3) Remslot
Het remslot bevindt zich links aan
het stuur.
Het remslot dient om de remmen
van alle wielen in te schakelen, zo-
dat het voertuig niet kan bewegen
wanneer het geparkeerd staat.
WAARSCHUWING
Schakel het remslot altijd in en
zet de schakelhendel in de
PARKEER-stand (P) wanneer u
niet met uw voertuig rijdt.
Om het remslot in te schakelen:
Druk de remhendel in en houd hem
vast terwijl u het slot verzet. De
remhendel is nu ingedrukt en alle
remmen worden geactiveerd.
TYPISCH
1. Remhendelslot
2. Indrukken om het remslot te activeren
OPMERKING: Het remhendelslot
kan in verschillende standen wor-
den gezet.
OPMERKING
voertuig veilig ter plaatse blijft
wanneer het remslot is ingescha-
keld.
Om het remslot te ontgrendelen:
Druk de remhendel in. De vergren-
deling moet automatisch terugke-
ren naar zijn oorspronkelijke stand.
De remhendel moet terugkeren
naar zijn ruststand.
Controleer of het
BEDIENINGSELEMENTEN
WAARSCHUWING
Let op dat u het remslot ontgren-
delt voordat u met het voertuig
vertrekt. Als het remslot INGE-
SCHAKELD is tijdens het rijden,
kan dit leiden tot beschadiging
van het remsysteem, een afna-
me van het remvermogen en/of
brand.
4) Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de
rechterkant van het voertuig naast
de motor.
Door deze pedaal in te drukken
worden de voor- en achterremmen
geactiveerd.
1. Rempedaal
Wanneer deze wordt losgelaten
moet het rempedaal automatisch
terugkeren naar zijn oorspronkelijke
stand.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt uit-
geoefend.
OPMERKING: Net als bij andere
voertuigen op wielen verschuift het
gewicht bij het remmen naar de
voorwielen. Om efficiënter te kun-
nen stoppen, verdeelt het remsys-
teem meer remkracht naar de
voorwielen. Dit beïnvloedt het rijge-
drag en de besturing van het voer-
tuig wanneer u bruusk remt. Houd
hier rekening mee bij het remmen.
79