1. Motorstartknop
6) Dop brandstoftank
Draai de dop in tegenwijzerzin los om
te tanken en draai hem daarna terug
dicht in wijzerzin.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt.
Draai de dop langzaam open. Als
u een drukverschil vaststelt (flui-
tend geluid terwijl u de dop los-
draait), laat uw voertuig dan na-
kijken en/of repararen voordat u
er opnieuw mee rijdt. Brandstof
is ontvlambaar en explosief in
bepaalde omstandigheden. Con-
troleer het brandstofpeil nooit met
behulp van een open vlam. Rook
niet en vermijd vuur en vonken in
de buurt van de brandstof. Werk
altijd in een goed verluchte ruim-
te. Vul de brandstoftank nooit bij
voordat u het voertuig naar een
warme plaats verplaatst.
mate de temperatuur stijgt, zet
de brandstof uit en kan uw tank
overlopen. Wis op het voertuig
gemorste brandstof onmiddellijk
weg.
7) Contactschakelaar
Deze bevindt zich rechts van het be-
dieningspaneel.
Sleutelschakelaar met 2 standen: UIT
en AAN zonder licht.
Steek de sleutel in het slot en draai
hem in de gewenste stand. Om de
sleutel te verwijderen, draait u hem op
UIT en trekt hem eruit.
OPMERKING: Hoewel de motor kan
worden gestopt door de contactsleu-
tel op UIT te draaien, raden we aan de
motor met een druk op de motorstop-
schakelaar uit te zetten.
8) Verklikkerlichtjes
De verklikkerlichtjes bevinden zich bo-
ven de contactschakelaar.
Verklikkerlichtje vrijloop
(groen)
Wanneer de transmissie in vrijloop
staat, brandt het verklikkerlichtje vrij-
loop.
Verklikkerlichtje motor (rood)
Wanneer de motoroliedruk te laag is
of de motortemperatuur te hoog, gaat
het verklikkerlichtje motor AAN.
Naar-
1. Verklikkerlichtje vrijloop (groen)
2. Verklikkerlichtje motor (rood)
_____________________
67