2
Figuur 31
1. Papierfilterelement
Schuimfilter en papierfilter installeren
BELANGRIJK: Motor nooit laten lopen
zonder dat het complete luchtfilter
gemonteerd is, daar anders de motor
beschadigd kan worden.
1.
Schuif het schuimfilter voorzichtig over het
papierfilterelement (fig. 28).
2.
Schuif het complete filter op het draadeind.
Schroef de rubbermoer met de hand vast tegen
het luchtfilter aan (fig. 29).
NB.:
De rubber afdichting moet vlak tegen
de bodem van het luchtfilter aan
liggen.
3.
Monteer het luchtfilterdeksel en de knop
(fig. 27). De knop met de hand vastdraaien.
4.
Sluit de motorkap.
1
1867
2. Rubber afdichting
Motorolie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Olie verversen:
Na de eerste 5 bedrijfsuren.
Na elke 25 bedrijfsuren.
NB.:
De motorolie moet vaker worden
ververst bij gebruik in zeer stoffige of
vuile omstandigheden.
Type olie: detergente olie (API-klasse SE, SF of SG)
Carterinhoud: 1400 cc/1,4 l
Viscositeit: zie onderstaande tabel
GEBRUIK OLIESOORTEN MET DEZE
SAE-VISCOSITEIT
–20
0
20
40
F
–30
–20
–10
0
C
Motoroliepeil controleren
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling uitschakelen,
versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in
werking stellen en contactsleutel in de stand
"STOP" draaien om de motor af te zetten.
2.
Open de motorkap.
3.
Maak de omgeving van de peilstok (fig. 32)
schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan
komen, wat in motorschade kan resulteren.
4.
Peilstok eruit draaien en metalen deel met een
doek schoonvegen (fig. 32).
Onderhoud
60
80
100
10
20
30
40
35