Samenvatting van Inhoud voor Johnson Pump TopGear BLOC Series
Pagina 1
G E B R U I KE R S HAN D LE I D I NG TopGear BLOC I N T E R N E TA N D W I E L P O M P E N V E R TA L I N G VA N D E O R I G I N E L E I N S T R U CT I E S A .
EG - Conformiteitsverklaring Machinerichtlijn 2006/42/EG, Bijlage IIA Fabrikant SPX Flow Europe Limited België Evenbroekveld 2-6 9420 Erpe-Mere België Wij verklaren hierbij dat Tandwielpompen serie TopGear BLOC Types: TG BLOC15-50 TG BLOC23-65 TG BLOC58-80 TG BLOC86-100 of deze nu worden geleverd zonder aandrijving of met de aandrijving reeds gemonteerd, voldoen aan de relevante bepalingen van de machinerichtlijn 2006/42/EG, Bijlage I.
1.0 Inleiding Algemeen Deze gebruikershandleiding bevat noodzakelijke informatie over de TopGear-pompen en moet zorgvuldig worden doorgelezen vóór installatie, gebruik en onderhoud. De handleiding moet gemakkelijk toegankelijk worden bewaard voor de operator. Belangrijk! De pomp mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan aanbevolen en aangegeven zonder contact op te nemen met uw plaatselijke leverancier.
Veiligheid 1.3.1 Algemeen Belangrijk! De pomp mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan aanbevolen en aangegeven zonder contact op te nemen met uw plaatselijke leverancier. Een pomp moet te allen tijde worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de huidige nationale en plaatselijke regel- en wetgeving voor hygiëne en veiligheid.
1.3.2 Pompinstallaties 1.3.2.1 Gebruik pompinstallatie Gebruik een bovenloopkraan, vorklift of ander geschikt hijsapparaat. Bevestig hijsstroppen rondom het voorste deel Waarschuwing van de pomp en het achterste deel van de motor Til de pompinstallatie (als de motor over hijsogen beschikt, kunnen nooit op met slechts één de stroppen hieraan worden bevestigd).
1.3.2.3 Vóór inbedrijfstelling van de pompinstallatie Neem de gebruiks- en veiligheidshandleiding van de pomp door. Zorg ervoor dat de installatie correct wordt uitgevoerd volgens de handleiding van de pomp in kwestie. Controleer de uitlijning van de pomp en motorassen. De uitlijning kan mogelijk zijn gewijzigd tijdens het transport, tillen en monteren van de pompinstallatie.
2.0 Pompbeschrijving TopGear BLOC-pompen zijn roterende verdringerpompen met interne tandwielen. Ze zijn gemaakt van gietijzer of roestvrij staal. TG BLOC-pompen worden samengesteld met modulaire elementen, wat verschillende constructies mogelijk maakt: mantels voor verwarming/koeling (stoom), meerdere glijlagers, tandwiel- en asmaterialen en bevestigde overdrukventielen. Typeaanduiding De pompeigenschappen zijn opgenomen in de volgende typeaanduiding, die te vinden is op het typeplaatje.
Pagina 13
Voorbeeld TG BLOC 58-80 G2 S SG 2 G1 AV 8. Rondseltapmaterialen Gehard stalen rondseltap Genitreerd roestvrij stalen rondseltap 9. Rotor- en asmaterialen IJzeren rotor en stalen as IJzeren rotor en genitreerd roestvrij stalen as Roestvrij stalen rotor en genitreerd roestvrij stalen as 10.
3.0 Algemene technische informatie Standaardonderdelen pomp Lantern Lantaarnstuk piece Tussenbehuizing Intermediate Pump shaft Bovenste casing Pompas Top cover afdekking Idler pin Rondseltap Rotor Rotor Pump casing Pomphuis Pompdeksel Pump cover Idler gear Rondseltandwiel Werkingsprincipe Naarmate de rotor- en rondseltandwielen uit elkaar gaan, wordt er onderdruk gecreëerd en loopt de vloeistof in de nieuw gecreëerde holten.
3.2.1 Zelfaanzuigende werking TopGear-pompen zijn zelfaanzuigend wanneer er voldoende vloeistof in de pomp aanwezig is om de speling en dode ruimten tussen de tanden op te vullen. (Zie voor de zelfaanzuigende werking ook hoofdstuk 3.17.6.2 Leidingwerk.) 3.2.2 Veiligheidsklep – Werkingsprincipe Het principe voor positieve verdringing vereist de installatie van een veiligheidsklep die de pomp beschermt tegen overdruk.
Belangrijkste kenmerken De pompgrootte wordt bepaald door het verdringingsvolume van 100 omwentelingen uitgedrukt in liter (of dm ), maar afgerond gevolgd door de nominale poortdiameter uitgedrukt in millimeter. Vs-100 n.max n.mot Q.th Q.th ∆p p.test Pompgrootte TG BLOC (mm) (mm) (mm) (min (min...
Druk Differentiaaldruk of werkdruk (p) is de druk waarbij de pomp onder normale omstandigheden werkt. De TopGear BLOC-lijn heeft als maximale differentiaaldruk 16 bar. (86-100 10 bar) De hydrostatische testdruk is 1,5 keer de differentiaaldruk, dus: de hydrostatische testdruk van de TopGear BLOC-lijn bij 24 bar (86-100 15 bar). De volgende afbeelding biedt een grafische voorstelling van de verschillende soorten druk.
3.7.2 Het geluidsniveau van de pompinstallatie Het geluidsniveau van de aandrijving (motor, transmissie, ...) moet worden opgeteld bij het geluidsniveau van de pomp zelf om het totale geluidsniveau van de pompinstallatie te kunnen bepalen. De som van verschillende geluidsniveaus moet logaritmisch worden berekend. Gebruik voor een snelle bepaling van het totale geluidsniveau de volgende tabel: –L L[f(L...
3.10 Interne delen 3.10.1 Busmaterialen Overzicht van busmaterialen en toepassingsgebied Materiaalcode Materiaal Staal Koolstof Brons als ja naar maximum werkdruk = 16 bar Hydrodynamische smering als nee 6 bar (*) 10 bar (*) 6 bar (*) Corrosieve weerstand Goed Schuurweerstand Licht Geen Geen...
3.11 Massamoment van inertie TG BLOC 15-50 23-65 58-80 86-100 J (10 x kg·m 3.12 Radiale speling TG BLOC 15-50 23-65 58-80 86-100 Minimum (µm) Maximum (µm) 3.13 Speling tussen tanden van de tandwielen TG BLOC 15-50 23-65 58-80 86-100 Minimum (µm) Maximum (µm) Speling tussen tanden van de tandwielen...
3.16.1 Druk Veiligheidskleppen zijn onderverdeeld in 3 werkdrukklassen, 4, 6 en 10, die de maximum werkdruk voor de klep aangeven. Elke klasse heeft een standaard insteldruk van 1 bar boven de aangegeven maximum werkdruk. De insteldruk kan op verzoek lager worden ingesteld, maar nooit hoger. Werkdrukklasse Standaard insteldruk (bar) Werkdrukbereik (bar)
3.17 Installatie 3.17.1 Algemeen Deze handleiding voorziet in basisinstructies die bij installatie van de pomp moeten worden nageleefd. Het is belangrijk dat deze handleiding vóór montage wordt gelezen door het verantwoordelijk personeel, en bij de installatieplaats wordt bewaard voor latere referentie. Deze instructies bevatten nuttige en belangrijke informatie waarmee de pomp/pompinstallatie correct kan worden geplaatst.
3.17.2.4 Binneninstallatie Plaats de pomp zodanig dat de motor voldoende kan worden verlucht. Bereid de motor voor op werking volgens de instructies voorzien door de motorfabrikant. Wanneer ontvlambare of explosieve producten worden verpompt, moet er in goede aarding worden voorzien. De onderdelen van de installatie moeten worden verbonden door aardingsverbindingen om gevaren door statische elektriciteit terug te dringen.
3.17.4 Asrotatie voor pomp zonder veiligheidsklep De asrotatie bepaalt welke poort van de pomp de aanzuig- en welke de afvoerpoort is. De verhouding tussen de asrotatie en de aanzuig-/afvoerzijde wordt aangegeven door het plaatje met rotatiepijl bevestigd aan de bovenste afscherming van een pomp zonder veiligheidsklep. 1.
Pagina 29
De kleine pijlen 2 en 3 geven de stroomrichting van de verpompte vloeistof aan. Zorg er te allen tijde voor dat de asrotatie overeenkomt met de positie van de afvoer- en aanzuigpoorten en de richting aangegeven door het plaatje met de rotatiepijl. Als de asrotatie correct is in verhouding met de poortpositie, maar verschilt van de richting aangegeven door het plaatje met de rotatiepijl, moet de veiligheidsklep worden gedemonteerd en 180°...
3.17.6 Zuig- en afvoerleidingen 3.17.6.1 Krachten en momenten Opmerking! Te hoge krachten en momenten op de mondstukflenzen afkomstig van het leidingwerk kunnen tot mechanische schade aan de pomp of pompinstallatie leiden. Leidingen moeten daarom in lijn worden aangesloten, om de krachten op de pompaansluitingen te beperken. Ondersteun het leidingwerk en zorg ervoor dat dit spanningsvrij blijft tijdens de werking van de pomp.
Zelfaanzuigende werking Bij de aanvang moet er voldoende vloeistof aanwezig zijn in de pomp om het interne spelingvolume en de dode ruimten op te vullen, zodat de pomp een drukverschil kan opbouwen. Daarom moet er, bij het verpompen van vloeistoffen met een lage viscositeit, een voetklep met dezelfde of een grotere diameter dan de zuigleiding worden geïnstalleerd.
3.17.7.2 Verwarmingsmantels 1. S-type mantels De S-mantels zijn ontworpen om te worden gebruikt met verzadigde stoom (max. 10 bar, 180 °C) of ongevaarlijke media. Ze zijn uitgerust met Bl-schroefdraadaansluitingen (zie hoofdstuk 6.0 voor de afmetingen). Ze kunnen worden aangesloten met leidingen met schroefdraad of leidingaansluitingen met afdichtingsmiddel in de schroefdraad (conische schroefdraad volgens ISO 7/1) of afgedicht buiten de schroefdraad met platte pakkingen (cilindervormige schroefdraad volgens ISO 228/1).
3.17.9 Richtlijnen voor montage Wanneer een pomp met vrij aseinde is geleverd, is de gebruiker verantwoordelijk voor de montage met aandrijving. De gebruiker moet ook in de nodige apparatuur voorzien om een veilige installatie en ingebruikname van de pomp mogelijk te maken. 3.17.9.1 Transport van pompinstallatie •...
Pagina 34
Elektrische apparatuur, aansluitdozen en onderdelen van regelsystemen kunnen in rust nog steeds onder spanning staan. Contact maken hiermee kan dodelijk zijn, ernstig letsel als gevolg hebben of tot onherstelbare materiële schade leiden. Leiding Motor U 1 V 1 W 1 U 1 V 1 W 1 U (volt) 230/400 V...
3.18 Opstartinstructies 3.18.1 Algemeen De pomp kan in dienst worden genomen wanneer alle voorzorgen beschreven in hoofdstuk 3.17 Installatie zijn genomen. • Verantwoordelijke operators moeten vóór ingebruikname volledig zijn ingelicht over de correcte bediening van de pomp/pompinstallatie en de veiligheidsinstructies. Deze gebruikshandleiding moet te allen tijde beschikbaar zijn voor het personeel.
3.18.4 Checklist – Initiële opstart De volgende checklist moet worden gevolgd na elk grondig onderhoud of wanneer de pomp voor het eerst in dienst moet worden genomen (initiële opstart): Toevoer- en afvoerleiding c De zuig- en afvoerleidingen worden gereinigd. c De zuig- en afvoerleidingen worden gecontroleerd op lekkage. c De zuigleiding wordt goed beschermd om te voorkomen dat er vreemde lichamen binnendringen.
3.18.5 Opstarten Wanneer de pomp in gebruik moet worden genomen, moet de volgende checklist en procedure worden gevolgd: c De pomp is gevuld met vloeistof. c De pomp is voldoende voorverwarmd. c De zuig- en afvoerkleppen zijn volledig geopend. c Start de pomp even op en controleer de draairichting van de motor. c Start de pomp op en controleer of deze vloeistof aanzuigt (zuigdruk).
3.19 Probleemoplossing Symptoom Oorzaak Corrigerende maatregel Geen debiet Zuighoogte is te hoog • Verminder verschil tussen Pomp zuigt niet pomp- en aanzuigtankpeil. • Verhoog diameter zuigleiding. • Verminder lengte en vereenvoudig zuigleiding (gebruik zo weinig mogelijk elleboogstukken en andere fittings). Zie ook hoofdstuk 3.17 Installatie. Luchtlek in zuigleiding •...
Pagina 39
Symptoom Oorzaak Corrigerende maatregel Onvoldoende Viscositeit te laag 17 • Verhoog het pomptoerental. Let op! Overschrijd het capaciteit maximum toerental niet en controleer NPSHr. • Installeer indien nodig een grotere pomp. • Verlaag de verwarmingsinvoer als pomp met verwarmingsmantels of elektrisch wordt verwarmd. Axiale speling 18 •...
3.19.1 Instructies voor hergebruik en verwijdering 3.19.1.1 Hergebruik De pomp hergebruiken of uit dienst nemen kan alleen na een volledige drainage en reiniging van de interne delen. Opmerking! Volg hierbij de gepaste veiligheidsvoorschriften en neem maatregelen om het milieu te beschermen. Vloeistoffen moeten worden afgevoerd en de volgens de plaatselijke veiligheidsvoorschriften gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt.
3.20 Onderhoudsinstructies 3.20.1 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft uitsluitend activiteiten die voor normaal onderhoud ter plaatse kunnen worden uitgevoerd. Neem voor onderhoud en herstellingen die in een werkplaats moeten gebeuren contact op met uw plaatselijke leverancier. • Onvoldoende, verkeerd en/of onregelmatig onderhoud kan leiden tot defecten in de pomp, hoge herstellingskosten en onbruikbaarheid op de lange termijn.
3.20.2.6 Extern reinigen • Houd het oppervlak van de pomp zo schoon mogelijk. Dit vereenvoudigt de inspectie en houdt de bevestigde aanduidingen zichtbaar. • Zorg ervoor dat er geen reinigingsmiddelen de kogellagerruimte binnendringen. Bedek alle onderdelen die niet in aanraking mogen komen met vloeistoffen. Bij afgedichte lagers mogen er geen reinigingsproducten de rubberen pakkingen aantasten.
3.20.3 Specifieke onderdelen 3.20.3.1 Moeren en bouten Moeren en bouten die schade vertonen of onderdelen met een beschadigde schroefdraad moeten worden verwijderd en zo snel mogelijk vervangen door onderdelen die behoren tot dezelfde bevestigingsklasse. • Gebruik bij voorkeur een momentsleutel voor het aandraaien. •...
3.20.4 Uitneembaar deel vooraan De TG BLOC-pompen beschikken ook over een uitneemsysteem vooraan. Het pompdeksel kan zonder de zuig- en afvoerleidingen te ontkoppelen uit de pompbehuizing worden genomen om vloeistofresten te verwijderen of het rondsellager te controleren op slijtage. Zie hoofdstukken 4.0 Demontage/montage en 6.5 Gewicht.
U kunt de axiale speling ook afstellen met een magneet standaard en een meter. 1. Motor van lantaarnstuk demonteren 2. Draai de tapbouten (2290a) los aan de kant van de pompbehuizing. 3. Draai de tapbouten (2290b) aan de motorzijde vast totdat de pompas met rotor en lager volledig tegen het pompdeksel wordt gedrukt.
4.0 Instructies voor montage en demontage Algemeen Onvoldoende of verkeerde montage en demontage kan leiden tot pompdefecten, hoge herstellingskosten en langdurige onbruikbaarheid. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier voor meer informatie. Demontage en montage mogen uitsluitend worden uitgevoerd door opgeleid personeel. Dat personeel moet vertrouwd zijn met de pomp en onderstaande instructies volgen.
Aansluitmof 4.5.1 Algemeen De koppelingsbus beschikt over een glijfitting op de pompas. Slaan of hard drukken kan het kogellager beschadigen en de ingestelde axiale speling verstoren. 4.5.2 Aansluitmofmontage TG BLOC15-50 tot TG BLOC86-100 1. Schroef een tapbout (of een ander speciaal gereedschap) in het getapte gat van de pompas. 2.
4.6.3 Montage TG BLOC15-50 tot TG BLOC86-100 1. Zet eerst de lagerafdekking (1430) vast op het lantaarnstuk (1400) door de tapbouten (2290) te bevestigen aan de pompzijde; draai ze niet volledig aan. 2. Monteer het lantaarnstuk (1400) door de tapbouten (1410) vast te zetten. 3.
Mechanische afdichting Richtlijnen voor montage en afstelling van de mechanische afdichting – pompserie TG BLOC. 4.7.1 Algemeen • Alle personeel dat verantwoordelijk is voor onderhoud, inspectie en montage moet afdoende gekwalificeerd zijn. • Volg de specifieke instructies meegeleverd met de mechanische afdichting die moet worden gemonteerd/afgesteld.
4.7.6 Montage van de stationaire zitting • Bevestig de stationaire zitting(en) in de tussenbehuizing. • Gebruik het gepaste gereedschap om de zitting haaks in zijn behuizing te duwen. • Bescherm het zittingoppervlak met een stuk papier of karton en smeer de rubberen afdichtingselementen met een smeermiddel.
Overdrukventiel • Het overdrukventiel mag niet worden gedemonteerd voordat de veer volledig is losgelaten. • Voordat u de veer loslaat, meet u de positie van de afstelbout, zodat de veer vervolgens in zijn oorspronkelijke openingsdruk kan worden afgesteld. 4.9.1 Demontage •...
6.0 Maattekeningen Standaardpomp 6.1.1 TG BLOC15-50 tot 86-100 4 x vd n x fd TG BLOC15-50 TG BLOC23-65 TG BLOC58-80 TG BLOC86-100 MOTOR IEC-CEI G 1/4 G 1/4 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/2 100L-B14-F165 8 H9 31,3...
MOTOR n x fd sc-max IEC-CEI 100L-B14-F165 4 x 12 112M-B14-F165 4 x 12 132S-B5-F265 4 x 14 132M-B5-F265 4 x 14 160M-B5-F300 4 x 18 160L-B5-F300 4 x 18 100L-B14-F165 4 x 12 112M-B14-F165 4 x 12 132S-B5-F265 4 x 14 132M-B5-F265 4 x 14 160M-B5-F300...
Pagina 64
TopGear BLOC I N T E R N E TA N D W I E L P O M P E N S PX F LOW E U R O P E L I M I T E D B E LG I Ë Evenbroekveld 2-6 9420 Erpe-Mere, België...