Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 14-38 XLE
Pagina 1
NR. 3321-916 Wheel Horse 14-38 XLE Gazontractor Model nr. 71220 - 9900001 en hoger Gebruikershandleiding BELANGRIJK Lees deze handleiding aandachtig door. De handleiding bevat informatie ten behoeve van uw veiligheid en die van anderen. Zorg dat u vertrouwd bent met de plaats en functie van de bedieningsorganen voordat u de machine gaat gebruiken.
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Deze machine voldoet ten minste aan de Europese Bediening algemeen normen, van kracht op het moment van Zorg ervoor dat u alle instructies in de produktie. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruikershandleiding en op de tractor hebt gebruiker of eigenaar kan echter letsel gelezen, begrepen en opgevolgd voordat u de veroorzaken.
V eiligheid 10. Schakel de maaimessen uit als u niet maait. Rijd langzaam en in een lage versnelling, zodat u niet hoeft te stoppen of te schakelen terwijl u op 11. Handen, voeten, haar en losse kleding uit de de helling rijdt. buurt houden van het afvoergedeelte van werktuigen, de onderkant van de maaier of Volg de aanbevelingen van de fabrikant voor...
Pagina 6
V eiligheid Kinderen Onderhoud Er kunnen ernstige ongevallen gebeuren als de Stop de motor en maak de bougiekabel(s) los bestuurder niet let op de aanwezigheid van kinderen. alvorens service, reparatie, onderhoud of Kinderen worden vaak aangetrokken door de machine afstellingen te verrichten. en het maaien.
V eiligheid Nooit proberen veiligheidsvoorzieningen te Geluidsdruk omzeilen. Controleer de veiligheids- voorzieningen op een goede werking vóór elk Deze machine produceert een continu-geluidsdruk gebruik. volgens A-norm bij het oor van de bestuurder van 88 dB(A), op basis van metingen uitgevoerd op Houd de machine vrij van gras, bladeren of identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG en ander vuil.
V eiligheid Overzicht van symbolen Veiligheidsalarm Amputatiegevaar - maaier in achterwaartse beweging Veiligheidsalarm Blijf altijd op veilige afstand van de maaier Lees de bedieningshandleiding Blijf altijd op veilige Lees de bedieningshandleiding afstand van de maaier voor de juiste onderhouds- procedures Uitgeworpen voorwerpen- Houd kinderen op veilige gevaar voor alle lichaams-...
Pagina 10
V eiligheid Overzicht van symbolen Maaimes - Meerijden op deze machine basissymbool uitsluitend toegestaan op passagierszitplaats en als zicht van de bestuurder niet Maaimes - belemmerd wordt instelling maaihoogte Vingers of hand kunnen Maaier - zakken bekneld raken - zijwaartse kracht Maaier - heffen Terugslag of opwaartse beweging - opgeslagen energie...
Pagina 11
V eiligheid Overzicht van symbolen Brandstof Snel Langzaam Brandstofvoorraad Toename/afname Leeg Aan/Lopen Uit/Stop Motor Laadtoestand van de accu Motor starten Koplampen- Dim-/grootlicht Motor stoppen Remsysteem Choke Parkeerrem Koppeling Motortemperatuur Aftakas Motorolie- Inschakelen druk Uitschakelen Motoroliepeil Openen Sluiten Keuzeschakelaar...
Benzine en olie Aanbevolen benzine Gebruik LOODVRIJE normaalbenzine voor MOGELIJK GEVAAR automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode Benzine is onder bepaalde omstandigheden normaalbenzine kan worden gebruikt als loodvrije uitermate brandbaar en explosief. benzine niet verkrijgbaar is. WAT ER KAN GEBEUREN Belangrijk: Gebruik nooit methanol, benzine die Brand of explosie van benzine kan methanol bevat, gasohol die meer brandwonden of schade aan eigendommen...
Benzine en olie Stabilizer/Conditioner Brandstoftank met benzine vullen Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. Gebruik van stabilizer/conditioner in Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. de machine: Omgeving van beide brandstoftankdoppen Houdt de benzine vers gedurende stalling van reinigen en doppen afnemen.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en u zelf voorkomen. Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (fig. 1) voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Gebruiksaanwijzing Parkeerrem Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Parkeerrem in werking stellen Trap het koppeling/rempedaal (fig. 2) in en houd het ingetrapt. Beweeg de parkeerremhendel (fig. 2) omhoog en laat het koppeling/rempedaal langzaam opkomen.
Gebruiksaanwijzing Bestuurdersstoel instellen Bedienen van de maaikoppelingshendel U kunt de stoel naar voren en naar achteren (aftakas) verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit. Met de maaikoppelingshendel (aftakas) schakelt u de aandrijving naar het maaimes (de maaimessen) in of Til de zitting op en draai de afstelknop los uit.
Gebruiksaanwijzing Maaimes(sen) uitschakelen Trap het koppeling/rempedaal in om de machine te stoppen. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) in de stand “UITGESCHAKELD” (fig. 4). Instellen van de maaihoogte 1505 Figuur 6 Met de maaihoogtehendel (maaikastverstelling) stelt 1. Wiel 3. Moer u de maaier op de gewenste maaihoogte in. 2.
Gebruiksaanwijzing Belangrijk: Wanneer de motor na 30 seconden Stoppen draaien van de startmotor nog niet is Zet het handgas in de stand LANGZAAM aangeslagen, draait u de contact- (fig. 9). sleutel in de stand “OFF”. Laat de startmotor afkoelen, zie: Problemen, Draai de contactsleutel in de stand “OFF”...
Pagina 19
Gebruiksaanwijzing Maai nooit terwijl u achteruit rijdt, tenzij dat veilige plaats buiten het bereik van absoluut noodzakelijk is. Als u in de achteruit moet kinderen als u de tractor onbeheerd maaien of andere door de aftakas aangedreven achterlaat. werktuigen moet gebruiken (sneeuwruimer, grondwerktuig), kan de beveiliging werktuig-in- achteruit tijdelijk worden uitgeschakeld.
Gebruiksaanwijzing Met de rijsnelheidshendel op neutraal “N” zet u de maaikoppelingshendel (aftakas) op “UITGESCHAKELD” en lost u de parkeerrem. Draai de contactsleutel in de stand “START”. De startmotor mag niet gaan draaien. Met de rijsnelheidshendel op neutraal “N” stelt u de parkeerrem in werking.
Gebruiksaanwijzing NB.: Om achteruit te rijden met Tractor stoppen ingeschakelde aftakas moet de beveiliging werktuig-in-achteruit Om de machine te stoppen, koppeling/rempedaal worden uitgeschakeld met behulp van intrappen, versnelling in neutraal schakelen, de keuzeschakelaar met sleutel, aan de maaikoppelingshendel (aftakas) uitschakelen en voorzijde onder de stoel.
Gebruiksaanwijzing Zijafvoer of fijnmaken van gras Aanbrengen van de zijafvoer-afsluiter Om gemaaid gras fijn te maken, brengt u de zijafvoer-afsluiter aan in de opening aan de zijkant MOGELIJK GEVAAR van de maaier. Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter of complete grasvangbak Stop de motor en verwijder de contactsleutel. kunnen u of anderen in aanraking met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen Til de grasgeleider op en schuif de lippen boven...
Gebruiksaanwijzing Tips voor het maaien van gras Gras niet te kort afmaaien Als de maaibreedte van de maaier groter is dan die Handgas op “SNEL” van de maaier die u voorheen gebruikte, zet u de maaihoogte één stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat Voor het beste maairesultaat en een maximale oneffenheden te kort worden afgemaaid.
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Als u de sleutel in het contactslot laat zitten, kan een onbevoegde de motor starten. WAT ER KAN GEBEUREN Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Om per ongeluk starten van motor tijdens onderhoud te voorkomen sleutel uit contactschakelaar nemen en kabel van bougie trekken.
Onderhoud Bandenspanning: 138 kPa (20 psi) (banden Rem afstellen gemerkt “Kenda”, “Super Turf”) voor Controleer de rem voordat u die afstelt. Zie Rem tractoren met serienummer 9905001 en controleren, pagina 24. hoger. Om de remkracht te verhogen, de stelmoer (fig. 16) 1/8 slag rechtsom draaien. Daarna opnieuw de rem controleren.
Onderhoud Zekeringen Gloeilamp verwijderen Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, Onderhoudsinterval/Specificatie versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in werking stellen en contactsleutel in de stand De elektrische installatie is beveiligd door middel van “OFF” draaien om de motor af te zetten. zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een zekering is doorgebrand, moet de bedrading op Open de motorkap.
Onderhoud Gloeilamp monteren Accu verwijderen Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in lamphouder en steek de lampvoet in de houder werking stellen en contactsleutel in de stand (fig.
Onderhoud Accu monteren Zuurpeil controleren Zet de accu in de accubak. Voer de Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt ontluchtingsslang door de geleider en door de zich de accu. sleuf in de bodem van de bak (fig. 21). Kijk aan de zijkant van de accu. Het zuur moet Belangrijk: Kijk omlaag in de opening in het tot aan de bovenste lijn staan (fig.
Onderhoud Draai de vuldoppen weer op de accu. Bougie Onderhoudsinterval/Specificatie Accu opladen Vervang de bougie na elke 100 bedrijfsuren. Belangrijk: Zorg dat de accu altijd volledig Controleer de bougie elke 25 bedrijfsuren. Controleer geladen is (soortelijk gewicht 1,260). of de luchtspleet tussen de elektroden correct is Dit is vooral belangrijk om voordat u de bougie monteert.
Onderhoud Bougie controleren Brandstoftank Bekijk de binnenkant van de bougie (fig. 24). Brandstoftank aftappen Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. Belangrijk: Bougie nooit schoonmaken. Bougie MOGELIJK GEVAAR altijd vervangen bij: zwarte laag op Benzine is onder bepaalde omstandigheden...
Onderhoud Steek de brandstofslang op het filter. Schuif de Open de motorkap. slangklem over de slang heen tot dicht bij het Druk de uiteinden van de slangklemmen naar filter, om de slang op het filter vast te zetten. elkaar toe en schuif ze weg van het filter (fig.
Onderhoud Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om Rubbermoer eraf draaien en papierfilter te voorkomen dat vuil in de motor komt en verwijderen (fig. 28). schade veroorzaakt. Knop losdraaien en luchtfilterdeksel verwijderen (fig. 26). m–1865 Figuur 28 1. Rubbermoer 2.
Onderhoud m–1866 Figuur 29 1. Schuimfilterelement 2. Olie m–1867 Figuur 30 Papierfilterelement 1. Papierfilterelement 2. Rubber afdichting A. Klop het filter voorzichtig tegen een vlak oppervlak om vuil en stof te verwijderen Schuimfilter en papierfilter monteren (fig. 30). Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat B.
Onderhoud Motorolie Maak de omgeving van de peilstok (fig. 31) schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat tot motorschade kan leiden. Onderhoudsinterval/Specificatie Peilstok eruit draaien en metalen deel met een Olie verversen: doek schoonvegen (fig. 31). Na de eerste 5 bedrijfsuren.
Onderhoud versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in Maaimes werking stellen en contactsleutel in de stand “OFF” draaien om de motor af te zetten. Om een goed maairesultaat te behouden, maaimes(sen) scherp houden. Een of meer extra Open de motorkap. maaimessen vergemakkelijken het slijpen en vervangen.
Onderhoud Controleer het mes (de messen), met name het gebogen deel (fig. 33). Als u beschadiging, slijtage of een gevormde sleuf in dit deel constateert (fig. 33), het mes direct vervangen. m–1886 Figuur 34 1. Bout 4. As 2. Meshouder 5.
Onderhoud Controleer de balans van het mes met een Verwijder de veer van de maaihoogte-instelling mesbalans (fig. 36). Als het mes horizontaal van de bout (fig. 37), met behulp van de bij de blijft, is het in balans en geschikt voor gebruik. tractor geleverde veertrekker.
Pagina 40
Onderhoud Leg de kabel opzij in de framerand, zodat die 11. Verwijder de R-pen en ring van de stelbeugel niet in de drijfriemen of poelies vast komt te van de maaier (fig. 40). Schuif de beugel van de zitten. pen af. De ring en R-pen er weer op aanbrengen, zodat ze niet zoekraken.
Onderhoud aanbrengen. Als u de riem niet op deze manier kunt aanbrengen, draait u de bevestigingsbouten en -moeren van de riemgeleiders los. Belangrijk: De riemgeleiders niet van de poelie af buigen. De ruimte tussen de riemgeleider en de rand van de poelie mag maximaal 3,175 mm (1/8”) bedragen, om te zorgen dat de riem om de poelie blijft zitten bij...
Pagina 42
Onderhoud 12. Zet de maaikoppelingshendel op het dashboard op “INGESCHAKELD”. Meet de afstand tussen de haken aan de uiteinden van de veer (fig. 45). Moeren afstellen totdat een lengte van 150 mm (6”) wordt bereikt (fig. 45). 13. Moeren goed vastdraaien en maaikoppeling uitschakelen.
Onderhoud 16. Controleer de horizontale stand van de messen; zie Horizontaal stellen van de maaier (dwarsrichting), pagina 41. Mesdrijfriem Verwijderen van de mesdrijfriem Verwijder de maaieenheid, zie Verwijderen van de maaieenheid, pagina 37. Verwijder de bevestigingsschroeven en de kappen van beide poelies van de mesaandrijving m–1890 (fig.
Onderhoud Zet de maaihoogtehendel in stand “C”. Draai de maaimessen voorzichtig totdat ze evenwijdig staan (fig. 48). Meet de afstand tussen de buitenste snijranden en de vlakke ondergrond (fig. 48). Als beide afstanden meer dan 5 mm (3/16”) bedragen, is afstelling nodig. Zie stap 5 en 6.
Pagina 45
Onderhoud Meet de lengte van de stang die uitsteekt aan de voorkant van het stelblok aan de zijkanten van het chassis (fig. 50). Als de lengte niet 16 mm (5/8”)bedraagt, verwijdert u de R-pen en ring van het uiteinde van de stang (fig. 50). Draai de stang totdat de uitsteeklengte 16 mm (5/8”) bedraagt.
Onderhoud Nadat u de moeren op de oogbouten gelijk hebt Bevestig een tuinslang met slangkoppeling aan afgesteld, controleert u de schuinstand opnieuw. de wasaansluiting op de maaier en draai de Stel de moeren indien nodig bij, totdat de waterkraan helemaal open (fig. 53). voorste punt van het maaimes 0-9,2 mm (0-3/8”) NB.: Breng zuurvrij vet (vaseline) aan op de...
Onderhoud Luchtfilteronderhoud, zie: Luchtfilter, pagina 31. Chassis doorsmeren, zie: Smeren, pagina 23. MOGELIJK GEVAAR Motorolie verversen, zie: Motorolie, pagina 34. Door een beschadigde of ontbrekende wasaansluiting kunnen voorwerpen worden Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand uitgeworpen of is contact met het maaimes ervan, zie: Bougie, pagina 29.
Pagina 48
Beschadigde of defecte delen repareren of vervangen. 12. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken. Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende Toro-dealer. 13. Machine in een schone, droge garage of opslagruimte stallen. Sleutel uit contactslot nemen en onthouden waar u die bewaart.
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Startmotor draait niet. Maaikoppeling (aftakas) is Maaikoppeling (aftakas) INGESCHAKELD. UITSCHAKELEN. Parkeerrem is niet in werking Parkeerrem in werking stellen. gesteld. Accu is leeg. Accu opladen. Elektrische aansluitingen Controleer elektrische geoxydeerd of los. aansluitingen op goed contact.
Pagina 50
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor werkt niet op maximaal Beluchtingsopening van tankdop Tankdop reinigen of vervangen. vermogen (vervolg). oge ( e o g) verstopt. Vuil in brandstoffilter. Brandstoffilter vervangen. Vuil, water of oude benzine in Neem contact op met erkende brandstofsysteem.