ELEKTRISCH SYSTEEM
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel altijd in de
stand OFF, alvorens onderhouds-
of reparatiewerken aan het elek-
trisch systeem uit te voeren, tenzij
anders aangegeven.
Accu
WAARSCHUWING
Laad nooit een accu terwijl die in
het voertuig is geïnstalleerd.
Verwijdering
Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel los
en dan de RODE (+).
WAARSCHUWING
Demonteer altijd in deze volgorde;
koppel de ZWARTE (-) kabel eerst
los.
Verwijder de bevestigingsbouten van
de accuhouder en het rack.
1. Accuhouder
2. Rack
_____________________
108
Reiniging
Reinig de accupool met een stalen bor-
stel. Smeer met diëlektrisch vet (stuk-
nr. 293 550 004) of een gelijkwaardig
product ter bescherming tegen oxida-
tie.
Installatie
Installeer de accu terug in het voertuig.
Bevestig de accuhouder.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de RODE (+) kabel aan
en dan de ZWARTE (-). Sluit de
RODE (+) kabel altijd eerst aan.
Zekeringen
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde capa-
citeit.
LET OP: Gebruik geen zekering met
een hogere capaciteit, om ernstige
schade te vermijden.
De zekeringen zitten onder de zitting,
tussen de motor en het luchtfilterhuis.
1. Ventilator (15 A)
2. Oplaadsysteem (25 A)