MOTOR/TRANSMISSIE
In dit hoofdstuk leest u onder meer
hoe u de vloeistoffen ververst. Hoe u
het vloeistofpeil controleert en vloei-
stoffen toevoegt leest u in VLOEI-
STOFFEN.
Oliewissel en vervanging
oliefilter
De olie en de filter moeten op hetzelf-
de ogenblik worden vervangen. De
oliewissel dient met een warme mo-
tor te gebeuren.
WAARSCHUWING
De motorolie kan erg heet zijn.
Wacht tot de motorolie warm is.
Zet het voertuig op een vlak oppervlak.
Verwijder de peilstok.
Maak de plaats rond de olieaftapplug
schoon.
Zet een opvangbak onder de motoraf-
tapplug.
Verwijder de aftapplug en laat alle olie
uit de tank lopen. Wis eventueel ge-
morste olie van het chassis.
ONDER HET VOERTUIG
1. Olieaftapplug
Wacht lang genoeg zodat alle olie uit
de oliefilter kan lekken.
Schroef het oliefilterdeksel los.
Verwijder de oliefilter en breng er een
nieuwe aan.
OPMERKING: Controleer de O-ring en
vervang hem indien nodig.
RECHTERKANT VAN DE MOTOR
1. Oliefilterdeksel
2. Oliefilter
3. O-ring
Wis eventueel gemorste olie van de
motor.
Vervang de pakking van aftappluggen.
Maak de plaats voor de pakking op de
motor, de olietank en de olieaftapplug-
gen schoon en breng de pluggen weer
aan.
Vul de olietank tot het juiste niveau
met de aanbevolen olie. Raadpleeg de
SPECIFICATIES voor de inhoud.
Start de motor en laat hem enkele mi-
nuten stationair draaien.
Controleer of het RODE verklikker-
lichtje blijft branden. Is dit het geval,
stop dan de motor en ontlucht het
systeem door de oliefilter en de ont-
luchtingsschroef te verwijderen.
_____________________
99