Nadat uw voertuig is gekanteld of een
tijdje op zijn zijkant heeft gelegen,
moet u altijd het RODE motorverklik-
kerlichtje controleren na het starten.
Als het lichtje blijft branden, moet u
de motor stoppen en de SPECIALE
PROCEDURES raadplegen.
LET OP: Als u de motor niet on-
middellijk stillegt wanneer het RO-
DE motorverklikkerlichtje aangaat,
kan dit de levensduur van de motor
nadelig beïnvloeden.
9) Vloeistofreservoir
voorrem
Dit zit boven de voorremhendel.
1. Voorrem-vloeistofreservoir
10) Brandstofklep
Deze zit rechts onder de brandstof-
tank. Het is een draaiklep met 3 stan-
den: OFF (uit), ON (aan), RES. Draai
de wijzer van de knop op ON, OFF of
RES.
OFF (uit)
Stopt de brandstoftoevoer naar de car-
burator.
LET OP: Zet de klep op OFF wanneer
het voertuig niet wordt gebruikt of
wordt getransporteerd.
ON (aan)
Laat de brandstoftoevoer naar de car-
burator toe. Dit is de normale stand
wanneer u met het voertuig rijdt.
______________________
68
RES (reserve)
Wanneer de brandstof op is in de
ON-stand, kunt u de brandstofreserve
voor noodgevallen aanspreken door
de knop op RES te zetten. Deze re-
serve bedraagt ongeveer 20% van
de inhoud van de brandstoftank. Ge-
bruik deze stand alleen als er geen
brandstof meer wordt toegevoerd in
de ON-stand.
Tank zo snel mogelijk wanneer u op de
reservebrandstof rijdt. Zet de klep na
het tanken altijd terug op ON.
LET OP: Een verkeerde opening
van de brandstofklep belemmert
de brandstoftoevoer. Zorg ervoor
dat de klep volledig is geopend
wanneer u rijdt.
11) Schakelpedaal
Dit zit voor de linkervoetsteun.