1. AIR_SUSP weergegeven
2. Huidige instelling
Ga als volgt te werk om de huidige
instelling te wijzigen:
1. De MODE-knop (M) indrukken
om AIR_SUSP.
1. AIR_SUSP weergegeven
2. Huidige instelling
2. Houd de ACS-knop ingedrukt
tot de gewenste instelling ver-
schijnt.
TYPISCH
1. ACS-knop
Bevestiging ingestelde
ACS-ophanging
Als de ACS-ophanging op ACS 5
of ACS 6 was ingesteld voordat u
het voertuig kortstondig uitschakel-
de, zal bij het opstarten een beves-
tigende melding over de multifunc-
tionele meter schuiven. Zorg dat
de ophanging is aangepast aan de
lading op het voertuig.
Om de instelling van de ACS-ophan-
ging te bevestigen, drukt u op de
ACS-knop terwijl de melding ver-
schijnt.
OPMERKING: Als de melding niet
wordt bevestigd, keert de ophan-
ging automatisch terug naar instel-
ling ACS 3.
OPMERKING: Als de knop MODE
(M) wordt ingedrukt terwijl de be-
vestigingsmelding verschijnt, keert
de ophanging onmiddellijk terug
naar instelling ACS 3.
OPMERKING: Als de transmissie
van het voertuig bij het opstarten
in ACHTERUIT (R) staat, verschijnt
de melding "override" (neutralise-
ren) in plaats van een bevestigende
melding.
Afstelling stuurbekrach-
tiging (DPS) (modellen
met DPS)
De toepasselijke modellen zijn uit-
gerust met een dynamische servos-
tuurregeling of DPS (Dynamic Po-
wer Steering). Dankzij DPS kost het
minder inspanning om het stuur te
draaien.
Als de dynamische stuurbekrachti-
ging (DPS) aan bepaalde omstandig-
heden wordt blootgesteld, kan de
stuurbekrachtiging door de DPS-
motor verlaagd worden om het
systeem te beschermen. Men
spreekt ook wel van "DPS-derating".
DPS-derating kan tijdens specifieke
situaties voorkomen, waarbij vaak
en sterk moet worden gestuurd, of
als het terrein veel weerstand te-
UW RIT AANPASSEN
115