Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 1
1.1 Inhoud
Deze handleiding bevat basisbedieningsinstructies en is gestructureerd op een wijze die u helpt
vertrouwd te raken met de functies van uw diagnose-instrument en bij het uitvoeren van
basisbewerkingen.
Deze illustraties in deze handleiding zijn uitsluitend ter referentie opgenomen en kunnen wel of
geen werkelijke schermresultaten, informatie, functies of standaardapparatuur afbeelden. Neem
contact op met uw verkoper voor informatie over de beschikbaarheid van andere functies en
optionele apparatuur.
1.2 Conventies
De volgende conventies worden gehanteerd.
1.2.1 Terminologie
De termen Scanner en functie Scanner worden gebruikt om de scannerfunctie(s) van het
diagnose-instrument te beschrijven.
Voorbeelden:
Selecteer Scanner in het beginscherm.
•
Selecteer in het Scanner-hoofdmenu de optie Doorgaan.
•
De functie Scanner biedt tal van diagnostische testen.
•
De term selecteren beschrijft het tikken op/aanraken van een pictogram op het aanraakscherm
of het markeren van een pictogram of menukeuze en het vervolgens kiezen van een menukeuze,
zoals de optie voor doorgaan, accepteren, OK, ja of een andere soortgelijke keuze.
Verkort voorbeeld voor de volgende procedure: Helderheid selecteren
1. Navigeer naar Helderheid en markeer dit.
2. Druk op de knop OK of op een soortgelijke knop.
1.2.2 Symbolen
Er worden verschillende typen pijlen gebruikt. De groter dan-pijl (>) geeft een verkorte set
selectie-instructies aan.
1. Verkort voorbeeld voor de volgende procedure: 'Selecteer Tools (Extra) > Aansluiten op pc'
1. Selecteer Tools (Extra) in het beginscherm.
2. Markeer Aansluiten op pc in het menu Tools (Extra).
3. Selecteer Aansluiten op pc.
De opgevulde pijlen (e, c, d, b) zijn navigatie-instructies die verwijzen naar de vier richtingen van
de richtingspijltoetsen.
Voorbeeld: Druk op de pijl d omlaag.
Deze handleiding gebruiken
3
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
