RIJDEN MET UW VOERTUIG
Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare
weg toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel
om uw voertuig van één offroad-locatie naar een andere te verplaatsen.
Rijd altijd traag met uw voertuig (nooit sneller dan 65 km/h) en vertraag
voordat u een bocht neemt. Dit voertuig is achteraan niet uitgerust met
een differentieel (de achterwielen draaien altijd even snel). Daarom kan
het voertuig op een verharde ondergrond moeilijker bestuurbaar en con-
troleerbaar zijn.
Respecteer altijd de wegcode wanneer u zich met uw ATV op de openbare
weg begeeft. Om een weg over te steken moet de bestuurder die de
leiding heeft afstappen en de andere bestuurders aanwijzingen geven om
over te steken. De laatste persoon die oversteekt helpt dan op zijn beurt
de leider over de weg. Rijd nooit op voetpaden. Dit is voorbehouden aan
voetgangers.
In de Europese Gemeenschap is het verplicht, de trekhaak te verwijderen
(indien geïnstalleerd), alvorens het voertuig op de openbare weg te gebrui-
ken. Wie zich niet aan dit voorschrift houdt kan in geval van een ongeluk
verantwoordelijk zijn voor extra verwondingen, zelfs met dodelijke afloop.
We raden u aan uw voertuig jaarlijks aan een veiligheidsinspectie te on-
derwerpen. Neem voor meer details contact op met een erkende BRP-
dealer. Hoewel het niet vereist is, wordt het aanbevolen dat de voorsei-
zoensvoorbereiding van uw voertuig door een erkende BRP-dealer wordt
uitgevoerd. Elk bezoek aan uw erkende BRP-dealer is een goede gelegen-
heid voor uw dealer om te controleren of uw voertuig in een veiligheids-
actie is opgenomen. We raden u tevens aan uw erkende BRP-dealer op
tijd te bezoeken als u van een veiligheidsactie hoort.
Raadpleeg een erkende BRP-dealer voor verkrijgbare accessoires die u
wellicht nodig hebt.
Uitrusting
Kijk ook naar de weersomstandigheden om te beslissen welke kledij u
aantrekt. Kleed u op de laagste voorspelde temperatuur. Thermisch onder-
goed op de huid zorgt ook voor een goede isolatie. Belangrijk is dat de
bestuurder altijd een aangepaste beschermende rijkledij en uitrusting
draagt, onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laarzen,
handschoenen, een hemd met lange mouwen en een lange broek. Deze
kledij zal u beschermen tegen een aantal kleinere risico's die u onderweg
kunt tegenkomen. De bestuurder mag nooit losse kledij dragen, zoals een
sjaal, die in het voertuig, boomtakken en struiken verstrikt kan raken. Af-
hankelijk van het weer hebt mogelijk u een antimistbril of zonnebril nodig.
Er zijn lenzen en brillen in verschillende kleuren verkrijgbaar, waarmee
variaties in het terrein beter te onderscheiden zijn. Draag uw zonnebril
enkel overdag.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
49