Kettingwiel en rondsel
Controleer de kettingwielas en het
rondsel op vervorming.
1. Goed
2. Vervangen
LET OP: Vervang de ketting, de ket-
tingwielas en het rondsel altijd sa-
men om snelle slijtage van ketting
en kettingwiel te vermijden. Instal-
leer telkens een nieuwe borgring
wanneer u het rondsel verwijdert.
Banden/Wielen
WAARSCHUWING
Let er bij de vervanging van de
banden op dat u nooit een dia-
gonaalband combineert met een
radiaalband. Deze combinatie kan
tot besturings- en/of stabiliteits-
problemen leiden.
Combineer geen banden van ver-
schillende types en/of maten op
dezelfde as. De voorbanden en de
achterbanden moeten telkens van
hetzelfde merk en hetzelfde type
zijn
Let erop dat u banden met een
unidirectioneel profiel in de juiste
draairichting monteert
Radiaalbanden moeten als com-
plete set worden gemonteerd.
De niet-naleving van deze instruc-
ties kan tot ernstige of dodelijke
verwondingen leiden.
Bandenspanning
De bandenspanning heeft een
grote invloed op de besturing en
stabiliteit van het voertuig. Door
een te lage spanning kan de band
leeglopen en loskomen van het
wiel. Door een overdreven span-
ning kan de band klappen. Houd
u altijd aan de aanbevolen ban-
denspanning. Gebruik altijd een
handpomp, aangezien het banden
van het lagedruktype betreft.
Controleer de spanning wanneer de
banden KOUD zijn, voordat u het voer-
tuig gebruikt. De bandenspanning va-
rieert onder invloed van temperatuur
en hoogte.
spanning opnieuw wanneer een van
deze factoren verandert.
Voor uw comfort zit er een drukmeter
in het gereedschapskistje.
BANDENSPANNING
Max.
100 kg
(220 lb)
Hoewel de banden speciaal zijn ont-
worpen voor offroad-toepassingen,
kan een platte band nog steeds voor-
komen. Daarom wordt aangeraden,
een bandenpomp en een reparatieset
mee te nemen.
Toestand van de banden/wielen
Controleer de banden op beschadigin-
gen en slijtage. Vervang ze indien no-
dig. Wissel de banden niet om. De
banden vooraan en achteraan hebben
een andere maat. De banden zijn di-
rectioneel en moeten in de juiste draai-
richting gemonteerd blijven om goed
te werken.
_____________________
WAARSCHUWING
Controleer de banden-
VOOR-
AAN
AANBEVOLEN
34,5 kPa (5 PSI)
MINIMAAL
21 kPa (3 PSI)
ACHTER-
AAN
115