3.5
Belangrijkste kenmerken
De pompgrootte wordt bepaald door het verdringingsvolume van 100 omwentelingen uitgedrukt in
liter (of dm
Pompgrootte TG BLOC
15-50
23-65
58-80
86-100
Legende
d
:
B
:
D
:
Vs-100 :
n.max :
n.mot
:
Q.th
:
v.u
:
v.i
:
∆p
:
p.test
:
Asafdichtingstype
Enkelvoudige mechanische afdichting
GS met Burgmann MG12
GS met Burgmann M7N
GS met Roplan RTI 239
*) Opmerking:
Cijfers gelden voor Newtoniaanse vloeistoffen aan bedrijfstemperaturen. De maximum
toelaatbare viscositeit tussen de hellingsvlakken van de mechanische afdichting is afhankelijk
van de aard van de vloeistof (Newtoniaans, kunststof, enz.), de hellingssnelheid van de
afdichtingsoppervlakken en de constructie van de mechanische afdichting.
16
), maar afgerond gevolgd door de nominale poortdiameter uitgedrukt in millimeter.
3
d
B
D
Vs-100
(mm)
(mm)
(mm)
50
40
100
65
47
115
80
60
160
100
75
175
poortdiameter (inlaat- en uitlaatpoort)
breedte van rondseltandwiel en lengte van rotortanden
perifere diameter van rotor (buitendiameter)
verplaatst volume per 100 omwentelingen
maximum toelaatbaar astoerental in tpm
normaal toerental van elektrische motoren met directe aandrijving (bij frequentie 50 Hz)
theoretische capaciteit zonder helling bij differentiaaldruk = 0 bar
perifere snelheid van rotor
vloeistofsnelheid in de poorten bij Qth (inlaat- en uitlaatpoort)
maximum werkdruk = differentiaaldruk
hydrostatische testdruk
n.max
n.mot
Q.th
(dm
)
(min
)
(min
)
(l/s)
(m
3
-1
-1
14,5
1500
3,6
13,1
1450
3,5
12,6
22,7
1500
5,7
20,4
1450
5,5
19,7
57,6
1050
10,1
36,3
960
9,2
33,2
85,8
960
960
13,7
49,4
Maximum viscositeit
(mPa · s) *)
GS
3000
5000
7500
A.0500.752 – IM-TGBLOC/01.00 NL (10/2020)
Q.th
v.u
v.i
∆p
p.test
/u)
(m/s)
(m/s)
(bar)
(bar)
3
7,9
1,8
16
24
7,6
1,8
9,0
1,7
16
24
8,7
1,7
8,8
2,0
16
24
8,0
1,8
8,8
1,7
10
15