Onderhoud en verzorging
8
Onderhoud en verzorging
Reinig de machine en de directe omgeving niet met een hogedrukreiniger of waterslang.
Waarschuwing
8.1 Dagelijks
8.1.1
Vetfilter reinigen
8.1.2
Reinigingsprogramma
De machine is met een reinigingsprogramma uitgerust, deze ondersteunt u bij het reinigen van de
binnenruimte van de machine. Na het eerste deel van het automatisch verlopende programma kunt u indien
gewenst de binnenruimte handmatig met slang en borstel reinigen. In het tweede deel wordt de binnenruimte
automatisch uitgespoeld en afgetapt.
INFO: Indien een van de deuren tijdens het reinigingsprogramma geopend wordt, wordt het programm
afgebroken en moet het opnieuw worden gestart.
Reiningsprogramma starten
Druk kort op de button (7).
De aandrijving wordt gestopt.
Beeld 05 verschijnt.
Druk kort op de button (7). Druk opnieuw kort op de button (7) als u de activiteit wilt afbreken.
Het reiningsprogramma wordt gestart:
Button (25) "Binnenruimte reinigen""verschijnt, maar kan niet worden geactiveerd.
De circulatiepompen worden geactiveerd om de binnenruimte van de machine met waswater uit te
spoelen.
De warmtewisselaar wordt met heet water afgespoeld (OPTIE).
Het aandrijfsysteem loopt.
16
De vetfilter beschermt het afzuigsysteem en de warmtewisselaar
(indien ingebouwd) tegen vetafzettingen. Om ervoor te zorgen
dat de machine optimaal werkt, moet de vetfilter dagelijks
worden gereinigd.
Verwijder de vetfilter.
Leg de vetfilter op een vaatwaskorf of op de transportband en
reinig hem in de machine met lage transportsnelheid (>).
Breng de vetfilter weer aan.
Beeld 03
Beeld 05
Beeld 05