1. Klem
2. Luchtfilter en schuimstof
3. Dop
Giet reinigingsoplossing voor luchtfil-
ters (stuknr. 219 700 341) of gelijk-
waardig in een emmer. Leg de filter
te week.
Reinig het luchtfilterhuis vanbinnen
terwijl de filter ligt te weken.
Spoel de luchtfilter en schuimstof met
warm water.
Druk de schuimstof samen om het
overtollige water te verwijderen. Laat
de luchtfilter en schuimstof goed dro-
gen.
OPMERKING: Een beetje stof kan
worden verwijderd met een lage-
druk-luchtpistool. Blaas de perslucht
in tegengestelde richting van de be-
drijfsluchtstroom.
Vervang een vuil luchtfilterelement
of schuimstof door een nieuw exem-
plaar.
Smeer de gedroogde filter opnieuw
met luchtfilterolie (stuknr. 219 700
340) of een gelijkwaardig product.
Installatie
Installeer de verwijderde onderdelen
opnieuw correct in de omgekeerde
volgorde dan waarin u ze heeft verwij-
derd.
_____________________
102
Klepafregeling
Laat de kleppen afregelen door uw er-
kend Can-Am dealer.
Onvoldoende speling kan tot vermo-
gensverlies leiden en schade aan de
kleppen veroorzaken. Te veel speling
veroorzaakt lawaai.
Vonkafleider
De knalpot moet regelmatig worden
ontdaan van opgehoopte koolstof. Zie
het ONDERHOUDSSCHEMA.
Verwijdering
WAARSCHUWING
Laat de motor nooit draaien in een
afgesloten ruimte. Voer dit werk
nooit uit wanneer de motor net
heeft gedraaid, omdat het uitlaat-
systeem dan erg heet is. Zorg er-
voor dat er geen brandbare mate-
rialen in de buurt zijn. Draag oog-
bescherming en handschoenen.
Ga nooit achter het voertuigstaan
terwijl het uitlaatsysteem wordt
gereinigd. Respecteer alle toepas-
selijke wetten en voorschriften.
Verwijder:
– de schroeven waarmee de vonkaf-
leider aan de knalpot is bevestigd