Scanner
4.2.2 Bedieningspictogrammen voor de functie Scanner
De Scanner-werkbalk bevat bedieningspictogrammen. Welke bedieningspictogrammen worden
weergegeven, wisselt op basis van de actieve functie of test. Een gele rand om een pictogram
(gemarkeerd) geeft aan dat het pictogram is geselecteerd. Andere bedieningspictogrammen (niet
weergegeven) zijn beschreven
Pictogram
De bedieningspictogrammen hierna worden gebruikt om te navigeren door
onderbroken of opgeslagen videobestanden tijdens afspelen.
Algemene bedieningspictogrammen op de
Functie
Onderbreken - dit pictogram geeft
aan dat er PID-gegevens van het
voertuig worden weergegeven. Als
u dit pictogram selecteert, wordt het
verzamelen van gegevens
onderbroken.
Wissen - dit pictogram wist de
PID-gegevens in de buffer en
start een nieuwe opname. Als
u deze optie selecteert, wordt een
bevestigingsbericht weergegeven.
Trigger - dit pictogram opent een
menu waarmee u drempelwaarden
kunt instellen, activeren en wissen. Dit
betreft drempelwaarden die
automatisch PID-gegevens in werking
stellen die vanuit het buffergeheugen
naar een bestand moeten worden
opgeslagen.
Zoomen - dit pictogram verhoogt of
verlaagt stapsgewijs de schaal van de
weergegeven gegevens.
Opnemen - dit pictogram geeft aan
dat de weergegeven gegevens zijn
onderbroken en dat deze niet worden
bijgewerkt. Als u dit pictogram
selecteert, wordt het verzamelen
van gegevens hervat.
Stap vooruit - dit pictogram maakt
voorwaartse verplaatsing op een per
stap basis mogelijk. Als u snel
stapsgewijs vooruit wilt verplaatsen,
selecteert u dit pictogram (er wordt
een gele rand om het pictogram
weergegeven) en vervolgens drukt u
op de toets Y/
a
en houdt u deze vast.
Opmerking: Als u snel stapsgewijs
voorwaarts wilt verplaatsen tijdens het
afspelen van Scanner-gegevens,
drukt u op het pictogram en houdt u dit
ingedrukt. Gedurende deze modus
wordt er een rode rand om het
pictogram weergegeven.
Schermindeling en pictogrammen op de werkbalk
Pictogram
20
werkbalk‚ op pagina 15.
Functie
Aangepaste gegevenslijst - dit
pictogram opent een menu voor het
selecteren van welke PID-gegevens
in de lijst worden weergegeven.
Weergave wijzigen - dit pictogram
wijzigt weergaveopties tussen
PID-lijst- of grafiekweergaven.
Vergrendelen/ontgrendelen - dit
pictogram vergrendelt of ontgrendelt
de gemarkeerde parameter.
Vergrendelde PID-gegevens worden
naar bovenaan de lijst verplaatst en
worden niet verschoven wanneer
u door de gegevens schuift.
Sorteren - dit pictogram bepaalt de
volgorde waarin PID-gegevens
worden vermeld op het scherm.
Stap achteruit - dit pictogram maakt
achterwaartse verplaatsing op een per
stap basis mogelijk. Als u snel
stapsgewijs achteruit wilt verplaatsen,
selecteert u dit pictogram (er wordt
een gele rand om het pictogram
weergegeven) en vervolgens drukt u
op de toets Y/
a
en houdt u deze vast.
Opmerking: Als u snel stapsgewijs
achterwaarts wilt verplaatsen tijdens
het afspelen van Scanner-gegevens,
drukt u op het pictogram en houdt u dit
ingedrukt. Gedurende deze modus
wordt er een rode rand om het
pictogram weergegeven.