UW RIT AANPASSEN
gen sturing biedt. Enkele situaties
zijn:
-
Manoeuvreren bij constante, la-
ge snelheid
-
Beklimmen van rotsen
-
Gebruik van rupsbanden
OPMERKING: De hoeveelheid
DPS-derating of de geleidelijke re-
ductie van de stuurbekrachtiging is
afhankelijk van hoelang de DPS-
motor zwaar wordt belast. Zodra
de belasting tot een bepaald niveau
is gereduceerd, stopt de derating
en keert de stuurbekrachtiging te-
rug naar normaal.
De volgende DPS-modi zijn op het
voertuig vooraf ingesteld.
DPS-MODUS
DPS MAX.
Maximale stuurbekrachtiging
DPS MED.
Gemiddelde stuurbekrachtiging
DPS MIN.
Minimale stuurbekrachtiging
Om de actieve DPS-modus te zien,
gaat u als volgt te werk:
1. Druk de DPS-knop in en laat
hem los.
TYPISCH
1. DPS-knop
2. Controleer de multifunctionele
meter om uw actieve DPS-mo-
dus te bevestigen.
116
LDC-METER
1. DPS-modus (Display 3)
ANALOGE/DIGITALE METER
1. DPS-modusweergave
Om de DPS-modus te veranderen,
gaat u als volgt te werk:
1. Houd de knop DPS 2 seconden
ingedrukt om naar de volgende
instelling te gaan.
2. Laat de knop DPS los.
3. Herhaal tot de gewenste instel-
ling is geselecteerd.
OPMERKING: De DPS kan niet
worden geregeld als de transmissie
van het voertuig in ACHTERUIT (R)
staat of als de ACS-modus (LTD-
model) wordt weergegeven op de
multifunctionele meter.