Oliepeil
LET OP: Controleer het peil regel-
matig en vul bij indien nodig. Voeg
niet teveel toe. Een te hoog olie-
peil kan ernstige schade aan de mo-
tor/transmissie aanrichten. Wis ge-
morste olie weg.
LINKERKANT VAN BEDIENINGSPANEEL
1. Peilstok
Plaats het voertuig op een vlak opper-
vlak, laat de motor ongeveer 1 minuut
draaien en stop hem vervolgens. Con-
troleer het oliepeil als volgt:
1. Verwijder de peilstok en maak
hem schoon.
2. Schroef de peilstok in tot hij de
bodem raakt.
3. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Dit moet dicht bij het
bovenste merkteken liggen.
______________________
76
1. Vol
2. Toevoegen
3. Bedrijfsbereik
Verwijder de peilstok om olie toe te
voegen. Steek een trechter in de buis
om morsen te voorkomen.
Voeg een beetje olie toe en controleer
het oliepeil opnieuw.
Herhaal dit tot het oliepeil het boven-
ste merkteken op de peilstok heeft be-
reikt. Voeg niet teveel toe.
Bevestig de peilstok correct.
Motorkoelvloeistof
Aanbevolen koelvloeistof
Gebruik altijd ethyleenglycol-antivries
met anticorrosiemiddel, speciaal be-
stemd voor aluminium interne ver-
brandingsmotoren.
Het koelsysteem moet worden gevuld
met voorgemengde koelvloeistof van
BRP (stuknr. 219 700 362) of met ge-
destilleerd water en een antivriesmid-
del (50% water, 50% antivries).