AANDRIJFTREIN
Draaiarm en wielnaaf
Inspectie
Controleer deze onderdelen iedere
25 uur of iedere 1.250 km (800 mijl)
op beschadigingen (barsten, over-
matige speling of putcorrosie). Als
u dergelijke beschadigingen vast-
stelt, GEBRUIK HET VOERTUIG DAN
NIET EN RAADPLEEG EEN ERKEND
CAN-AM DEALER.
WAARSCHUWING
Rijd nooit met een voertuig met
een defecte draaiarm of een defec-
te wielnaaf.
Smering
Smeer de draaiarm met synthetisch
vet voor ophangingen (stuknr. 293 550
033) of een gelijkwaardig product.
Aandrijfketting
Regel de aandrijfketting voor elke rit
af.
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel altijd in de
stand OFF, alvorens de aandrijfket-
ting te inspecteren, af te regelen of
te smeren, tenzij anders aangege-
ven.
Inspectie
Het voertuig is uitgerust met levens-
duurgesmeerde kettingbouten en -rol-
len, afgedicht met een O-ring. Inspec-
teer de aandrijfketting voor elke rit met
uw voertuig.
Controleer op beschadigde of ontbre-
kende O-ring, rollen en correcte rege-
ling van de kettingspeling.
Smering en reiniging
LET OP: Reinig de ketting nooit met
een hogedrukreiniger of met benzi-
ne. Anders beschadigt u de O-ring
en zal de aandrijfketting vroegtijdig
verslijten en defect raken.
Maak de zijvlakken van de ketting
schoon met een droge doek.
OPMERKING: Reinig de ketting niet
met een borstel.
Gebruik voor de smering enkel een
goedgekeurd
O-ring-kettingen.
kettingsmeermiddelen kunnen sol-
venten bevatten en de O-ringen be-
schadigen.
Afregeling
OPMERKING: Regel de aandrijfket-
ting altijd af terwijl de bestuurder of
een overeenkomstig gewicht, op het
voertuig zit.
Plaats het voertuig op een vlak opper-
vlak en schakel in VRIJLOOP.
Draai de borgbouten van de achteras
los.
1. Borgbouten achteras
_____________________
smeermiddel
Andere gangbare
voor
113