaien (Fig. 53). De moeren op de oogbouten draaien om de afstelling te veranderen (Fig. 53). Om de voor- kant van de maaier omhoog te brengen, de moer op de oogbout vastdraaien.
Onderhoud Onderkant van de maaikast wassen Was na elk gebruik de onderkant van de maaikast, om aankoeken van maaisel te voorkomen en goed fijnmaken en verspreiden van het maaisel te verzekeren. Parkeer de machine op een verharde, vlakke ondergrond. Maaikoppeling (aftakas) m–2921 uitschakelen en contactsleutel in de stand “OFF”...
Onderhoud Reiniging en stalling cilinderwand te verspreiden. Monteer de bougie(s), zie Bougie, pagina 31. De bougiekabel(s) niet op de bougie(s) drukken. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai de contactsleutel in de stand Neem de accu uit het chassis, controleer het “OFF”...
Pagina 51
Onderhoud B. Laat de motor lopen om de brandstof met conditioner door het brandstofsysteem te verdelen (5 minuten). C. Stop de motor, laat die afkoelen en tap alle brandstof uit de tank af; zie Brandstoftank, pagina 32. D. Start de motor opnieuw en laat hem lopen tot hij stopt.
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Startmotor draait niet. Maaidekhendel (aftakas) is Maaidekhendel (aftakas) INGESCHAKELD. UITSCHAKELEN. Parkeerrem niet in werking Stel parkeerrem in werking. gesteld. Accu is leeg. Batterij opladen. Elektrische aansluitingen Controleer elektrische geoxydeerd of los. aansluitingen op goed contact. Zekering doorgebrand.
Pagina 53
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor levert te weinig Motor overbelast. Rijsnelheid verlagen. vermogen. Luchtfilter vuil. Luchtfilterelement reinigen. Oliepeil in carter te laag. Carter bijvullen met motorolie. Koelribben en luchtkanalen onder Obstructie van koelribben en motorkoelinghuis verstopt. luchtkanalen verwijderen.
Pagina 54
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Onregelmatige Bandenspanning niet correct. Banden op juiste spanning maaihoogte. maaihoogte. brengen. Maaier niet goed horizontaal. Maaier horizontaal stellen (dwarsrichting) en schuinstand (lengterichting) afstellen. Onderkant van maaier is vuil. Onderkant van maaier schoonmaken.