Zekeringaansluitingen en
zekeringdoos 2
1. Zekeringaansluitingen
ZEKERINGDOOS 2
Identificatie zekeringhouder
achteraan
IDENTIFICATIE ZEKERINGAANSLUITING
1
Hoofdzekering
Zekering-
aansluit-
Ventilator/
2
ingen
accessoires
IDENTIFICATIE ZEKERING IN
ZEKERINGDOOS 2
DPS/ACS
Zekering
3
(dynamische
stuurbekrachtiging)
Lichten
Controleer na vervanging altijd of
het licht wel werkt.
Koplampen vervangen
OPMERKING
Raak het glas van
een halogeenlamp nooit met de
blote vingers aan, want dan gaat
deze minder lang mee. Als het
glas toch wordt aangeraakt, rei-
nig het dan met isopropanol, dat
op de lamp geen laagje achter-
laat.
Koppel de connector van de lamp
los.
Draai de lamp linksom om ze uit de
houder te schroeven.
16 awg
16 awg
Trek de lamp eruit.
Installeer de verwijderde onderde-
len opnieuw correct in de omge-
keerde volgorde dan waarin u ze
40 A
heeft verwijderd.
Controleer de werking van de kop-
lampen.
Koplamp richten
Draai aan de regelknoppen om de
straalhoogte naar wens in te stel-
len.
OPMERKING: Stel de koplampen
gelijk af.
ONDERHOUDSPROCEDURES
141